Stikstof met vleugels: verduurzaming stuit op vleermuis

Met het massaal isoleren van gebouwen komt de stadsvleermuis in gevaar. De Raad van State trapt op de rem. Kan de stad verduurzamen én de vleermuis beschermen?

Door

Rikketik. Rikketik. Staccato vertaalt de bat detector van Rudy van der Kuil de onzichtbare stemmen van de schemering. Het apparaatje in zijn hand vangt frequenties op die het menselijk oor te boven gaan en zet deze om in hoorbaar getik. “Ah, een dwergje,” zegt hij als de detector een geluidsgolf van 48 kilohertz oppikt. Een dwergvleermuis, de meest voorkomende soort in Nederland. “Dat tikkende geluid is zijn roep in de nacht.”

Van der Kuil staat bij de Haagse Beek in het plantsoen langs de Segbroeklaan, een pleisterplaats voor vleermuizen. Hier doen ze zich te goed aan de insecten rond het water of zoeken ze beschutting in de bomen. Al dertig jaar is Van der Kuil gefascineerd door het bijkans onzichtbare nachtdier. Hij is vrijwilliger bij de Zoogdierenwerkgroep Zuid-Holland, een hobbyproject dat is uitgegroeid tot serieuze kennisbaak. “Met z’n drieën hebben we meermaals heel Den Haag geïnventariseerd.”

 

Voor vleermuizen is de stad eigenlijk één groot grottencomplex
Rudy van der Kuil, ecoloog

 

In de stad achter de duinen wemelt het van de vleermuizen. “Sommige soorten houden van bomen, andere van steen,” legt Van der Kuil uit. “Voor die laatste groep is de stad eigenlijk één groot grottencomplex. Net als de huismus en de gierzwaluw heeft de vleermuis zich aangepast aan de menselijke omgeving. Ze leven vaak in huizen, op plekken die mensen niet gebruiken. Onder dakpannen, achter boeiborden en in spouwmuren.”

Isolatiedood

Daar is momenteel veel om te doen. Nu corporaties, projectontwikkelaars, vve’s en huishoudens op grote schaal aan het isoleren slaan, dreigt de vleermuispopulatie in het nauw te komen. Zonder nauwkeurig onderzoek kunnen ze dakloos raken of levend ‘begraven’ worden in de spouwmuur, waar ze de isolatiedood sterven. Ook andere werkzaamheden aan dak, gevel of zelfs kruipruimte kunnen de vleermuis verstoren. Dat mag niet. Alle achttien soorten die in Nederland voorkomen, zijn beschermd volgens de Wet natuurbescherming – dezelfde wet waarover de stikstofuitstoot is gestruikeld.

Ook ditmaal is het de Raad van State die de zaken op scherp zet. Begin augustus oordeelde de bestuursrechter dat huiseigenaren eerst goed ecologisch onderzoek moeten laten doen voordat ze hun spouwmuren isoleren. De zaak draaide om een Brabants isolatiebedrijf dat met een cameraatje in de spouw controleerde op de aanwezigheid van vleermuizen. Die methode is te mager, aldus de Raad van State. Het bedrijf heeft zijn ‘zorgplicht’ verzaakt.

 

Er zijn niet genoeg ecologen om al die huizen stuk voor stuk te controleren
Piet-Jan Dijkstra, voorzitter Venin

 

De uitspraak heeft veel losgemaakt. Ecologisch onderzoek duurt minstens een halfjaar en kost duizenden euro’s. “Voor een tussenwoning ben je 5000 euro kwijt. En dan weet je na een jaar of je voor 1500 euro mag isoleren,” schetst Piet-Jan Dijkstra, voorzitter van Venin, de branchevereniging van isolatiebedrijven, het probleem. “Dan gaan bewoners niet meer verduurzamen.”

Ook Vereniging Eigen Huis slaat alarm. ‘De overheid is aan zet om, in het belang van woningbezitters, isolatiebranche en het klimaat, op de kortst mogelijke termijn spouwmuurisolatie weer mogelijk te maken,’ schrijft ze in een brandbrief aan het ministerie van Binnenlandse Zaken.

De vleermuis dreigt zo een soort stikstof met vleugels te worden. Terwijl de gemeente grote sprongen wil maken met isolatie – de ambitie is verdubbeld naar tienduizend woningen per jaar – moet zij ook waken over beschermde diersoorten. Kan de stad verduurzamen én de vleermuis beschermen?

Insectenplagen

Niemand weet precies hoeveel vleermuizen er in Den Haag leven. Ze zijn notoir lastig te tellen, experts houden het op enkele duizenden. Toch worden ze volop gezien. De afgelopen tien jaar zijn in Den Haag ruim 27.000 vleermuiswaarnemingen geregistreerd, aldus cijfers van de Nationale Databank Flora en Fauna (NDFF). De gewone dwergvleermuis wordt verreweg het meest gespot, gevolgd door de ruige dwergvleermuis, de watervleermuis en de rosse vleermuis.

De beestjes vertonen zich vaak in de buurt van water en bos. Zo foerageren ze graag in het Haagse Bos, het Zuiderpark, Brasserhout (bij Ypenburg) en in een stukje Kraayenstein, toont een waarnemingskaart van de NDFF. Wonen doen vleermuizen bijvoorbeeld in de Gaardenbuurt. “Een uitgelezen plek,” weet Van der Kuil. “Het zijn naoorlogse flats met spouwmuren, ruim opgezet in het groen en omringd door sloten. Er is ook minder verlichting dan in dichtbevolkte wijken.”

 

Bij weinig huizen kun je op voorhand de aanwezigheid van vleermuizen uitsluiten
Ferry van der Lans, ecoloog

 

In ruil voor kost en inwoning vervult de vleermuis een sleutelrol in het stedelijke ecosysteem. “Ze voorkomen insectenplagen. Elke dwergvleermuis vangt per nacht twee- à driehonderd muggen en andere insecten. Tel maar uit.”

Wie een gebouw wil slopen of renoveren, moet rekening houden met vleermuizen, zwaluwen, mussen en andere beschermde diersoorten. Kan een quickscan niet uitsluiten dat een pand bewoond is, dan moet de verbouwer ecologisch onderzoek laten uitvoeren. “In negen van de tien gevallen is dat zo,” vertelt Ferry van der Lans, ecoloog bij adviesbureau Ecoresult, dat veel onderzoek in Den Haag doet. “Er zijn maar weinig woningtypes waarbij je op voorhand de aanwezigheid van vleermuizen kunt uitsluiten.”

Intensief

Zo’n uitgebreid onderzoek is intensief. “In een halfjaar tijd komen we een stuk of zes keer langs om te observeren, meestal met meerdere mensen,” legt Van der Lans uit. Blijkt een bouwplan vleermuizen te verstoren, dan heeft het project een ontheffing nodig van de omgevingsdienst van de provincie. De verbouwer moet dan compenserende maatregelen treffen, zoals het tijdelijk ophangen van vleermuiskasten. Voor het hele proces trekt Ecoresult, dat veel met woningcorporaties samenwerkt, twee jaar uit.

Nu de verduurzaming echt van de grond komt, ontploft de vraag naar vleermuisonderzoek. “Sinds een paar jaar krijgen we veel meer aanvragen,” merkt Van der Lans, die al twintig jaar in het vak zit. “Echt opvallend.” Bij de Omgevingsdienst Haaglanden zien ze het aantal aangevraagde ontheffingen toenemen. Van jaarlijks zo’n honderddertig naar driehonderd per jaar in Zuid-Holland. “Als gevolg van verschillende uitspraken van de Raad van State is de beoordeling van ontheffingsaanvragen aanzienlijk strenger geworden,” verklaart een woordvoerder.

 

Slaan we niet door in bureaucratische regels?
Hinke de Groot, CDA-raadslid

 

In theorie kunnen vleermuizen overal zitten. Sinds de jaren dertig van de vorige eeuw kwamen er in Den Haag 126.000 gebouwen bij, bijna allemaal voorzien van spouwmuren. Of ze ergens verblijven, kan bovendien door het jaar heen verschillen. In het broedseizoen zoeken vrouwtjes elkaar op, in de paartijd komen de mannetjes langs en van oktober tot maart houden vleermuizen hun winterslaap.

Daar valt niet tegenop te onderzoeken, vindt branchevoorzitter Dijkstra. “Tot twee jaar geleden controleerden de meeste isolatiebedrijven helemaal niet op vleermuizen. Zij werken vooral voor particulieren. Zelfs al zou de overheid de onderzoekskosten subsidiëren, dan nog zijn er niet genoeg ecologen om al die huizen stuk voor stuk te controleren.”

Kattenluikjes voor vleermuis

De provincie Utrecht pakt het daarom anders aan. Daar brengen ze vleermuizen per gebied in kaart en stellen ze een ‘soortenmanagementplan’ op om de populatie in stand te houden. Zo heeft niet elk bouwproject een eigen onderzoek nodig. Zijn er rond een woning vleermuizen gesignaleerd, dan kan de eigenaar die met exclusion flaps – een soort kattenluikjes – buitensluiten. Enige nadeel: in de winter en het broedseizoen heeft dit geen zin.

Den Haag broedt al jaren op zo’n aanpak. Maar een Haags soortenmanagementplan stuit vooralsnog op juridische bedenkingen van de omgevingsdienst. De provincie lijkt er niet happig op om de controle uit handen te geven. Eind dit jaar wil de gemeente een nieuw plan voorleggen. Dat zou overigens alleen gelden voor corporatiewoningen en gemeentevastgoed. Wat er nodig is voor particuliere woningen, wordt pas volgend jaar onderzocht.

 

Diersoorten kunnen snel zeldzaam worden
Rudy van der Kuil, ecoloog

 

CDA-raadslid Hinke de Groot mist een gevoel van urgentie. “Het is belangrijk dat we in Den Haag versneld isoleren. Veel bewoners, vve’s en corporaties willen wel, maar worden door deze situatie ontmoedigd.” Deze maand kregen 170 bewoners van de Jacob Catsstraat te horen dat het isoleren van hun tochtige woningen een jaar wordt uitgesteld vanwege vleermuizen en gierzwaluwen. “Slaan we niet door in bureaucratische regels? Zijn er geen redelijke alternatieven denkbaar waarbij de vleermuis ook wordt beschermd?”

Ook ecoloog Van der Lans vindt een soortenmanagementplan de beste oplossing. “Eentje waar particulieren op kunnen meeliften. Dat is ook ecologisch gezien een betere aanpak. Je krijgt een beter beeld van de populatie dan als je per huis gaat kijken.”

Waakzaam

Langs de Haagse Beek heeft de luidruchtige scooterjeugd zich intussen verzameld. Van der Kuil luistert liever naar de kakofonie van onhoorbare vleermuisstemmen. Het heeft iets magisch, vindt hij. “Je wordt gewaar wat er allemaal om je heen leeft.”

Vleermuisonderzoek hoeft de verduurzaming niet te vertragen, denkt hij. “Zolang je maar op tijd begint. Bouwmaterialen moet je ook ruim van tevoren bestellen. Het gaat nu wel erg veel over de kleine particulier. Laten we ons richten op grote vve’s en ontwikkelaars.” Zo kreeg een vve van een groot wooncomplex in het Benoordenhout onlangs een zaak aan de broek, omdat er zonder ecologisch onderzoek is geïsoleerd in de winter. “In potentie zijn daar vierhonderd vleermuizen tijdens hun winterslaap in de spouwmuren verdwenen. Dat tikt aan.”

Onderwijl blijft zijn bat detector onophoudelijk ratelen. Vleermuizen zijn niet zeldzaam in Nederland. Integendeel, de populatie groeit al decennia. Toch moeten we waakzaam zijn, waarschuwt Van der Kuil. “Vroeger waren de mus en de veldleeuwerik ook alomtegenwoordig. Nu zie je ze nauwelijks meer. Diersoorten kunnen snel zeldzaam worden.”

De redactie biedt dit verhaal gratis aan. Meer Haagse verhalen? Koop de papieren editie van Den Haag Centraal bij een van onze verkooppunten of neem een (proef)abonnement. U ontvangt de krant dan tien weken voor slechts 10 euro.

Standaardportret
Bekijk meer van