Van Casanova tot Napoleon: wandelen door de tijd in Haagse Bos
Wandelen in de binnenstad is bekend. Langs het koninklijk paleis, in het gras liggen naast het meertje. Maar voor wie enig historisch besef aan de dag legt, valt er meer te genieten in het Haagse Bos.
Aan de hand van Mark Kras, boswachter van Hollands Duin, zijn teamleden en gidsen kun je ‘op een reis door de tijd’. Je kunt te weten komen wat Napoleon zag in het Haagse Bos, wat Casanova er deed, hoe Willem van Oranje tot op de dag van vandaag het bos beschermt en welke rol de Tweede Wereldoorlog speelde. Ook krijg je inzicht in bosbeheer, want waar zie je buizerds en ijsvogels broeden midden in de stad? Waar hoor je midden in de stad de herfstige bronstroep van edelherten en damherten?
Bosbeheer, daarover spreekt Kras het liefst. “Fantastische plek,” glundert hij. “Hoe groener om je heen, hoe gezonder je je voelt. Hier kun je al je gedachten achter je laten. Een bos biedt rust maar vraagt niks.”
Veel deelnemers komen spontaan over de brug met eigen verhalen over het Haagse Bos
Ooit ‘oerbos’, tegenwoordig ‘stadsbos’. Sinds 1899 is het Haagse Bos in beheer van Staatsbosbeheer. Sedert ongeveer een jaar organiseert het op gezette tijden groepswandelingen, al was, is en blijft het natuurlijk ook mogelijk om op individuele basis of op een uitgezet boswachterpad rond te struinen. Vergis je niet in de aantallen, zegt Kras.
“Jaarlijks zijn er hier zo’n drie miljoen wandelingen, van omwonenden uit Bezuiden- of Benoordenhout en medewerkers van omliggende ministeries en provinciehuis die hier hun lunchpauze te baat nemen, tot allerhande sportbeoefenaars. Veel deelnemers aan onze wandelingen komen spontaan over de brug met eigen verhalen over het Haagse Bos.”
Wufte rijtochtjes
Het wemelt van ‘wiki-weetjes’ over het Haagse Bos. Als een van 19 in aantal is het een beschermd stadsgezicht. Het meet nu ongeveer 100 hectare en telt zo’n 34 boomsoorten. In de vroege middeleeuwen strekte het bos, gelegen op een oude strandwal, zich nog uit langs de kust van ’s-Gravenzande tot Alkmaar. In de dertiende eeuw was het wildrijke gebied reden voor de graven van Holland om er een kasteel te bouwen, op de plek die nu het Binnenhof heet. Het bos werd zo een grafelijk privéjachtgebied en hotspot voor wufte rijtochtjes.
Maar ook ‘het volk’ vierde er feest. Totdat de kermissen in het bos zo vaak uit de hand liepen, dat deze in de achttiende eeuw werden verboden. Aan het Malieveld, feitelijk een uitloper van het Haagse Bos, is dat feestgewoel nog altijd af te meten: van kermis, demonstraties en festivals tot concerten en andere evenementen.
De instandhouding van het Haagse Bos is ons door Willem van Oranje ingegeven
In de Tachtigjarige Oorlog werd flink in het Haagse Bos gekapt voor de aanleg van verschansingen. Zo werd in 1571 een zesde van het aantal eiken gekapt. In 1575 besloten de Staten van Holland om het hele bos te kappen en het land te verkopen, ter vereffening van schulden uit de Tachtigjarige Oorlog. Door protestacties vanuit de Haagse burgerij werd dit plan verijdeld. Op 16 april 1576 ondertekende Willem van Oranje de ‘Acte van Redemptie’. Niemand mocht er meer een boom kappen met als doel er geld mee te verdienen. Feitelijk het allereerste natuurbeschermingsmanifest. Kras: “De instandhouding van het Haagse Bos is ons feitelijk door Willem van Oranje ingegeven.” De Acte is overigens nog altijd van kracht.
Hartverscheurend
Een van de bijzondere plekken in het bos is de Bloedheuvel. Je kunt er in de sporen treden van mannen die duelleerden om hun eer of om de hand van een vrouw. Zoals die van de grootste dichter uit de Gouden Eeuw: Constantijn Huygens (1596-1687). Als jonge studiebol (19) bezoekt hij regelmatig het Haagse Bos, waarschijnlijk in het bijzijn van de vier jaar oudere Dorothea van Dorp op wie hij tot over zijn oren verliefd is. Zij is echter niet bijster verliefd op hem, is hem ontrouw en blijkt vertrokken zonder een enkel woord van afscheid. De jonge dichter en latere secretaris van de prinsen Frederik Hendrik en Willem II schrijft een hartverscheurend gedicht. “Dat gedicht uit 1616 draag ik voor,” glundert Kras. “Het is een bijzonder gedicht op een bijzondere plek.” Als de twee elkaar enkele jaren later weer treffen, ontstaat een hechte vriendschap, tot een huwelijk komt het echter niet.
Duelleren op die plek was geen kortstondige rage, want in 1758 trad een andere tot over zijn oren verliefde jongeman in het strijdperk. Hij was smoor op de aantrekkelijke, van geboorte Venetiaanse sopraan Teresa Imer. Zou de jongeman hebben geweten dat hij de degens zou kruisen met de afgezant van de Franse regering, de beroemde Casanova, alias notoire rokkenjager en een van Teresa’s vele minnaars, bovendien vader van haar 4-jarige dochter? De verliefde jongeman delfde het onderspit, zijn bloed kleurde de aarde dieprood.
Vijvers
In 1821 liet koning Willem I – in weerwil van de Acte – er twee vijvers aanleggen, merendeels om de de hoge waterstand het hoofd te bieden. Grote aantallen bomen moesten wijken. In Engelse landschapsstijl werd het bos heringericht. Maar ook nu nog wordt het bos met regelmaat geteisterd: in de nacht van 30 september op 1 oktober 1911 bijvoorbeeld, toen richtte een zware storm veel schade aan.
“En met de klimaatverandering in het achterhoofd wordt het beheer ook ingewikkelder,” legt Kras, die in zijn vrije tijd ook graag natuurfotograaf is, de uitdagingen van de toekomst uit. Daarbij heeft corona intussen veel mensen op de been gebracht voor een ‘Scherder-ommetje’. “Zo’n bos zo vlakbij is fijn in een stad die steeds heter wordt. Maar we hebben ook samen een verantwoordelijkheid te dragen, daar moet iedereen zich rekenschap van geven.”
Staatsbosbeheer, ‘Tijdreis door het Haagse Bos’ (13+), zondagochtend 6 augustus en donderdagmiddag 17 augustus, ook excursies in september en oktober, ingang tegenover de Malietoren. Duur: ongeveer anderhalf uur.