Zoete herinneringen en een kritische noot in Museum Voorlinden
Wie het snoephuis van Simone Post betreedt, ontkomt niet aan herinneringen aan de kindertijd. In gedachten hoor je de heks: ‘Wie knabbelt er aan mijn huisje?’ Museum Voorlinden verleidt met vrolijkheid, maar zwaait ook met het vingertje.
Een wc geheel bekleed met spekkies. Als je er even bij stilstaat, is het een heerlijke paradox. Lekker vies, poepen en snoepen op de meest bondige manier samengevat. Maar er is zoveel meer te zien in het absurde ‘snoephuis’ van Simone Post in Museum Voorlinden en rond het kleinste kamertje hangt toch de geur van ‘slechts indien nodig’. Het is altijd een opluchting als extravagante geesten er een geweldige showroom van maken, maar die bohemien mentaliteit kom je amper tegen. De wc wordt zwaar onderschat. Het is bijvoorbeeld een prachtplek om kunstwerkjes op te hangen. Dan kun je er op je gemak naar kijken en losjes over mijmeren.
Hoewel het toilet van Simone Post (1990, Utrecht) puur functioneel is ingericht, ziet het er dankzij de pastelkeurige bekleding wel oergezellig uit. Zo’n hoge stortbak zie je echter nergens meer en als je met kinderogen kijkt, is de wc-pot een onbereikbare troon. Dwalend door het geheel met snoep beklede interieur in museum Voorlinden raak je onvermijdelijk bevangen door nostalgie.
Alles in haar ‘Hans en Grietje’-huisje is gedecoreerd met 700 kilo snoepgoed
Post stuurt ons terug in de tijd, maar waarom? Alles is gebaseerd op haar vroege jeugd. Naar eigen zeggen omdat ze weer contact wilde maken met het driejarige kind dat nog met pure verwondering naar de wereld kon kijken. Om die onbevangen sfeer tastbaar te maken moest ze wel diep in haar geheugen graven, want bijna alles was verkocht of kapot, naar de kringloop of met de vuilnisman meegegeven. Maar juist het blinde streven naar levensechte reconstructie maakt een diep sentiment voelbaar. Je proeft de bezetenheid, het verlangen om het verlies om te draaien. Weer even zo blij als een kind te zijn.
Verslaafd
Hoe zagen de meubels eruit? Hoe was de douche ingericht? Waar hing het zeepbakje? Hoe groot was de spiegel? En wat slingerde er verder rond? Hoe kwam Post op het idee om dat allemaal in ‘sweet memories’, dus in snoepgoed te vertalen? Tja, dat is de geniale inval van de kunstenaar. En dan zo’n idee nog tot in de perfectie doorvoeren… Enthousiast vertelt ze dat er in het gezin hartstochtelijk spelletjes werden gespeeld, dus dat er een veldje memory-kaarten op tafel ligt, is meer dan een conceptuele knipoog. Het is ook gewoon zoals het was. De kroonluchter aan het klassiek gedecoreerde plafond, het stapelbed dat ze met haar broertje deelde, de naaimachines van moeder: alles in haar ‘Hans en Grietje’-huisje is met de hand gemodelleerd en gedecoreerd met 700 kilo snoepgoed. De muren zijn bekleed met discodip, de bank met satijnzachte spekkies en het vloerkleed met zoetzure ufo’s. De (enige) spekkiesfabrikant was zo lief om zijn machines tijdelijk in te stellen op meterslange slierten en een dozijn enthousiastelingen hielp maandenlang mee om de boel op tijd af te krijgen.
Het is een vermaning om het verleden niet al te gedachteloos te vervangen door iets nieuws
Hoe sprookjesachtig het ook klinkt, er kleeft – zoals het goede kunst betaamt – wel degelijk een kritische kant aan. Onze productie-economie verslindt het verleden. We zijn verslaafd aan steeds iets nieuws. Simone Post, die in 2015 cum laude afstudeerde aan de Design Academy in Eindhoven, is nota bene opgeleid in het jachtige klimaat van telkens anders, beter, verder met vorm en materiaal. Met haar ontwerpen won ze al verschillende internationale prijzen. Haar snoephuis in Voorlinden is echter – bewust – niet houdbaar en is ook niet om op te eten. Het is een vrolijke doch ernstige vermaning om het verleden niet al te gedachteloos te vervangen door iets nieuws.
Klatergoud
Die vermaning komt ook mooi tot uitdrukking in ‘I Love New Work’. Een breed uitwaaierende expositie van recente aanwinsten met een spandoek van klatergoud als sluwe binnenkomer. De duizenden pailletten die Filip Gilissen op een lap stof naaide, zijn aan de voorkant goudkleurig en aan de achterkant gitzwart. De tekst verschijnt door sommige pailletten om te draaien. In de modewereld heet zo’n omkering van de vleug ‘changer’, en zoals directeur Suzanne Swarts demonstreert: dat doe je in dit geval met een creditcard. Zo breed zijn de letters namelijk. De reclametekst van Gilissen verschilt maar één letter met de iconische en buitengewoon effectieve slogan van New York. Een stad die symbool staat voor de onophoudelijk jacht naar succes. Gilissen past de slogan toe op de kunstwereld met zijn niet te stuiten vernieuwingsdrang en van die valkuil is Voorlinden zich heus wel bewust. Maar wat kun je eraan doen als je relevant wilt blijven? Meer dan een ironische knipoog zit er niet in.
De immer uitdijende collectie toont zoals gebruikelijk dat de kunst alle kanten uit stuitert. Het gevaar is reëel dat het museum een attractiepark voor cultuurshoppers wordt. Bij wijze van tegenwicht had Voorlinden heel andere plannen, namelijk een enorme solo van Daniel Buren. De man die sinds jaar dag publiek ruimtes transformeert met een streepmotief dat vroeger vaak op markiezen (zonwering) werd gebruikt. Stel je voor dat half Voorlinden tijdelijk wordt doorgestreept. “We waren al een heel eind op dreef,” zegt Swarts, “maar de ambities waren te groot. Daarom is tentoonstelling van Daniel Buren tot nader order uitgesteld.”
Berghut
En zo had Museum Voorlinden opeens ruimte om de indrukwekkende ‘berghut’ van Stéphane Tidet uit het depot te halen. Wandelaars en bergbeklimmers zoeken er onderdak bij nacht en ontij, maar in deze hut komt het water met bakken tegelijk naar beneden. Je kunt maar beter buiten blijven. Dat de kunstenaar een grimmig beeld schept van de klimaatverandering in de Alpen behoeft geen betoog. De titel ‘Le Réfuge’ – oftewel de toevlucht – druipt van de ironie. Het mooie is dat het snoephuis van Simone Post er nog meer gewicht door krijgt.
Simone Post, ‘Sweet Memories’ en Stéphane Tidet, ‘Le Réfuge’, tot en met zondag 31 augustus; ‘I Love New Work’, tot en met zondag 7 september, museum Voorlinden. Meer informatie: www.voorlinden.nl
De redactie biedt u dit verhaal gratis aan. Meer Haagse verhalen? Neem een (proef)abonnement op weekkrant Den Haag Centraal. Elke donderdag in de bus. De krant is ook verkrijgbaar bij onze verkooppunten.