Vluchtige herinnering aan Haagse Dierentuin
Olifant Betsy is de ster van de tentoonstelling.
Door Casper Postmaa
Op de hoek van de Zuid-Hollandlaan en de Koningskade was vroeger alles anders. Zonder nu te beweren dat het betere tijden waren, zag die plek er toch in elk geval mooier uit. Van 1863 tot 1968 huisde er de Haagse Dierentuin, het hele repertoire dat een ouderwets uitje aantrekkelijk maakte, was er aanwezig. Een terras, een speeltuin, kassen met exotische planten en natuurlijk het beestenspul: olifanten, leeuwen, apen, tijgers, beren, wolven, lama’s en zelfs een zeehondenshow. Maar het middelpunt van deze stadsoase was het zogeheten Moors Paleis, het door architect Herman Wesstra jr. ontworpen hoofdgebouw dat door zijn mystieke, oosterse silhouet al snel een plek in de harten van de Hagenaars veroverde, temeer daar er altijd wat te beleven viel. Van bokswedstrijden, dansfeesten, toneelstukken, films en autoshows tot politieke bijeenkomsten. De Pasar Malam Besar beleefde in 1959 zijn première in de Haagse Dierentuin.
Bekend is de anekdote van Simon Carmiggelt. De bekende columnist werkte voor de oorlog als jong verslaggever bij het socialistische Vooruit, de Haagse editie van Het Volk. In die rol moest hij ook vergaderingen bezoeken die de NSB in de dierentuin hield. En elke keer moest hij de toorn van Anton Mussert of een van zijn volgelingen ondergaan als deze tekeer ging tegen de socialistische pers. Daarbij keek en wees de spreker steeds woedend naar Carmiggelt, die in die dagen nog rood haar had.
De provincie Zuid-Holland, waarvoor de dierentuin in de jaren zestig van de vorige eeuw moest wijken, heeft in haar gebouw een tentoonstelling aan de historie van dit Haagse instituut gewijd, dat zijn bestaan begon als het Zoölogisch Botanisch Genootschap. De expositie geeft een beknopt overzicht van dat kleurrijke verleden. Er hangen foto’s en enkele affiches, die zijn aangevuld met naar dieren of de dierentuin verwijzende kunstwerken uit de omvangrijke collectie van de provincie. Er zijn werken te zien van onder anderen Sees Vlag, Franz Weickmann, Jan Snoeck, Ilja Walraven en René van Tol.
Betsy
Olifant Betsy is de ster van de tentoonstelling en dat is terecht, want veel bezoekers kwamen voor haar. Het is de vraag of zij wisten dat in de loop der jaren de ene Betsy de andere opvolgde; de laatste was nummer vier. Het aardigst zijn de filmpjes waarop een wereld zichtbaar is die vrijwel geheel is verjaagd. Een prachtige uitspanning waar dagjesmensen op ijzeren stoeltjes met houten plankjes zich vermaken met limonade, zon en beesten.
Al met al is het interessant wat de provincie laat zien, maar er is wel heel veel meer te vertellen. Bijvoorbeeld dat er in 1968 een grote protestactie is gehouden door de Haagse bevolking om het Moors Paleis te behouden. Het was de eerste keer na de oorlog dat zoiets gebeurde. Van de dierentuin zelf was toen weinig meer over, twee beren en wat apen. Dat het sombere, monotone provinciehuis van architect F.J.P. Peutz al snel in publieke ongenade viel, maakte het verlies van Wesstra’s sprookje alleen maar pijnlijker.
Wie meer wil weten over de rol die de dierentuin de afgelopen 150 jaar in de Haagse geschiedenis speelde, kan behalve in het Gemeentearchief ook terecht bij krantensite delpher.nl, waar talloze hits aantonen hoe belangrijk de dierentuin voor de stad was. Daarnaast was het extra opwindend als je er vlakbij woonde. Een bloedstollende ontsnapping van een tijger deed zich niet voor, maar wel zette in 1941 een groepje mantelbavianen ’s nachts de buurt na een spectaculaire uitbraak op stelten.
Toen een bendelid in een aangrenzende straat door een bovenlicht zakte, dacht de politie eindelijk te kunnen toeslaan, maar ook die poging mislukte. De volgende dag keerde de rust weer toen de zes vrijbuiters zich ’s morgens doodgemoedereerd bij hun eigen hok voor het ontbijt meldden. Eigenlijk is de Haagse Dierentuin een grote expositie waard.
‘Bezoek de Haagsche Dierentuin’, t/m 31 maart van 10.00 tot 16.00 uur, provinciehuis. Meer informatie: www.zuid-holland.nl
Betsy in de Haagse Dierentuin. | Foto: Collectie Haags Gemeentearchief
Wilt u meer lezen? Neem dan een abonnement op DHC.