Altijd op jacht naar haring

De beste maatjes’ in Muzee Scheveningen

Door

Door Danny Verbaan

Het is een wetenswaardigheidje waarvan zelfs de grootste haringliefhebber verbaasd zal opkijken: de populaire vissoort leeft met miljoenen soortgenoten in scholen die een hoogte van wel honderd meter kunnen bereiken en soms zelfs kilometers lang zijn. Muzee Scheveningen vertelt dit in de tentoonstelling die eerder deze maand is geopend.

In het museum aan de Neptunusstraat valt ook te lezen dat een haring één kilo zwaar is en wel tweeëntwintig jaar oud kan worden. De oorzaak dat slechts een beperkt aantal haringen die leeftijd haalt, vormt tevens het hoofdonderwerp van de expositie. Die gaat over de haringvisserij en de belangrijke rol die Scheveningen hierin van oudsher vervult. Dat was goed te zien. Tot in de jaren zestig van de vorige eeuw lagen de kades in het havengebied vol tonnen. Er heerste een enorme bedrijvigheid.

De vloot telde meer dan honderd schepen. Die bedienden zich aanvankelijk van zogeheten vleetnetten, die als een gordijn in zee hingen. Het was een relatief duurzame methode, want alleen de volwassen haring zwom zich vast in de mazen. De ondermaatse kleintjes schoten er ongehinderd tussendoor en ontsnapten de dans. Daarentegen zette elk schip een net uit met een totale lengte van drie kilometer of meer.

Volwassen

In 1969 hield de laatste vleetlogger het voor gezien. De veel modernere en efficiëntere hektrawlers hadden toen allang hun intrede gedaan. Zij slepen hun netten door de zee en verschalken alles wat voorbijkomt. ‘De netopening van een trawl kan wel vijfendertig meter hoog en honderd meter breed zijn,’ valt te lezen op de tentoonstelling ‘Haring en Scheveningen: de beste maatjes!’

Er is veel te zien en er wordt veel verteld. Zo mag lang niet elke haring zich een maatje of een Hollandse Nieuwe noemen. Voor dit predicaat moet hij volwassen zijn en lekker vet.

Bovendien is het zaak dat na het vangen de kieuwen en ingewanden worden verwijderd, maar dat de alvleesklier blijft zitten. De enzymen die dit orgaan produceert, laten het visvlees rijpen en dragen bij aan de specifieke smaak. Net als trouwens het zout. Het werd aan boord toegevoegd in een zogeheten warbak. Met de ‘warleutel’ mengden de vissers het met de zojuist gekaakte haringen.

De expositie besteedt ook aandacht aan Scheveningen Radio, die de gesprekken tot stand bracht tussen de mannen op zee en het thuisfront dat op vaste tijden aan de radio gekluisterd zat. Er zijn ook gebruiksvoorwerpen te zien, er wordt een video vertoond en er ligt een pet met daarin enkele kant-en-klare shagjes. Vissers draaiden die voordat ze aan de slag gingen; aan dek bij het binnenhalen van de netten was daar geen gelegenheid meer voor of waaide het te hard.

Het meest intrigerend is het potje ventielslangetjes. Het blijkt de beruchte haringworm te zijn, een parasiet die de maag- of darmwand kan beschadigen. Muzee mocht dit goed geconserveerde partijtje lenen van Naturalis. Dit museum wist erbij te vermelden dat deze haringwormen in 1970 zijn aangetroffen in de maag van een bruinvis. Twee jaar eerder werd in Nederland de regel van kracht die korte metten maakt met de wormpjes: de haring moet ten minste een etmaal diepgevroren zijn.

Wereldwijd

De haringvisserij was eeuwenlang de kurk waar Scheveningen op dreef. Het is nauwelijks meer voor te stellen, hoewel de rederijen Jaczon en Van der Zwan nog altijd tot de grootste van ons land behoren. Hun varende vis- en vriesfabrieken beperken zich allang niet meer tot haring en zijn wereldwijd actief.

Door dit soort ontwikkelingen is ook het leven aan boord veranderd. Voorheen was het een armoedig bestaan. De vissers zaten wekenlang op zee, kenden geen of nauwelijks sanitaire voorzieningen, aten doorgaans rijst, bonen en vis, maakten lange dagen en trotseerden weer en wind. De verdrinkingsdood lag altijd op de loer. Juist deze schaduwzijde van alle haringtriomfen blijft onderbelicht. Elders in Muzee komt dit aspect gelukkig wél uitgebreid aan de orde. Bovendien kan de bezoeker altijd een van de suppoosten aanklampen. De meesten, zo niet allen, zijn zelf visser geweest. Zonder uitzondering zijn het verhalenvertellers die hun herinneringen graag delen met het museumpubliek. Dat maakt Muzee nóg leuker en interessanter.

‘Haring en Scheveningen: de beste maatjes!’, t/m 15 april 2018, Muzee Scheveningen. Meer informatie: www.muzee.nl
 
Wilt u een abonnement op DHC? Klik dan hier.
 
| Foto: Collectie Haags Gemeentearchief

 

Standaardportret
Bekijk meer van