‘Anak Indië’: film over de vergeten geschiedenis van Indo’s
Met de film ‘Anak Indië’ probeert documentairemaker Hetty Naaijkens-Retel Helmrich een leemte te vullen in het Indische filmlandschap. “Ik besefte dat ik een hele cultuur misliep.”
De documentaire ‘Anak Indië’, die vanaf 26 juni is te zien in de bioscoop, begint met een fragment uit het quizprogramma ‘De Slimste Mens’. Aan drie Nederlanders wordt gevraagd wat zij weten over Indo’s en of zij vier woorden kunnen noemen die zij met deze bevolkingsgroep associëren. De deelnemers antwoorden met onder andere ‘India’, ‘babi pangpang’ en ‘roti’. Geen van deze antwoorden verschijnt op het scorebord.
Vervolgens draait de camera naar de stoel waar normaliter medepresentator Maarten van Rossem zit, maar dit keer zit is het Adriaan van Dis die de antwoorden becommentarieerd. Volgens hem heeft het gebrek aan kennis over de Indische cultuur te maken met het Nederlandse onderwijssysteem. “Wij zijn heel goed in het niet-weten van akelige dingen,” zegt Van Dis. “Ons koloniale verleden en slavernijverleden spelen nauwelijks een rol in onze geschiedenislessen. Aan de slavernij worden twaalf regels gewijd. En dat we ooit een kolonie bezaten met bijna 18.000 eilanden, genaamd Nederlands-Indië, willen we niet weten, terwijl er meerdere straten naar zijn vernoemd.”
Weinig Nederlanders weten waar Indo’s vandaan komen en wat de Indische cultuur inhoudt
De juiste antwoorden op de door regisseur Hetty Naaijkens-Retel Helmrich verzonnen vragen zijn: ‘Nederlands-Indië’, ‘Indische Nederlanders’, ‘rijsttafel’ en natuurlijk ‘Den Haag’ – of ‘de weduwe van Indië’, zoals presentator Philip Freriks de stad noemt. Met de scène wil de regisseur laten zien hoe weinig Nederlanders weten van de Indische cultuur. “De acteurs spelen het briljant onnozel, want weinig Nederlanders weten waar Indo’s vandaan komen en wat de Indische cultuur inhoudt,” vertelt Naaijkens. “Ik droeg de acteurs niet eens op om deze antwoorden te geven, daar kwamen ze zelf mee.”
Vierdaagse
De regisseur maakte ‘Anak Indië’ voor de derde en vierde generatie Indo’s, die van hun ouders niet veel van de Indische cultuur hebben meegekregen. Het is een uitgebreide geschiedenisles, verteld door bekende en onbekende Indische Nederlanders. De film bevat interviews, animaties en geacteerde scènes, zoals het ‘Slimste Mens’-fragment. In twee uur behandelt de documentaire zoveel mogelijk aspecten van de Indische cultuur: de oosterse mystiek, de nationale sport en de muziek. Er wordt zelfs verteld over de oorsprong van de Nijmeegse Vierdaagse. Het Koninklijk Nederlandsch-Indisch Leger patrouilleerde regelmatig en gewone burgers begonnen de soldaten te volgen. Uiteindelijk werd die traditie overgenomen door de koloniale kazerne in Nijmegen, waaruit de Vierdaagse ontstond.
Toen ik op m’n negentiende terugkeerde naar Indonesië besefte ik dat ik een hele cultuur misliep
De film is het slotstuk van een vierdelige documentaireserie waarmee Naaijkens in 2008 begon. Met de serie probeert de filmmaker een leemte te vullen. “Die tussenlaag, die tot stand is gekomen door de relaties tussen Nederlanders en de inheemse bevolking van Indonesië, is compleet vergeten,” vertelt Naaijkens. “Toen er een Indisch filmfestival in Amsterdam werd opgetuigd, kwamen de programmamakers erachter dat er bijna geen Indische films waren. Het Indische filmlandschap beperkt zich tot de film ‘My Blue Heaven’ van Ronald Beer en een documentaire die Marion Bloem jaren geleden heeft gemaakt.”
Twee culturen
Het gevoel dat veel Indo’s ervaren – opgroeien tussen twee culturen – heeft Naaijkens voor het eerst kunnen verwerken in deze film, vertelt ze. “Pianiste Mariëtte Hehakaya beschrijft hetzelfde gevoel. Dat ze zich de hele tijd tot twee werelden moest verhouden. Dat ervoer ik ook toen ik op m’n negentiende terugkeerde naar Indonesië. Toen besefte ik dat ik een hele cultuur misliep.”
Volgens de regisseur werd er jarenlang niet over het verleden gesproken, omdat voorgaande generaties zwaar getraumatiseerd waren. “Bijna al onze voorouders hebben in concentratiekampen gezeten. Daarna werden zij door Soekarno naar Nederland gestuurd. Ze moesten zich steeds aanpassen aan de Nederlandse cultuur. Op archiefmateriaal in deze film zie je zelfs dat ik haring en patat aan het eten ben,” lacht Naaijkens. “Tussen het constant aanpassen door was er weinig ruimte om persoonlijke verhalen te vertellen.”
‘Anak Indië’ van Hetty Naaijkens-Retel Helmrich draait vanaf donderdag 26 juni in 53 bioscopen in heel Nederland. In Den Haag is de film te zien bij het Filmhuis. Daar wordt de filmmaker op vrijdag 4 juli na afloop van de vertoning geïnterviewd. Meer informatie.