Terug naar de krokodil onder je bed

Morgan Betz in Gemeentemuseum

Door

Door Hendrik van Leeuwen

Er staat weer een sculptuur in de vijver van het Haags Gemeentemuseum. Een stratenmaker ziet meteen dat het gevaarte is gemaakt van rioolbuis en dat de vijver in luttele minuten zou leeglopen als deze buis was aangesloten op de gemeentelijke hemelwaterafvoer. Maar het object van Morgan Betz staat daar alleen maar roze en kruisvormig te zijn. Volgens de maker kun je er menselijke symboliek in zien. En waar doet zo’n bovenmaatse figuur die met gespreide armen op het water staat aan denken? Juist. Maar wellicht ziet u er iets heel anders in.

Morgan Betz (1974) is een slimme jongen. Met zijn kinderlijke vormentaal geeft hij het eerste zetje en de rest vult de kijker zelf maar in. Of niet natuurlijk, maar vrolijke kleuren zijn van nature attractief en zoals een bij op een bloem afkomt, zo fladdert de bezoeker wel even rond het werk van Betz. Het Gemeentemuseum, dat hem zijn eerste museale solo gunt, gaf hem vrij spel in de projectenzaal. Daar hangen twaalf van zijn doeken als een doorlopende voorstelling naast elkaar. Het begint met een kolossale knuist met opgestoken duim en eindigt bij een volle maan boven zwarte gebouwen. Of is het de zon die op een grijze dag boven de stad patrouilleert? Zoals gezegd, de vormen zijn zo simpel dat je er meer dan één kant mee uit kunt. Sommige schrijvers van de catalogus herkennen in zijn opgestoken duim een Facebook-like, want is dat niet hét signaal van deze tijd? Maar iemand als schrijfster/kunstenares Charlotte Mutsaers ziet er vast een vrolijk haasje in. Met warme oortjes.

Oppervlakkig?

Hoe leuk ook, maar is dit spelletje ‘ik-zie-ik-zie-wat-jij-niet-ziet’ niet tamelijk oppervlakkig? En zo ja, hoe erg is dat? Want diezelfde vraag stellen we ook niet bij de vrolijke knipsels van Matisse. De grote Franse vernieuwer van de schilderkunst maakte zijn knipsels als oude man, toen hij al aan bed gekluisterd was: als slotsom op het leven dus. Ze zijn wereldberoemd en onwillekeurig pikt Morgan Betz iets van die roem mee, maar hij benadrukt dat er ook een duistere kant aan zijn werk zit. Wanneer zie je een nachtelijke regenboog? Is dat een bloem of een explosie? En staan we daar opeens te gluren naar seks? Zoals een insect in de val wordt gelokt door een vleesetende plant, zo lokt Betz ons terug naar de krokodil onder je bed en andere onzekerheden uit de kindertijd.

Morgan Betz groeide op in twee landen tegelijk. In New York waar zijn vader vandaan komt en in Amsterdam bij zijn moeder. Door de liefde gedreven verbleef hij ook langere periodes in Japan, nu is hij thuis in Berlijn en Amsterdam. “Ik weet echt niet of ik een Nederlander ben of een Amerikaan,”zegt hij. “Het identiteitsgedoe interesseert me niet. Japan heeft net zo goed bijgedragen aan mijn vorming. In mijn werk herken ik sporen van Hokusai – de klassieke houtsnede – en van hedendaagse popcultuur. Strips en advertenties zijn dominant aanwezig in Japan, wat daar in de kunst tot de ‘super flat’-stijl heeft geleid. Maar elke vergelijking met Matisse is natuurlijk ook fantastisch.”

‘Ongeduldig’

Hoewel de doeken van Betz op schilderijen lijken, zijn ze dat strikt genomen niet. De kleuren zijn indirect, met stukken karton, op het canvas gedrukt. “Ik was gefascineerd door Hokusai,” zegt hij, “maar zijn druktechniek bleek erg tijdrovend te zijn en ik ben een beetje ongeduldig. Daarom heb ik een eigen techniek ontwikkeld.” Hij weerstaat de neiging om zijn doeken aan te raken, maar je ziet hem nagenieten van alle oneffenheden die bij het proces horen. Hij wil het eenmalige karakter van de ‘monoprint’ intact houden en retoucheert nauwelijks. Dat hij zich in goed vaderlands gezelschap bevindt met Werkman, de Groningse verzetsdrukker en boegbeeld van De Ploeg, klinkt vast minder interessant, maar in feite is de verwantschap met Werkman groter dan die met Hokusai.

Betz had een flinke aanloop nodig getuige het eerdere en nogal zoekende schilderwerk in de catalogus, maar met zijn platte monoprints (en een paar geestige objecten) is hij wel op een radicale vorm van vereenvoudiging gestuit. De vraag is of hij het zelf vertrouwt. De titel van de expositie ‘Flies on Milk, Green Eggs & Ham’ verwijst allereerst naar een zwaarmoedig gedicht van François Villon en vervolgens naar een komisch kinderboek van Dr. Seuss. Beiden stellen ontregelende vragen. Wie kent zichzelf? Wie begrijpt wat een ander bedoelt? Het zijn vragen van alle tijden, maar geldt dat ook voor een nachtelijke regenboog of een roze rioolkruis? De zware bespiegelingen die er in de catalogus om Morgan Betz worden geweven, lijken strijdig met de lichtvoetige aard van zijn werk.

Morgan Betz, ‘Flies on Milk, Green Eggs & Ham’, t/m 3 juni, Gemeentemuseum. Meer informatie: www.gemeentemuseum.nl

Wilt u meer lezen? Neem dan een abonnement op DHC.

Standaardportret
Bekijk meer van