Onderzoek hitte – Lekker warm in de winter, oven in de zomer
Bijna 400.000 Hagenaars wonen in een huis waarin het in de zomer te warm kan worden. Dat er massaal wordt geïsoleerd, helpt niet mee. “De airco zijn ze vergeten.”
Het is op een vrijdag in juni niet zo warm meer als een paar dagen eerder. Maar het Zonneoord in Bouwlust doet zijn naam eer aan. De flatblokken van rond 1960 staan er strak in het gelid én vol in de zon. De woningen zijn licht door het vele glas, maar ook warm. De trappenhuizen zijn in dit jaargetijde verticale, lastig te ventileren kassen.
Marisol Henrietta (32) doet open met haar 2-jarige zoontje op de arm. “Ik woon hier prima, maar het is wel warm. Aan de zijde van de woonkamer loopt de temperatuur in de zomer snel op tot zo’n 28 graden Celsius. Dan vlucht ik naar de achterkant. Daar is het koeler.” Henrietta is geboren op Curaçao. “Daarom zeggen de buren: jíj kunt daar tegen, want je bent het gewend. Maar dat is niet zo. Op de Antillen waait het altijd. Dat geeft verkoeling. Hier is het anders.”
85-plussers kwetsbaar
Er zijn in heel Nederland miljoenen huizen zoals die van Marisol Henrietta. Huizen dus met een grote kans op hitte en hittestress voor de bewoners. Dat blijkt uit onderzoek van journalistiek platform Investico en een aantal media, waaronder Den Haag Centraal. In Den Haag gaat het om 378.000 van de 562.800 inwoners die in een huis wonen met hitterisico; dat is 67,3 procent van alle inwoners. Hiervan zijn 6300 mensen ouder dan 85 jaar, zij zijn dus extra kwetsbaar bij hoge temperaturen. De andere grote steden scoren verglijkbare percentages. In heel Nederland wonen 9.719.400 mensen in een huis met een hoog hitterisico, meer dan de helft van de totale bevolking.
Er is mogelijk wel wat af te dingen op deze cijfers, want ze zijn gebaseerd op dataonderzoek en niet op fysieke inspectie; dat zou ook niet kunnen. Sinds 1 januari 2021 wordt tegelijk met het aanvragen van een energielabel ook het risico op temperatuuroverschrijding berekend: de TO-juli. Dat risico wordt samengevat in één getal. Hoe hoger het getal, hoe hoger het risico op een te heet huis. Voor nieuwbouw geldt er ook echt een norm: als de TO-juli hoger is dan 1,2, mag een huis niet worden opgeleverd. Dan moeten de ramen bijvoorbeeld op een andere plek, moet er zonwering worden aangebracht of moet er een airco worden geïnstalleerd.
Dat risicogetal is de uitkomst van een ingewikkelde rekensom, zo maar omzetten naar graden kan niet. Maar wat enig houvast geeft, is de norm uit de huurprijswetgeving dat het in een huis niet meer dan 300 uur per jaar boven de 26,5 graden mag zijn. Is het meer, dan geldt dat als ‘gebrek’.
Goed geïsoleerd
Het Zonneoord springt eruit als een van de plekken in Den Haag met heel veel te hete huizen. Het opvallende is dat veel van dergelijke huizen een hoog energielabel hebben, A, en dus goed zijn geïsoleerd. Een adres dat in de data extreem slecht scoort, bevindt zich in De Bras in Ypenburg. Label A+++, maar een extreme kans op temperatuuroverschrijding. Het bijbehorende cijfer is 18,7, terwijl 1,2 dus de grens is.
Aan en rond het Zonneoord is bouwbedrijf Constructif in opdracht van eigenaar Hof Wonen, voorheen Vestia, bezig met een ingrijpende renovatie van de 264 flatwoningen uit de wederopbouwperiode. Tussen de flatblokken galmt hier het geraas van bouwmaterieel, daar het geklop van stratenmakers. Complete gevels worden vervangen door goed geïsoleerde panelen met vensters van dubbelglas: energielabel A en HR+++-glas. “Bij mij is dat ook gedaan,” zegt Marisol Henrietta. “Het is mooi geworden. Maar tegelijk is het ook warmer. In de winter is het prima, maar in de zomer zijn deze flats een oven.”
Hof Wonen erkent dat er een probleem is. Woordvoerder Yasmijn van Lierop: “We zijn onze woningen aan de Oorden aan het verduurzamen. We verbeteren onder andere de isolatie en ventilatie. Goede isolatie zorgt er in de winter voor dat de woning warm blijft en er minder gestookt hoeft te worden. Op warme dagen worden ramen en deuren vaak geopend om het huis te luchten. Door te luchten en de warme lucht in de woning te laten, warmt het huis op. Door de goede isolatie blijft deze warmte in huis hangen.”
Interactieve kaart warmterisico Zuid-Holland
Corporatie Staedion, nu de grootste van Den Haag, zegt de afgelopen jaren vijf of zes klachten te hebben binnengekregen over te grote hitte in woningen. De problemen met vocht en tocht zijn vele malen groter. Volgens technisch vastgoedmanager Fattah Kabbaj wordt er tegenwoordig bij grote renovatieprojecten wel gekeken naar hittestress. Staedion heeft zichzelf een soort norm gesteld: “Het is goed als het minder dan 450 uur per jaar warmer wordt dan 27 graden. Maar tussen de 450 en 1000 uur is ook nog acceptabel. Matig is boven de 1000 uur en slecht als het boven de 2000 uur komt. Bij renovaties willen we onder de 450 uur blijven.” Dat is dus heel wat soepeler (en warmer) dan de normen uit de huurprijswetgeving.
“We zijn druk aan het isoleren, maar er is te weinig focus op ventilatie en zonwering,” zegt Tjerron Boxem van de Rotterdamse corporatie Havensteder. Hier wordt het hitteprobleem sinds vorig jaar actief in kaart gebracht. Maar dat is uitzonderlijk. Slechts een vijfde van de corporaties heeft beleid voor hittestress, inventariseerde De Groene Huisvesters, een groep corporatiebestuurders die zich bezighoudt met verduurzaming. Staedion en Hof Wonen zijn geen lid van deze groep, Haag Wonen wel.
Meer tropische dagen
Opvallend is dat ondanks de klimaatverandering het probleem van de hete huizen dus nog niet echt op de kaart staat. Onbedoeld is juist het tegenovergestelde het geval. Door de grote nadruk die wordt gelegd op het isoleren van huizen en het aanbrengen van dubbelglas, neemt het hitteprobleem juist toe. Van dat soort maatregelen profiteren de bewoners vooral in de koudere seizoenen. In de zomer draagt de verduurzaming bij aan het ongewenst oplopen van de temperatuur in huis. Landelijk heeft bijna 40 procent van de te hete huizen en energielabel A of hoger.
Er is te weinig focus op ventilatie en zonwering
Hittestress heeft een marketingprobleem, constateert Madeleen Helmer, expert klimaatadaptatie. Eerder pleitte zij al voor de aanstelling van een nationaal ‘hitteregisseur’. “Als je mensen vraagt wat de drie grootste natuurrampen in Nederland zijn sinds de Tweede Wereldoorlog, dan kunnen ze de Watersnoodramp nog wel noemen. Dat twee hittegolven ook in de top drie staan, weet bijna niemand.” Bij de hittegolven van 2003 en 2006 overleden in Nederland respectievelijk 1400 en meer dan 1000 mensen.
“Als je het in Nederland over de gevolgen van klimaatverandering hebt, gaat het alleen maar over water, water, water,” vervolgt Helmer. “Duizenden mensen werken aan waterveiligheid. Dat is ook heel belangrijk, maar er is maar een kleine club mensen die zich met hitte bezighoudt.”
Hitte-eilanden
Eerder waren er al onderzoeken naar ‘hitte-eilanden’, die gingen over de buitentemperatuur. Daaruit kwamen de versteende delen van Den Haag, bijvoorbeeld de Rivierenbuurt, als tropisch uit de bus. Gekoppeld aan de gegevens van het nieuwe onderzoek naar de situatie in de huizen, blijken delen van Den Haag dus in vele opzichten ongezond benauwd te zijn.
De gemeente erkent dat. Zo bevat het in april met talloze betrokken organisaties en bedrijven gesloten Haags Klimaatakkoord de verontrustende verwachting dat Nederland in 2050 zestig tropische dagen per jaar zal kennen. Nu zijn dat er gemiddeld twee tot vier. Toch komt het woord ‘hittestress’ in de 43 pagina’s tellende en met 38 deals opgetuigde overeenkomst maar vier keer voor. Verduurzamen betekent ook hier vooral warmer maken. De enige verkoelende maatregel die wordt voorgesteld is vergroening: meer bomen en meer groene daken.
Hoogleraar geriatrie Marcel Olde Rikkert van de Radboud Universiteit pleit voor het hittebestendig maken van in elk geval de woningen van ouderen, zeker nu die steeds langer thuis blijven wonen. Ook moet de risicogroep zo snel mogelijk in kaart worden gebracht, zodat artsen en hulpdiensten weten waar ze moeten zijn bij een hittegolf. “Je kunt de hittegolven zo terugzien in de statistieken van oversterfte van het CBS. Vorig jaar overleden er tussen april en juni zo’n 1350 mensen meer dan verwacht in zorginstellingen voor gehandicapten en ouderen. Die sterfgevallen vonden vooral plaats in juni, de warmste ooit gemeten in Nederland. Als het warmer wordt dan 21 graden, zie je al dat het aantal ouderen dat op de eerste hulp belandt toeneemt.”
Airco is No-go
Aan het Zonneoord houdt Marisol Henrietta de moed erin. Ze gaat even naar buiten met haar zoontje. In de groenstroken van de Oorden staan speeltoestellen. “Goed uit te houden zo, hoor. Maar als het echt warm wordt… Ze zijn bij de renovatie vergeten airco te installeren.”
Maar dat is een ‘no-go’ in corporatieland, want het omgedraaide van duurzaam. “We mikken vooral op groene buurten,” zegt Van Lierop van Hof Wonen. “Groen zorgt voor koelte. Daarom pakken we samen met bewoners ook de binnentuinen aan en planten we er veel extra bomen.” Ook Staedion zoekt het in preventie. Kabbaj: “We kunnen goed isoleren, om warmte binnen te houden. Maar naar buiten brengen kost heel veel energie en dat moeten we niet willen.”
Eén ding is duidelijk: hitte moet veel nadrukkelijker op de kaart. Madeleen Helmer vat het nog eens samen. “Overstromingen zijn spectaculair. Iedereen herinnert zich de beelden uit Limburg van een paar jaar geleden. Maar tijdens een hittegolf sterven kwetsbare mensen in hun huis, zitten ouderen binnen met de gordijnen dicht. En op het nieuws zie je beelden van spelende kinderen op het strand.”
Over dit artikel
De data zijn afkomstig van de openbare Energielabel-registratiedatabase van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland. Voor dit onderzoek is het databestand van 1 mei 2024 gebruikt. Die gegevens zijn door databureau Explica gecorrigeerd en gekoppeld aan data over de gehele huizenmarkt om zo een schatting te maken over het totale aantal mensen dat in een huis woont met een hitterisico en om de percentages risicogroepen (ouderen) te bepalen. De volledige onderzoeksverantwoording is hier te vinden.
Investico werkte voor dit onderzoek samen met De Groene Amsterdammer, Trouw, EenVandaag, De Gelderlander, Tubantia, De Stentor, Leidsch Dagblad, Noordhollands Dagblad, Den Haag Centraal, Vers Beton en de Onderzoeksredactie Brabant.