Indofoodtour: rondje smullen van lemper en klappertaart

Tijdens de ‘Indofoodtour’ proeven deelnemers Indonesisch en Indisch eten en leren ze over beide (eet)culturen. “Ik weet niet hoe mijn oma kookte, maar het moet ongeveer zo gesmaakt hebben.”

Door

“Proost!” Nadat Senzy Leonore (40) bekertjes met een bruingeel goedje heeft uitgedeeld, zet ze er zelf een aan haar lippen. Ze drinkt jamu, een kruidige, van oorsprong Javaanse drank op basis van gember en geelwortel. “Heel gezond,” weet Leonore. “Het geeft een energieboost en is goed voor de spijsvertering.” Dat is geen overbodige luxe, gezien het programma van de Indofoodtour op deze zonnige zaterdagmiddag. Deelnemers aan deze tour bezoeken een viertal Indische en Indonesische restaurants in Den Haag. Uiteraard om te proeven van allerlei lekkernijen, maar ook om te leren over beide eetculturen. “We willen via lekker eten Indische, Indonesische en Nederlandse mensen aan elkaar verbinden,” legt Leonore uit. “Plus een stukje duidelijkheid geven over Indisch en Indonesisch.”

In het kort: de Indische keuken ontstond in de tijd van Nederlands-Indië en ontwikkelde zich door sinds de Indonesische onafhankelijkheid, toen veel Indische mensen naar Nederland kwamen. De Indonesische keuken betreft zowel oorspronkelijke gerechten uit de streekkeukens van de verschillende eilanden en regio’s als de hedendaagse versies daarvan.

Doorzichtig deeg

Vandaag begint het eetfestijn bij The Martabak House, in de foodhall naast het Centraal Station. Specialiteit van dit bekende familiebedrijf, dat na jaren een kraam gehad te hebben op de Tong Tong Fair vorig jaar deze vaste locatie betrok, is martabak. Dit deegpakketje wordt gevuld met geklutste eieren, prei en soms andere groenten. De zoete variant bestaat uit een wat dikker, sponzig deeg en komt hier met chocolade en hazelnootjes.

 

Kwee lapis is een verre neef van de spekkoek
Marc Tierolf, mede-eigenaar Julia Indo Sweets & Treats

 

Na het proeven geeft een van de koks een demonstratie. Eerst wentelt hij het doorzichtige, dunne deeg door zijn handen, waarna het op een rijk geoliede bakplaat gaat. Daarna gaan de eieren erin en vouwt hij met een spatel het deeg vanuit vier hoeken dicht, met als een resultaat een soort envelopje. Dat blijft een paar minuten doorbakken in de olie, waardoor de onderkant knapperig wordt.

Klappertaart

Op de fiets vervolgen we de tocht naar Julia Indo Sweets & Treats in de Weimarstraat, waar de knapperige pangsit, frikadel lombok, klappertaart en kwee lapis al klaarstaan. Die laatste snack komt in drie smaken: pandan, kokos en de tropische vrucht doerian. Kwee lapis is ‘een verre neef van de spekkoek’, aldus mede-eigenaar Marc Tierolf over de wiebelende zoetigheid.

 

Ik weet niet hoe mijn oma kookte, maar het moet ongeveer zo gesmaakt hebben
Senzy Leonore, gids

 

De proeverij blijft niet onopgemerkt. Een oudere heer die boodschappen doet, luistert glimlachend naar de uitleg en merkt op: “Dit is wereldberoemd in Den Haag.” Twee jongedames die een lemper komen eten, slaken bij binnenkomst kreten van verrukking. “Oe, is dat klappertaart?” Dankbaar eten ze het laatste stukje van de smeuïge broodpudding, die verrijkt is met kokos en in rum geweekte krenten.

Celimpungan

De broekriem begint al aardig te knellen, maar er staan nog twee adressen op het programma. Eerst Praboemoelih aan het Spui, het naar verluidt enige Haagse restaurant dat celimpungan op het menu heeft. Dat zijn handgemaakte visballetjes (hier van kabeljauw en kingfish) gepureerd en gemengd met tapiocameel. Ze baden in een aromatische soep met onder meer geelwortel (koenjit in het Indonesisch), gember en kokosmelk. “Ik weet niet hoe mijn oma kookte, maar het moet ongeveer zo gesmaakt hebben,” zegt gids Leonore. Na de celimpungan volgen knapperige baksels van tempé met erbij stroperige sojasaus en toe de onvermijdelijke maar welkome verfrissende cendol.

De afsluiter is De Vegetarische Toko in de Prins Hendrikstraat, waar moeder Ina Pardede en zoon Max van Rossem vegetarische (overwegend plantaardige) Indische gerechten koken. Op de rijkgevulde borden die Van Rossem op tafel zet, komen alle klassiekers voorbij, maar dan zonder vlees. Bij een zacht stukje spekkoek toe komt hij even informeren of het gesmaakt heeft en vertelt hij hoe mensen reageren op de vegetarische varianten van hun geliefde gerechten. “Valt het mee?” Hij lacht. “Je moet altijd erna pas zeggen dat het vegetarisch is.”

Meer informatie.

De redactie biedt u dit verhaal gratis aan. Meer Haagse verhalen? Neem een (proef)abonnement op weekkrant Den Haag Centraal. Elke donderdag in de bus. De krant is ook verkrijgbaar bij onze verkooppunten.

Standaardportret
Bekijk meer van