Haagse Harry, dûh tètaunstelling in het Haags Historisch Museum
Jaap Vegter viel de eer eerder te beurt. En nu is het zover voor een andere tekenaar, wijlen Marnix Rueb: een tentoonstelling in het Haags Historisch Museum.
Anders dan bij Jaap Vegter is er bij tekenaar Marnix Rueb (1955-2014) één creatie die alles overschaduwt en dat is uiteraard Haagse Harry, het prototype van de Haagse patjepeeër. Grofgebekt, onaangepast gekleed, maar met het hart op de goede plek. Mooie prent: Harry die ter gelegenheid van het 750-jarig bestaan van Den Haag (1998) 750 keer ‘kankâh’ zegt en één keer ‘tering’. Ja, Harry houdt van zijn stad. Het Haags Historisch Museum wijdt nu een tentoonstelling aan hem.
Best wel apart, de populariteit van Harry met al zijn gekanker en vrouwonvriendelijke oprispingen. Maar Sjaak Bral, van wie teksten de expositie ‘Haagse Harry, dûh tètaunstelling’ larderen, kan het verklaren. ‘Harry is een antiheld! Zo is hij ook echt door Marnix gecreëerd. Het moest absoluut geen ‘likeable’ figuur worden. Uiteindelijk zijn mensen wel van hem gaan houden. Maar Harry zei ook intelligente dingen, op zijn manier. Daardoor voelden de Hagenezen zich serieus genomen. En tegelijkertijd is het natuurlijk ook een vorm van zelfspot.’
Naar de maan
De vele originele tekeningen die door de familie beschikbaar zijn gesteld, bieden een gevarieerd en kleurrijk overzicht van Harry’s ‘leven’. Een heel mooie prent is die waarmee Rueb reageerde op de dood van Vegter in 2003. We zien de Haagse skyline die is omgevormd tot zwarte molens. Op de voorgrond zit Harry op een ezel. Het oude paard naast hem is leeg. Hij zal nu alleen tegen de windmolens ten strijde moeten trekken. Een fraaie literaire verwijzing.
Rueb zei ooit dat hij Haagse Harry niet had bedacht, maar dat die er gewoon was
Even verderop nog een. Weer Haagse hoogbouw, totale chaos op het maaiveld, waar een jeep rijdt met burgemeester Deetman erin, plus een wethouder en Harry. ‘Onnauzel? Wè?!?’, zegt de burgervader. ‘Stad naah de maan’ heet de prent en hij verwijst naar het Kuifje-album ‘Raket naar de maan’. Het boek wordt ook getoond, zodat de verwantschap meteen duidelijk wordt. “Er is altijd wel iets bijzonders met de prenten en vooral de details,” vertelt conservator Lex van Tilborg. “Let bijvoorbeeld op het T-shirt van Harry, daar staat telkens een ander tekstje op, zelfs binnen een verhaal.”
Albums
Veel aandacht is er voor het ontstaan van Harry. Er is een schetsboekblad te zien met verschillende figuurtjes, waarvan er één een prototype van de volksheld lijkt te zijn. “Rueb zei zelf ooit dat hij Harry niet had bedacht, maar dat die er gewoon was,” zegt Van Tilborg, “maar we weten dat hij in 1991 in het uitgaansblad Doen het levenslicht zag.” Er volgden talloze strips en later een reeks albums.
Aardig is wel dat de compacte expositie niet alleen maar Harry in beeld brengt. Er is ook ander werk te zien van Rueb, bijvoorbeeld een poster voor de campagne ‘We gaan weer naar school’. Maar Harry domineert. In de laatste zaal kun je met hem op de foto terwijl je zelf een tekstballon vasthoudt met daarop de tekst ‘Is je kappâh daud?!’. Van Tilborg doet het even voor. “Ik ben trouwens net naar de kapper geweest!”
‘Haagse Harry, dûh tètaunstelling!!’, zaterdag 20 april tot en met zondag 1 september, Haags Historisch Museum. Meer informatie: www.haagshistorischmuseum.nl