Schimmenspel rond Eritrese geweldsuitbarsting op Fruitweg
Spanningen tussen Eritrese groepen mondden vorige week uit in rellen, vandalisme en agressie tegen politie en hulpverleners. Wie is verantwoordelijk voor de geweldsuitbarsting?
De straten zijn schoongeveegd, de uitgebrande auto’s zijn weggesleept. Alleen de dichtgetimmerde ramen en zwartgeblakerde gevel van zalencentrum Opera herinneren op de Fruitweg nog aan de geweldsuitbarsting van afgelopen zaterdag. Relschoppers van Eritrese komaf zochten die avond de confrontatie met politie en hulpverleners. Ze gooiden met vuurwerk en stenen, waarop de burgemeester een noodbevel afkondigde en de Mobiele Eenheid traangas inzette. Acht agenten raakten gewond, inmiddels zijn vijftien relschoppers opgepakt.
Aanleiding voor de onlusten was een Eritrees feest in het zalencentrum. Van zulke bijeenkomsten is bekend dat ze tot spanningen binnen de gemeenschap kunnen leiden, erkent burgemeester Jan van Zanen in een brief aan de gemeenteraad. In het verleden kwam het meermaals tot gewelddadige confrontaties, ook in andere Europese landen. Twee jaar geleden verbood Rijswijk daarom een Eritrees evenement. Toen die gemeente een jaar later alsnog een feest toestond, mondde dat uit in een vecht- en steekpartij.
Dat zijn geen Eritreeërs, maar mensen uit de Ethiopische regio Tigray
De gemeente was dus gewaarschuwd. Ook nu gingen op sociale media video’s rond waarin werd opgeroepen tot een gewelddadige interventie van de bijeenkomst in het zalencentrum. Dit leidde daags voor het evenement tot één aanhouding en een verhoogd beveiligingsniveau, zegt het Openbaar Ministerie. Desondanks oordeelden de burgemeester en politie dat de besloten bijeenkomst veilig kon plaatsvinden. Dat bleek een inschattingsfout.
Tegenstanders regime
Wie waren de aanstichters van het geweld? Niet de Eritreeërs die binnen feestvierden, schrijft Opera in een verklaring op Facebook. Zij zijn ‘niet buiten de gehuurde zaal gegaan om confrontatie te zoeken of uit te lokken’. In zijn brief wijst Van Zanen de Brigade Nhamedu aan als aanstichter, een organisatie bestaande uit tegenstanders van het Eritrese regime.
“Het was geen confrontatie tussen twee Eritrese partijen, maar een clash tussen de politie en deze gewelddadige organisatie,” zegt Zaki Mohamed, voorzitter van de Haagse Eritrese Gemeenschap Stichting (HEGS), fel. “Dat zijn geen Eritreeërs, maar mensen uit de Ethiopische regio Tigray, die hier als Eritreeër asiel hebben aangevraagd.”
Zo'n feest, waarin ook de Eritrese trots wordt gevierd, heeft altijd een politieke lading
Daar zit een kern van waarheid in, zegt Jan Abbink, onderzoeker bij het Afrika-Studiecentrum van de Universiteit Leiden. “Maar dit argument wordt enorm uitgebuit. Het klopt dat Tigrayers zich bij deze organisatie hebben aangesloten, maar het is zeker geen dominante groep.” Tussen 2020 en 2022 vochten het Ethiopische leger en opstandige milities uit Tigray een bloedige burgeroorlog uit. Eritrea, dat twee jaar eerder een vredesakkoord had getekend met zijn buurland, steunde Ethiopië in de strijd.
In Nederland wonen zo’n 25.000 mensen van Eritrese afkomst, van wie ruim duizend in Den Haag. Een deel ontvluchtte het land tijdens de onafhankelijkheidsstrijd tegen Ethiopië (1961-1991). Toen president Isaias Afewerki na de oorlog aan de macht kwam, vond een nieuwe stroom vluchtelingen zijn weg naar Nederland. Vooral onder deze laatste generatie Eritreeërs heerst grote onvrede over het dictatoriale bewind van Afewerki.
De diaspora is diep verdeeld, bevestigt Abbink. “De groepen voor- en tegenstanders zijn erg divers qua samenstelling.” Dat de meeste Eritrese vluchtelingen alleen om politieke redenen naar Nederland zijn gekomen, is volgens hem een veelgehoorde misvatting. Gebrek aan economische ontwikkeling en perspectief zijn ook belangrijke motieven. “Veel Eritrese vluchtelingen zijn op zoek naar een beter leven. Ze willen hier iets opbouwen.”
Lange arm
Eritrese Nederlanders zijn dus niet per se tegenstanders van het regime. Met name onder migranten uit de eerste en tweede migratiegolf bestaat ook sympathie voor Afewerki en de door hem gevoerde onafhankelijkheidsstrijd. De vraag is wel of die steun altijd vrijwillig is. Berucht is ‘de lange arm’ van het Eritrese regime. Critici in Nederland worden in de gaten gehouden en soms geïntimideerd. Ook betalen migranten vaak diasporabelasting om familieleden in Eritrea te beschermen, bleek in 2016 uit onderzoek van adviesbureau DSP-groep. Niet ongewoon is dat hiervoor politieke fundraisingsactiviteiten worden georganiseerd, die vaak plaatsvinden ‘onder de dekmantel van culturele of charitatieve evenementen’.
“Ik sluit niet uit dat dergelijke bijeenkomsten er ook zijn, maar ik was zaterdag niet bij zo’n evenement aanwezig,” benadrukt Myra Koomen, woordvoerder namens de Federatie Eritrese Gemeenschappen in Nederland. Bij Opera ging het volgens haar om een verlaat nieuwjaarsfeest, niet om een politieke bijeenkomst. “Eerste en tweede generatie Eritreeërs zijn gewend om bij elkaar te komen en hun cultuur te vieren. Dat heeft niets te maken met wel of geen voorstander zijn van het regime.”
Onzin, vindt Afrika-onderzoeker Abbink. “Tuurlijk kan het gaan om een sociaal evenement. Maar zo’n feest, waarin ook de Eritrese trots wordt gevierd, heeft altijd een politieke lading.”
De in Eritrea geboren journalist Habtom Yohannes riep in NRC op geen bijeenkomsten van Eritrese regeringsaanhangers meer toe te staan. In de Tweede Kamer gaan stemmen op om te onderzoeken of oppositiegroep Brigade Nhamedu kan worden verboden. Intussen wil de gemeenteraad tekst en uitleg van de burgemeester over de geweldsescalatie. Dat debat zal volgende week woensdag plaatsvinden.
De redactie biedt u dit verhaal gratis aan. Meer Haagse verhalen? Neem een (proef)abonnement op weekkrant Den Haag Centraal. Elke donderdag in de bus. De krant is ook verkrijgbaar bij onze verkooppunten.