Haagse Highlights in de maand van de architectuur
Deze week kan je met onze Haagse Highlights route een reis door de tijd maken. Het Haagse centrum is in de afgelopen 25 jaar sterk veranderd.
Gebouwen werden gesloopt of getransformeerd. Hoogbouw rukte op vanaf het station. Ook nu staat er veel in de steigers. Amare, de aankomende renovatie van het Binnenhof en de Tweede Kamer, de bebouwing op het Koningin Julianaplein, maar ook de aanpak van de Koekamp en de Amerikaanse Ambassade. In deze tour van Haagse Highlights kom je ook door het Spuikwartier.
Spuikwartier – ‘t meest verbouwde stukje stad, is het ooit af?
25 jaar geleden werd het Haagse Stadhuis opgeleverd. Een lange strijd over de locatie, het ontwerp en de uitvoering kwam daarmee ten einde. Het was hét signaal dat de gemeente de binnenstad niet ging laten vallen. Daarna kwam de Resident, de Tramtunnel, de nieuwe torens van de Ministeries van Justitie & Veiligheid en Binnenlandse Zaken. Inmiddels wordt gewerkt aan de volgende ‘laag’: Amare met de woontorens erbij. Van deze laatste vernieuwingsslag is de herontwikkeling van één van de voormalige ministerietorens tot appartementen met daaronder de Leidse Universiteit al 4 jaar succesvol in gebruik.
Daarmee is het nog niet klaar. De volgende fase is net besproken in de gemeenteraad. Door het Prins Bernhardviaduct te versmallen en het bestaande bruggebouw te slopen ontstaat er ruimte voor nieuwe ontwikkelingen met vooral hoogbouw.
Zou dit dan het meest verbouwde stukje stad ooit af zijn? Inmiddels is er sinds 1975 op sommige plekken al twee keer gesloopt in het gebied. Van de haven die er ooit was, naar de Zwarte Madonna, het motorblok van twee schijven ministeries, het danstheater en zelfs het VROM gebouw. Allemaal voor de tweede keer aangepakt, deels hergebruikt of door sloop en nieuwbouw geheel vervangen.
Publiek belang veranderd
Duidelijk is dat de belangenafweging tussen wonen, werken en dan met name kantoorruimte voor de Rijksoverheid continue veranderd is. Van ‘krotten opruimen’ naar een kantorenwijk naar hoe maak je een levendig stuk stad naar het nu – waar verbindingen met de omliggende stad ook weer belangrijk zijn. Ondertussen is ook de opvatting over verkeer in de stad veranderd. In 1985 waren we nog vol trots bezig met het aanleggen van vierbaanswegen in de stad. Het Prins Bernhardviaduct liep uiteindelijk dood op de Stille Verkeerkade. Een klein stukje is toen vrij snel al gesloopt. En nu, met de focus op openbaar vervoer, deelmobiliteit, fiets en lopen kan er weer een stuk af. Zo schuift het publieke belang steeds op.
Ook in de architectuur zie je die tijdgebondenheid terugkomen. Er is geen tijdloze architectuur. Of je het Mercure Hotel nu mooi of lelijk vindt maakt niet zoveel uit om te zien dat ondanks de geheel gladde gevel er wel een gebouw gemaakt is om het plein te omarmen. Met een enorme trap die het Spuiplein leven gaf. Waar de materialen hier nu te glad en armoedig overkomen is de ruimtelijk opzet geslaagd. Of het ook met Amare zo werkt moeten we nog zien. Echter het stadsbalkon bij Amare zal doelbewust aansluiten op de trappen van Mercure.
Nieuwe werkwijzen
Rijnstraat 8 is het andere uiterste. Het is hét voorbeeld van de huidige overheid die alles uitbesteed. De Rijksoverheid huurt dit kantoor voor 30 jaar all in. Inclusief kosten voor de koffie, het onderhoud en de ingrijpende verbouwing. Het is ook niet specifiek ontworpen voor een bepaald ministerie of dienst. Het moest een flexibel gebouw worden. Nu is het Ministerie van Buitenlandse Zaken er gevestigd maar het kan net zo goed het kantoor van Staatsbosbeheer worden.
De vrijheid om na 30 jaar je biezen te kunnen pakken betekent dus dat een gebouw niet meer is toegesneden op zijn functie. Er wordt geen historie opgebouwd. Dat geldt ook voor het gebouw van de Hoge Raad der Nederlanden aan het Korte Voorhout. Ook dit gebouw is met een DBFMO ( Design, Build, Finance, Maintain, Operate) contract gerealiseerd. De hoogste rechter in Nederland zit niet eens meer in een eigen gebouw. Is dat erg? De beelden die ooit voor het oude gebouw stonden zijn in ieder geval gewoon mee verhuisd.
Er worden nu dus gebouwen aan de stad toegevoegd die niets anders zijn dan een schil waar de komende 30 jaar eigenlijk niets aan mag veranderen. Past deze trend wel in een tijd van inspraak en omgevingen die zich flexibel moet kunnen aanpassen aan veranderende behoeften van de gebruikers? En wat gebeurd er na 30 jaar? Wordt het dan weer verbouwd of gesloopt? Want als iets ons geleerd heeft: het Spuikwartier nooit af.
.
.