Verzamelaars verzuipen in wegwerpmaatschappij: ‘Mijn vrouw wordt gek van alle rommel’

Den Haag telt steeds meer hoarders: mensen met problematische verzameldwang. De enorme hoeveelheid spullen die in omloop is, maakt het er voor hen niet makkelijker op. “Mensen gooien zó veel weg wat nog prima te gebruiken is.”

Door

Boeken, platen, poppetjes, Lego. De verzamelingen van kunstenaar Lucas (47, echte naam bij de redactie bekend) staan netjes uitgestald in de woonkamer van zijn riante koophuis in het Regentessekwartier. Het is er gezellig en je kunt je er nog vrij bewegen. “Wacht maar tot je mijn werkkamer en de zolder ziet,” waarschuwt hij. En jawel, daar vormt de hoeveelheid spullen letterlijk een obstakel. Een groot deel ervan staat keurig gesorteerd in kasten, maar is onbereikbaar doordat er stapels met andere spullen voor zijn komen te staan. Tussen minstens een dozijn apparaten, van kopieer- tot snijmachine, telt Lucas ‘zes dingen met wielen’. Het logeerbed is in gebruik als opslag voor dozen en tassen vol papier, stof, knopen, verf en doppen. Hij heeft nu eenmaal veel machines en materialen nodig voor zijn producties, die hij met succes verkoopt. “Er kan niet heel veel zomaar weg, omdat ik er nog iets van moet maken.”

 

Als een huis ontoegankelijk wordt, dan zijn er te veel spullen
Hester, hulpverlener van KesslerPerspektief

 

Een opslagzolder, propvolle kasten en rommellades, wie heeft ze niet? We leven in een consumptiemaatschappij. Alles wat we maar kunnen bedenken, kunnen we uit China laten overkomen en de kringloopwinkels barsten uit hun voegen. Zo makkelijk als we spullen in huis halen, doen we ze ook weer weg. Als de kleur ons niet meer aanstaat of ze beschadigd zijn, bijvoorbeeld. Maar wat nou als je juist geen afstand kunt doen van spullen, terwijl je ze wel in grote hoeveelheden blijft aanslepen? Dan ben je, net als een toenemend aantal Hagenaars (zie kader) een hoarder. En dan heb je een probleem.

Smalle gangpaadjes

“Een ‘leefbare woning’ is een ruim begrip,” volgens Hester, die als hulpverlener van KesslerPerspektief over de vloer komt bij onder meer Haagse hoarders. “Maar als een huis ontoegankelijk wordt, dan zijn er te veel spullen. Dat is onveilig en onhygiënisch. Het is ook een probleem als het je dagelijks leven in de weg gaat staan. Ik heb een 77-jarige cliënt die bananendozen vol boeken, kranten en tijdschriften heeft opgestapeld tot aan het plafond. Hij kan er alleen nog langs via smalle gangpaadjes. Daar past een rollator niet doorheen. Al hij die nodig zou hebben, dan kan hij er niet meer wonen.”

Toename

De Gemeentelijke Gezondheidsdienst (GGD) Haaglanden krijgt steeds meer meldingen van problematische verzameldwang. Dit jaar trokken de politie, woningcorporaties, buren en familie zo’n vijfhonderd keer aan de bel bij het Meldpunt Zorgwekkend Gedrag, omdat ze zich zorgen maken over de hoeveelheid spullen van evenzoveel Hagenaars. “Hun aantal neemt jaarlijks toe met enkele tientallen,” aldus een woordvoerder van de GGD. Of dit komt door bijvoorbeeld betere bekendheid van het meldpunt of de toename van de hoeveelheid producten die in omloop zijn, is niet onderzocht.

Dan valt het bij Lucas nog mee. Dat komt door zijn vrouw, zegt hij. “Zij wordt echt knallend gek van alle rommel. Ik vind het ook niet fijn, maar kan er iets makkelijker overheen kijken. Zonder haar zouden in dit huis ook van die paadjes ontstaan. We hebben de afspraak dat ik alles in mijn werkkamer houd, maar daar is het inmiddels zo vol, dat ik niet meer aan mijn bureau kan zitten. Dus werk ik nu in de woonkamer, waar zich aan de randen en op de tafels ook al stapels vormen. Net als in de gangen. Er kan eigenlijk niets meer bij.”

Toch blijft er meer binnenkomen dan eruit gaat. Lucas bestelt via het internet. “Laatst had ik een horloge nodig, dat was online heel goedkoop, dus heb ik er vijf gekocht.” Maar de meeste spullen haalt hij bij de kringloop of redt hij van het grofvuil. “Mensen gooien zó veel weg wat nog prima te gebruiken is. Dat vind ik echt verschrikkelijk. Op festivals, bijvoorbeeld: zo goed als nieuwe tenten, luchtbedden, opklapstoeltjes, boodschappen, alles laten ze achter. Omdat ze geen zin hebben om het in te pakken en mee naar huis te slepen. Het is de wegwerpmaatschappij ten top.”

 

Hoarders houden de gordijnen dicht en laten niemand binnen
Rosanne, hulpverlener bij KesslerPerspektief

 

De onlangs gesloten kringloopwinkel Emmaus Beeklaan, bij Lucas in de buurt, kondigde geregeld een inbrengstop af. “Er wordt veel te veel gebracht,” aldus een medewerkster eerder. “We kunnen het niet allemaal kwijt. En de kwaliteit is ook niet geweldig.” Dan zijn er nog de buurtapps waarop spullen gratis worden aangeboden. Die spullen worden opvallend vaak opgehaald door dezelfde mensen. Net als de boeken uit de kastjes aan de kant van de straat of de spullen in weggeefwinkels.

“Heel sympathiek,” vindt de kunstenaar dit soort initiatieven. “Ik kijk geregeld in die minibibliotheekjes, en zet er zelf ook wel eens iets in. Maar lang niet zo vaak als ik zou willen.” Dingen wegdoen, vindt hij moeilijk. Zoals het doosje cd’s dat hij heeft gesorteerd om naar de kringloop te brengen; die cd’s wil hij eerst luisteren. “Want misschien zit er per ongeluk toch een heel goede tussen.” En dan zijn er de spullen waarvoor hij nog iets hoopt te krijgen. “Dat is een lastige categorie. Aan verkopen kom ik niet toe, dus blijft het staan, ergens in een hoek.”

Gratis op te halen

“Al die spullen die overal gratis op te halen zijn, daar help je deze mensen niet mee,” stelt Hester. De extreme verzamelaars die wel hulp krijgen, vormen het topje van de ijsberg volgens haar collega Rosanne, die net als Hester vanwege de aard van haar werk liever niet met haar achternaam in de krant wil. Hun cliënten willen überhaupt niet in de krant, stellen ze. “Zij vinden het zelf vaak helemaal geen probleem. Of ze schamen zich ervoor. Dan houden ze de gordijnen dicht en laten ze niemand binnen,” vertelt Rosanne. “Er zijn heel veel hoarders van wie wij geen weet hebben. We komen eigenlijk altijd bij ze voor een andere hulpvraag en treffen dan een overvol huis aan.” Dat zijn overwegend koopwoningen, merkt ze. “Huurders worden gedwongen om de hoeveelheid spullen onder controle te houden, omdat de woningbouw hun huis anders kan laten ontruimen. Bij mensen met een eigen woning wordt minder snel ingegrepen, waardoor het echt uit de hand kan lopen.”

Instanties

Dat willen kunstenaar Lucas en zijn vrouw voorkomen. “Het is niet dat ik nou zo graag mijn troep aan iedereen laat zien,” zegt hij. Lucas wil niet met zijn echte naam in de krant, omdat hij niet wil dat er bij instanties twijfels ontstaan over het welzijn van zijn kind. Mede daarom wil hij geen hulp van professionals. “Straks zeggen ze dat dit geen goede leefomgeving is. We zorgen wel dat de keuken, badkamer, woonkamer en slaapkamer leefbaar blijven, maar onze dochter, een kleuter inmiddels, heeft nog geen eigen kamer, omdat we daarvoor echt eerst moeten opruimen. Het is verre van ideaal.” En juist daarom besloot hij zijn verhaal te doen. “Misschien is het wel goed om met de neus op de feiten gedrukt te worden. Er moet echt iets veranderen.”

 

Mijn verzamelingen zijn een stukje van mezelf
Lucas, kunstenaar

 

“Bij een nieuwe cliënt is mijn eerste impuls altijd om te gaan opruimen,” vertelt Hester. “Maar ik doe dit werk al bijna twintig jaar en ben langzamerhand realistischer geworden. Als je het huis leeghaalt, komen de spullen net zo hard weer terug. De uitdaging is om kleine stapjes vooruit te doen, waarbij de hoarder de regie houdt. Het beste is om tegelijkertijd de achterliggende oorzaken aan te pakken, bijvoorbeeld met gedragstherapie.” Want het is niet zo dat iemand gewoon geen zin heeft om op te ruimen, benadrukt de hulpverlener. “Het is een officiële stoornis (zie kader, red.). Het gaat eigenlijk altijd over het willen hebben van controle en komt veel voor in combinatie met autisme, ADHD, een bipolaire stoornis of depressie. Vaak zit er angst en eenzaamheid achter.”

Verzamelstoornis

De verzamelstoornis, ook wel ‘hoarding’ genoemd, is sinds 2013 opgenomen in het handboek voor de classificatie van psychiatrische aandoeningen (DSM-5). Onbekend is hoe vaak het voorkomt, omdat het meestal binnen de perken blijft of verborgen wordt voor de buitenwereld. Bovendien kan het proces waarin het verzamelen escaleert jaren duren. Geschat wordt dat 2 tot 6 procent van de bevolking eraan lijdt. Dat kunnen zowel mannen als vrouwen zijn. Het is deels erfelijk: ongeveer de helft van de mensen die extreem verzamelen, heeft een familielid dat dit ook doet.

Lucas, die geen psychische problemen heeft, weet niet wat er ten grondslag ligt aan zijn band met spullen. Hij is wel bereid er – hardop – over na te denken: “Ik heb het gevoel dat mijn verzamelingen mijn identiteit weerspiegelen, omdat het enige criterium is dat ik het mooi vind. Dat maakt het heel persoonlijk, als een stukje van mezelf.” Dan komt hij tot een inzicht: “Ik denk dat ik, ook door dingen te creëren, bezig ben om mezelf onsterfelijk te maken. Mijn vrouw zegt wel eens dat er later heus geen museum aan me gewijd gaat worden, dus dat ik mijn oude schoolschriftjes en agenda’s echt niet hoef te bewaren. Dat is natuurlijk waar. Gelukkig heb ik haar.”

De redactie biedt u dit verhaal uit onze kerstbijlage gratis aan. Meer Haagse verhalen? Neem een (proef)abonnement op weekkrant Den Haag Centraal. Elke donderdag in de bus. De krant is ook verkrijgbaar bij onze verkooppunten.

Standaardportret
Bekijk meer van