Sfeermaker Marokkaanse Koos, ADO’s grootste fan, droomt van promotie
Voetbalclub ADO Den Haag maakt goede kans om na drie jaar afwezigheid terug te keren op het hoogste niveau. Zoals altijd leeft de iconische supporter ‘Marokkaanse Koos’ vol overgave mee. ‘Ik doe bij ADO alles wat ik kan doen.’
Een minuut of tien voordat de wedstrijd tussen ADO Den Haag en MVV begint, eind februari, zitten de meeste supporters achter het doel rustig op hun stoeltje. Biertje erbij, broodje worst, stiekem een peukie roken. Totdat een man met lange zwarte pijpenkrullen, gekleed in een legergroene Stone Island-jas, de trap naar de tribune op loopt. Hij beweegt zijn handen kort en snel op en neer, alsof hij iets probeert op te tillen. “Staan, staan!” De meeste supporters gehoorzamen direct.
Een paar minuten later seint hij naar boven: het meterslange spandoek, dat zowat het hele vak zal bedekken, mag naar beneden gerold worden. Na het eerste fluitsignaal houdt de man de boel op de tribune in de gaten, grapt hij wat met de mensen om hem heen en trommelt hij eens met zijn vingers liefkozend op het kale achterhoofd van zijn maatje naast hem. Wanneer ADO op achterstand komt, gaat de blik strak op de bal. Gemiste kansen of vermeende scheidsrechterlijke dwalingen worden begroet met een harde schreeuw of een klap met de vlakke hand op het reclamebord bovenaan de trap.
Ik doe bij ADO alles wat ik kan doen
Met zijn opvallende verschijning en grote betrokkenheid is ‘Marokkaanse Koos’ een begrip bij ADO Den Haag. Een dag voor de wedstrijd tegen MVV komt hij glimlachend aanlopen in de kantine van het lege stadion. Werkmannen die aan tafel koffiedrinken krijgen een kneepje in hun schouder, een barmedewerker krijgt een boks. “Ik ben hier bijna elke dag,” zegt Koos, terwijl hij papieren bekertjes met thee op tafel zet. “Ik doe bij ADO alles wat ik kan doen.”
Marokkaanse Koos (52) is ‘sfeermaker’ bij Fansupport, een groep supporters die zorgt voor sfeeracties. Hij helpt bij het realiseren van spandoeken, bedenkt sfeeracties en stuurt jonge jongens op de tribune een beetje aan. “Ze leren zingen, samen liedjes schrijven.” Voor en tijdens wedstrijden verkopen hij en een paar vrienden sjaaltjes en shirtjes, waarvan de opbrengst naar ‘sfeer’ gaat. Zowel bij het mannenelftal als bij ‘de meiden’ gaat Koos naar alle thuis- en uitwedstrijden. “Ik krijg er niks voor, behalve dan een bakkie thee of een broodje zalm. Het is gewoon mijn cluppie. Wedstrijden kijken, winnen, daar gaat het om. En ik heb hier alles meegemaakt.”
Bang voor rellen
Koos heeft zachte, guitige ogen en spreekt met een onmiskenbaar Haags accent, hoewel hij geen geboren en getogen Hagenees is. Zijn wieg stond in Marokko en officieel heet hij geen Koos. Maar hij is zo vergroeid met zijn bijnaam dat hij erop staat dat zijn echte naam niet wordt genoemd, ook niet in dit interview. “Als je mijn echte naam noemt, weet toch niemand over wie je het hebt,” glimlacht hij. “Marokkaanse Koos is makkelijker, dat kent iedereen, in Den Haag, maar ook in Twente, Breda, overal.” Hij kreeg zijn bijnaam tijdens een avondje stappen in Helmond, na een gewonnen uitwedstrijd. “Zo’n houseparty, bambambam, weet je wel? Drankje genomen, gezellig, deden we een rondje bijnamen. Iemand werd Broodje Bal, een ander Sjakie, en ik Marokkaanse Koos. Dat is nooit meer weggegaan.”
Toen een vriendje hem op twaalfjarige leeftijd mee wilde nemen naar het stadion (toen nog het Zuiderpark), moest de kleine jongen daar niets van weten. Het waren de jaren tachtig en de harde kern van FC Den Haag behoorde tot de beruchtste van het land. “Ik was bang voor die relschoppers,” geeft Koos toe. “De eerste keer dat ik toch meeging naar het stadion, waren er gelijk rellen, tegen Groningen. Maar na die eerste keer wilde ik er altijd bij zijn.”
In de jaren daarna maakte Koos vrienden bij de club, bezocht hij alle thuis- en uitwedstrijden en ging hij behoren tot de harde kern. Er waren mooie, maar ook roerige jaren, met rellen, meerdere degradaties en anonieme, kleurloze seizoenen in de eerste divisie. In 2007 verliet ADO het Zuiderpark voor een nieuw stadion in het Forepark, vlak langs de A12. Het afscheid van het Zuiderpark eindigde in mineur, met een gestaakte wedstrijd tegen FC Groningen en opnieuw degradatie.
Vlag in de fik
Een paar jaar later zag de wereld er voor ADO heel anders uit. Het wist zich via de nacompetitie na slechts een jaar te ontworstelen aan de eerste divisie en in 2011 eindigde de club als zevende, de hoogste klassering sinds eind jaren zeventig. De ogen van Koos glimmen bij de herinnering. “De beste tijd. We wonnen in dat seizoen twee keer van Ajax: thuis met 3-2, uit met 0-1. Eén groot feest.” Hij stroopt de linkermouw van zijn jas op. De data van de overwinningen staan in dikke zwarte letters vereeuwigd op zijn onderarm.
Het seizoen dat we twee keer van Ajax wonnen, was de beste tijd
Als beloning voor de gewonnen play-offs speelde ADO die zomer Europees voetbal. In de tweede voorronde van de Europa League namen de Hagenezen het op tegen het Cypriotische Omonia Nicosia. Nadat de ADO-fans in Cyprus waren belaagd, vertelt Koos, zinden ze op wraak. Tijdens de return in Den Haag wist hij naar eigen zeggen een vlag uit het uitvak te stelen. “Ik zeg tegen die steward: ‘Kun je even het hek opengooien?’ Ben ik met een kleine jongen die de wacht hield naar binnen gesprongen.” Eenmaal terug in het eigen vak stak hij de vlag in brand. Het leverde hem een werkstraf van 300 uur op. “Stoeltjes schoonmaken en opruimen in het stadion.” Hij lacht. “Natuurlijk was dat het waard.”
Wie al jaren deel uitmaakt van een supporterskern met een niet altijd even goede reputatie heeft ongetwijfeld ook de nodige vechtpartijen en ongeregeldheden meegemaakt. Koos grinnikt. “Ik snap jou wel, dat je dat vraagt. Maar daar kan ik niks over zeggen. Deze slaan we over. Wat ik wel kan zeggen: kijk wat er allemaal gebeurt in de stad in het weekend, of in de Schilderswijk, of als Marokko op het WK speelt. Mensen slopen dingen, maken er een zootje van. Terwijl als ADO verliest, er bijna nooit iets gebeurt.” Hij is even stil. “Wil je het hok zien?”
Rooie Aad
Onder de tribune achter het doel draait Koos even later een deur open. Stapels opgerolde spandoeken liggen in ijzeren karren, bussen verf staan in een plastic bak en rondom een klein tv’tje zijn de wanden volgeplakt met foto’s van spelers en spandoeken. Een plaatje met blote vrouwen is met tape afgeplakt. “Gisteren waren we hier met wat kinderen aan het werk. Respect, toch.” Hij toont een hoekje van het spandoek voor de wedstrijd tegen MVV. Daarop staan de hoofden van de trainer en een aantal spelers afgebeeld in een vlammenzee. “Den Haag on fire,” glundert Koos. Tijdens de wedstrijd zingen supporters de woorden op de melodie van jarennegentighit ‘Freed from desire’.
Koos wijst een paar foto’s aan. “Michael Mols (oud-speler, red.), mooi. Wetzel, goede trainer. Hier met z’n allen met de harde kern. Kijk, Rooie Aad. Ken je die niet?” Hij schatert. “Die is pas gek!” Rooie Aad, volgens fansite Groen Geel Hart een ‘terrace-legend’ (een Engelse term voor de beruchtste hooligans) maakte zich in Haagse voetbalkringen onsterfelijk toen ADO in 2003 bezoek kreeg van toenmalig burgemeester Wim Deetman. De twee gingen vrolijk gearmd op de foto, maar Rooie Aad duwde gauw zijn geslacht door zijn openstaande gulp, waarna de fotograaf afdrukte. Supporters vonden het prachtig, Deetman vond het minder leuk. Hij deed aangifte wegens schending van de openbare eerbaarheid en belediging.
De eerste divisie is niks voor ADO, we moeten echt promoveren
Een aantal jaar geleden kwam Koos zelf in opspraak. Na de degradatie in 2021 klampten een paar medesupporters hem aan en wezen ze naar de parkeerplaats: was dat niet die journalist van het AD die ‘negatieve stukjes’ had geschreven over de club? “Wat precies, dat weet ik niet meer,” zegt Koos nu. “Maar het was lelijk over de club, en lelijk over supporters. Na die wedstrijd was ik helemaal verdrietig, liep hij daar net. Ik rende naar hem toe en had bijna die nek gepakt, vroeg hem, waarom doe je dat?”
Koos wist zijn emoties op het laatste moment in bedwang te houden, en de journalist stapte in zijn auto. ‘Enigszins geschrokken, maar niet boos,’ zo schreef hij later in de krant. Toenmalig directeur Mohammed Hamdi riep Koos vervolgens op het matje. Later schudden de journalist en Koos elkaar op de tribune de hand. “Gelukkig is het opgelost,” zegt Koos nu, met een schuldbewuste blik.
Gouden logo
Tegen MVV weet ADO met een late treffer van invaller Alex Schalk een puntje te redden. Terwijl de spelers van het veld gaan, schudt Koos handjes en praat hij nog wat na met andere supporters. Ondanks het gelijkspel blijft hij positief gestemd. “De Amerikanen (de eigenaar, red.) doen het goed, we hebben een goede directeur. De eerste divisie is niks voor ADO, we moeten echt promoveren. Kunnen we volgend jaar Ajax weer pakken.”
Voor Koos zou het de cirkel rond maken. “Ik maak nu 16 jaar sfeer bij de vrouwen en 24 jaar bij de mannen. Ik heb wel vaker gezegd dat ik er na 25 jaar mee stop, met sfeer. Ik heb genoeg gedaan, na 25 jaar krijg ik een mooi gouden logo. Dan kan ik trots zijn.”
De redactie biedt u dit verhaal gratis aan. Meer Haagse verhalen? Neem een (proef)abonnement op weekkrant Den Haag Centraal. Elke donderdag in de bus. De krant is ook verkrijgbaar bij onze verkooppunten.