Haagsche Rugby Club 85 jaar: ‘De komende jaren schrijven wij weer geschiedenis’

Een lustrum is een feestje waard, zo redeneren ze bij de Haagsche Rugby Club. En dus vieren ze 11 november het 85-jarig bestaan. Met onder andere een lustrumboek.

Door

Door Klaas-Jan Droppert

Ja, Kasper Bleijenberg (vormgever), Theo Heesen (eindredacteur) en Theo Oortwijn (voorzitter lustrumcommissie) waren ook wel verbaasd dat er een lustrumboek moest komen ter ere van 85 jaar Haagsche Rugby Club (HRC). De vorige uitgave is pas vijf jaar oud. “Maar het bestuur wilde per se een boek. Ze vinden dat ieder lustrum een feestje verdient,” zegt Oortwijn, die als oud-speler meer dan honderd caps in het Nederlands rugbyteam vergaarde.

Het boek staat natuurlijk stil bij de oprichting van de club in 1932 (HRC is na het Delftse DSR-C de oudste nog bestaande rugbyclub), die nagenoeg tegelijkertijd met die van de rugbybond plaatsvond. Ook de anekdote dat bij een verhuizing naar de Buurtweg twee leden met doelpalen en fietsen in de Koninginnegracht belandden, blijft niet onvermeld. Net zo min als het feit dat de voormalige voorzitter Paul Béchèt een beker schonk waar tijdens de Haagsche Rugby Dagen nog steeds om gespeeld wordt.

Maar het jubileumboek, dat geen naam heeft, gaat ook grotendeels over de toekomst. Over de groei van de club naar mogelijk duizend leden als het nieuwe clubhuis er staat. Over de zorg voor voldoende kader en gekwalificeerde trainers voor de snelgroeiende jeugdafdeling. Over het in vierkante meters grootste kunstgrasveld van Den Haag dat er sinds kort ligt. En over de noodzaak om meer seniorenteams te hebben.

Rode draad
Geen toekomst zonder heden en verleden. En daarin is voor de samenstellers wel een rode draad te vinden: rugby vormt je. “Bij voetbal staan sommige spelers nog weleens te kijken, maar bij rugby moet je meedoen,” zegt Heesen, die als freelance sportverslaggever voor de Haagsche Courant werkte. “Ik zat op de tribune maar wist niet dat het duel was afgelast. Tot iemand me vroeg om een biertje te komen drinken. Zo is het begonnen, gaandeweg heb ik de regels geleerd. HRC voelt voor mij als een warm bad.”

“Dat geldt voor mij ook,” zegt oud-speler Bleijenberg. “Ik ben nogal een individualistisch persoon en was in die tijd behoorlijk recalcitrant. Bij rugby word je geaccepteerd zoals je bent. Je leert incasseren en er zijn bij HRC altijd mensen die geïnteresseerd in je zijn en je verder helpen.”

Veel van die mensen zullen op 11 november bij het zeventiende lustrum aanwezig zijn. Een vol programma met onder andere activiteiten voor de jeugd, een wedstrijd tussen de oude Masters van HRC en DSR-C, de presentatie van het lustrumboek en een receptie markeren de feestdag.

En dan? Dan staat over vijf jaar opnieuw een nieuw lustrum te wachten. Met weer een boek? “Dat zal zeker gebeuren,” zegt Oortwijn. “Of er dan nog genoeg stof is? De komende jaren wordt er bij HRC weer geschiedenis geschreven. Onder meer met de komst van het nieuwe clubhuis, waarvan we de opbouw met foto’s willen vastleggen. Maar tegen die tijd weten we ook of het is gelukt om de omslag van de topsportclub die we altijd zijn geweest, naar breedtesportclub met alle facetten die daarbij horen te maken. En zoals het bestuur al zei: ‘Een lustrum moet je vieren’, en wie kan er nu tegen een feestje zijn?”

Het HRC-jubileumboek kost 12,50 euro en is te bestellen via lustrum@haagscherugbyclub.nl

HRC in actie. | Foto: Kevin Scott

Standaardportret
Bekijk meer van