Cricketer Doc Mol moet Quick in topklasse houden
De cricketers van Quick vechten tegen degradatie. Een interview met speler Geert-Maarten Mol. “Er moet wel iets gaan veranderen.”
De nationale cricketkampioenschappen van 2013 en 2014 kunnen ze zich bij Quick nog goed herinneren. Maar vier jaar later zijn de Haantjes allang geen titelkandidaat meer. Niet meer de beste van Nederland, zelfs niet van Den Haag, want HBS en HCC staan hoger op de ranglijst van de topklasse.
Op Nieuw Hanenburg moeten ze zelfs oppassen dat de hoofdmacht volgend seizoen op het nieuwe kunstgrasveld geen hoofdklasse speelt. Degradatie is nog altijd mogelijk, al lijkt het Rotterdamse Punjab (met nog twee wedstrijden te gaan en twee punten achterstand op Quick) daarvoor de belangrijkste kandidaat.
Spelen tegen degradatie is zo frustrerend,
Zondag kan Quick zich veilig spelen, maar dan moet het wel winnen bij buurman HBS. “Spelen tegen degradatie is zo frustrerend,” zegt speler Geert-Maarten Mol.
“Er komt een andere druk bij kijken dan als je kampioen kunt worden. Je bent aangeschoten wild en moet je zien op te richten. Dat is heel moeilijk. Dan is het zaak voor de ouderen dat ze hun verantwoordelijkheid nemen. Die proberen dat ook, want wij zijn het aan onze stand verplicht om niet te degraderen. De laatste keer dat we de hoogste klasse moesten verlaten, is ook heel lang geleden geweest.”
Goede tijden van Quick
In 1991 om precies te zijn. Daarna kende Quick vooral goede tijden. Dat de laatste jaren de prestaties minder zijn geworden, heeft wel een oorzaak.
“Mijn broer Henk-Jan is gestopt, net als Edgar Schiferli. Wicketkeeper Wesley Barresi is naar de buren verhuisd en onze captain Tim Gruijters is naar Nieuw-Zeeland geëmigreerd. Daardoor hebben we veel kwaliteit ingeleverd en dat kunnen de jonge spelers nog niet opvangen. Die hebben nog een paar jaar nodig. Wat wel duidelijk is geworden, is dat er volgend jaar wel iets moet veranderen. Spelers erbij of een andere trainingswijze. Er moet een bepaald plan komen, want ik speel misschien nog een jaar of vier en zou graag nog een keer kampioen worden.”
Eerste century
Geert-Maarten Mol, die zowel binnen als buiten het veld als ‘Doc’ (‘een verzinsel, maar zelfs mijn ouders noemen me nu zo’) bekendstaat, kent dit seizoen niet alleen maar teleurstellingen. Er was ook een mijlpaal te vieren. De 34-jarige Mol, die op zijn zestiende in het eerste debuteerde, sloeg recent tegen ACC zijn eerste century (100 punten).
“Erg hè dat het zolang heeft moeten duren? Ik heb altijd gezegd dat ik niet zou stoppen voordat ik dat een keer in het eerste van Quick bereikt zou hebben. Zeker als oud-international zou je dat wel een keer moeten halen. Ik hikte er heel lang tegen aan. Maar het is niet zo makkelijk, want mijn broer heeft er ook maar een gehaald.”
Je bent aangeschoten wild en moet je zien op te richten. Dat is heel moeilijk.
Zijn broer is de nu 42-jarige Henk Jan Mol, een van de beste cricketers die Quick in zijn rangen heeft gehad. Hij is recordhouder met het aantal wedstrijden en runs in Quick 1.
Zijn prestaties worden niet vergeten. Zeker niet door zijn jongere broer. “Ik keek altijd op tegen mijn oudere broer. Hij heeft mij beter gemaakt in het cricket, vooral in het lezen van het spel. Hij weet het zelf nog niet, maar één wedstrijd voordat ik op gelijke hoogte met hem kan komen, lever ik mijn spullen in. Uit respect voor hem, want ik weet hoe goed hij is. Nu sta ik zo’n tachtig wedstrijden op hem achter, dus binnen een aantal seizoenen zou ik hem kunnen inhalen. Maar dat gaat dus niet gebeuren.”
Het is voor Doc Mol niet te hopen dat Quick uitgerekend dan voor het eerst weer een kampioenswedstrijd speelt.
Topklasse cricket, Quick-HBS, zondag 19 augustus, 11.00 uur, (let op: uit!) op Crayenhout. Meer informatie: www.quick.nl