* ZOMERSERIE * Sára Hélène Bori: ‘Cegléd is een trotse stad’

Door Kim Andriessen

De Hongaars-Nederlandse zangeres Sára Hélène Bori (28) reist veel. Zowel voor haar muzikale carrière als voor haar internationale communicatiestudie is ze regelmatig op pad. Op twee plaatsen is ze thuis: in Den Haag, waar ze de basis van haar muzikale succes legde, en in Cegléd. In het hart van Hongarije liggen haar roots. Ze pendelt veelvuldig tussen haar twee woonplaatsen.

Wat is Cegléd voor een plaats?
“Het is een provinciaal stadje op ongeveer een uur rijden van de hoofdstad Boedapest. Cegléd is vooral bekend vanwege het Nemzetközi Dobos- és Üt?s Gála, een groot drumfestival. Mensen uit heel Hongarije komen naar Cegléd om dit evenement bij te wonen. Het is een uithangbord van het plaatsje. Verder is Cegléd een trotse stad, een die haar verleden koestert. Zo hield Lajos Kossuth (leider van de Hongaarse revolutie in 1848, red.) er zijn eerste toespraak. Dat zie je overal in Cegléd terug: er is een Kossuthstraat, een Kossuthmuseum en ook het gymnasium is naar hem vernoemd.”

Wat vind je goed geregeld in Cegléd?
“Er is veel aandacht voor de eigen streek. De markt in het ‘centrum’ staat vol met mensen uit de omgeving die verse paprika en groenten uit hun tuinen verkopen. Ik geniet van de sfeer op de markt: vriendelijk, gemoedelijk en je wordt er met open armen ontvangen. De aandacht voor streekproducten viert ook hoogtij tijdens het jaarlijkse Laskafestival. Laska is een soort pasta waar de Hongaren soep van maken. Dit is typisch voor de omgeving van Cegléd. Tijdens dit gala zijn er volop proeverijen van typische streekgerechten.”

Wat vind je minder goed geregeld in Cegléd?
“Nou ja, in het lokaal georiënteerde schuilt ook een nadeel. Je moet weten wat er speelt, anders is Cegléd niet veel meer dan een klein, lief stadje. Ik vind het persoonlijk prettig, maar ik kan mij voorstellen dat het gebrek aan dynamiek door anderen als saai wordt ervaren. Ook is de mentaliteit wat conservatief. Als ik zie hoe Boedapest verandert: start-ups groeien als kool, nieuwe politieke bewegingen ontstaan, er gebeurt veel op cultureel gebied en ga zo maar door. Cegléd blijft hierbij achter. Er verandert weinig. Ik weet nog dat ongeveer vijftien jaar geleden het eerste Chinese restaurant opende. Nou, dat was een happening van jewelste. Inmiddels is er ook een Turkse kebabzaak, maar ik wil meer vooruitgang zien.”

En wat vind je fijn aan Den Haag?
“Dat er zoveel ruimte voor creativiteit is. Neem Lola’s Bikes en Coffee: koffiedrinken en fietsen maken. Dat is toch een unieke combinatie? En zo zijn er meer creatieve plekjes in de stad.”

Nog meer?
“Het klinkt misschien cliché, maar ik hou van de zee. De kust bij Meijendel is mijn vaste rustplekje. Als ik lange tijd weg ben geweest en ik kom weer terug, fiets ik altijd naar de zee. Het mysterieuze van het golvende water is even rustgevend als inspirerend. Niet dat ik per se hoef te zwemmen. Integendeel, ik vind het fijn om naar de zee te kijken. Dat mis ik in Cegléd. Als ik van daaruit naar de kust wil, moet ik naar Kroatië. Dat is al snel zes uur rijden, dus dat doe je niet even op een dagje. Maar goed, de omgeving van Cegléd is weer om een andere reden fraai.”

Te weten?
“De wijngaarden, waar onder andere de rosé van Kökény gemaakt wordt. Deze is lekker fruitig van smaak. Dit vind ik de lekkerste wijn van Cegléd en omstreken. Deze moet je zeker eens proeven. En een fietstochtje door de wijnvelden bij Cegléd kan ik iedereen aanraden.”

Heb je verder nog tips voor mensen die Cegléd willen bezoeken?
“Ik denk dat Cegléd vooral leuk is om met het hele gezin naartoe te gaan. Je hebt er thermaalbaden, een groot wildwaterpark, in de buurt is een dierentuin. Kortom, leuke activiteiten voor de kinderen. Verder zijn er in de omgeving kleine dorpjes die traditioneel zijn gebleven. Het is lekker relaxed. Je kunt er echt de Hongaarse cultuur opsnuiven. Maar als je meer van het uitgaan bent, adviseer ik je toch echt om naar Boedapest te gaan.”

| Foto’s: Privécollectie

Abonnee worden van DHC? Klik dan hier.