* ZOMERSERIE * Marcel van Eeden: ‘In Zwitserland vind je helemaal niets op de grond’
Voor de zomerserie ‘Wat voor weer zou het zijn in Den Haag’ interviewde DHC deze week de hedendaagse kunstenaar Marcel van Eeden.
Marcel van Eeden (51) , misschien wel de meest succesvolle hedendaagse kunstenaar uit Den Haag. Hij pendelt op het moment tussen Den Haag, waar hij een appartement heeft, Karlsruhe (Duitsland), waar hij professor is aan die Staatliche Akademie der Bildenden Künste en Zürich (Zwitserland), zijn thuisbasis waar hij met vrouw en jongste zoon woont.
Door Annerieke Simeone
Op welke plek verblijf je het meest momenteel?
“In Zürich, ik ben nu toevallig twee dagen in Den Haag omdat het Stedelijk Museum Schiedam een serie tekeningen van me heeft aangekocht. Eén keer in de twee weken verblijf ik in Karlsruhe waar ik aan vijfentwintig studenten les geef in beeldende kunst.”
Welke dingen vind je goed geregeld in Zürich?
“De treinen rijden op tijd en alles is schoon. Als ik naar Den Haag ga en zie hoe goor die treinstellen van de NS zijn, vreselijk, dat afval dat overal ligt. In Zwitserland vind je helemaal niets op de grond. Ja, een paar takjes.”
Zijn er ook dingen minder goed geregeld?
“Nou, ik kan het niet bedenken. Al krijg ik het ook wel eens benauwd van al dat nette. Zwitserland is wel erg stijf. Daar zie je mannen van in de zestig nog met een suède jasje aan hun auto wassen. Dan kun je zien dat daar de tijd heeft stilgestaan.”
Wat waardeer je aan Den Haag?
“De zee. Het licht is hier anders. Daar hielden de kunstenaars van de Haagse School ook zo van. Je hebt hier een grijs, zilverachtig licht in de stad. In Zürich is dat veel directer. Pats. Hard zonlicht, zoals je dat ook in mediterrane landen hebt.”
Wat is het eerste dat je doet als je in Den Haag terug bent?
“Ik loop oude boekenwinkels af.” Hij laat een boek zien met de titel ‘Wandelingen door Oud-Den Haag’. “Ik teken de wereld van vóór mijn geboortejaar, 1965. Dus ik ben altijd op zoek naar nieuw oud materiaal. En wat ik ook doe als ik weer hier ben, is een haring eten, desnoods bij de Albert Heijn uit een bakkie. En Indonesisch. Bij Dayang in de Prinsestraat haal ik af, bij Poentjak aan de Kneuterdijk ga ik echt uit eten.”
En in Zürich? Ga je daar vaak uit eten?
“Nou, met mate. Het is daar erg duur om uit eten te gaan. Maar ik heb wel een tip voor mensen die de stad bezoeken.”
Vertel.
“Ga naar de Kronenhalle, een legendarisch restaurant waar vroeger Coco Chanel, Yves Saint Laurent, Pablo Picasso en Alberto Giacometti aten. De Kalbfleisch geschnetzelt met rösti is erg lekker.”
En wat kost dat?
Van Eeden kijkt even op zijn mobiel. Daarna grinnikend: “Slechts zesenvijftig euro.” Ja, dan kun je beter hier eten, ik verbaas me altijd hoe goedkoop het in Nederland is. Als je wilt dineren met uitzicht op de Zürichsee kan ik je trouwens Seerose aanraden. Niet veel goedkoper dan de Kronenhalle overigens.”
Nog andere tips voor mensen die Zürich willen bezoeken?
“Zürich heeft mooie musea, zoals het Kunsthaus. En je moet natuurlijk even langs Löwenbräu-complex lopen. Daar heeft mijn vrouw een galerie.”
Met jouw werk zeker.
“Ja, precies.”
Klik hier als u een abonnement wil op DHC
