‘In Den Haag kan je heel goed op je eigen eiland wonen’

Burgemeester Pauline Krikke droomt van wijde verten.

Door

Door Mieke van Dixhoorn

“Hallo? De burgemeester hier!” Op een koude, donkere parkeerplaats staat de dienstauto van burgemeester Pauline Krikke stationair te draaien. Even wachten met wegrijden, want zijn we wel op het juiste adres? Kloppen en aanbellen helpt niet, dus roept de woordvoerder van Krikke door de brievenbus. Ze proest het uit: “Ja, zo komen we altijd binnen!”

Jawel, de deur gaat open en een warm welkom volgt. “De burgemeester besteld?” vraagt dezelfde woordvoerder bevestigend.  “Wat goed om u te zien!” Krikke is vandaag vrijwilliger bij het wekelijkse diner voor dak- en thuislozen bij het straatpastoraat. Voor de gasten is het een grote verrassing en bij binnenkomst klinkt er luid applaus en gejoel. Het nieuwe gezicht van Den Haag wordt direct overspoeld met handen, knuffels en heel veel verhalen. En hoewel ze resoluut koers zet naar de keuken, is er tijd voor iedereen.

De van oorsprong Friese Krikke is nu negen maanden burgemeester van de hofstad. Haar voorganger Jozias van Aartsen ging bijna een jaar eerder weg dan nodig was om zijn opvolger de kans te geven zich in te werken en de stad te leren kennen voordat deze te maken zou krijgen met de gemeenteraadsverkiezingen, op 21 maart 2018. “Dat is een enorm cadeau geweest,” zegt Krikke. “Ik weet hoeveel Jozias houdt van deze stad.” Ze heeft volop gebruikgemaakt van de extra tijd. Overal ging ze op bezoek, met iedereen die het maar aanbood, doorkruiste ze de stad. En het heeft geholpen: “Als er straks een nieuw college wordt gevormd, dan weet ik tenminste waar we het over hebben.”

Op straat

Waar je normaal gesproken misschien uit beleefdheid doet of je die bekende politicus of tv-ster niet ziet op straat, wil Pauline Krikke juist graag aangesproken worden. Ze loopt dan vaak door de stad. “Gewoon alleen. Dat doe ik op veel verschillende uren, ook ’s avonds laat.”

Vanaf de Lange Houtstraat, waar zij en haar man Ron Miltenburg wonen, maakt de burgemeester haar wandelingen. “Grote cirkels, dat doe ik vrij regelmatig. Als ik dan in de Schilderswijk loop, hoor ik: ‘Nee!’” Ze zet een verbaasde stem op en trekt een gezicht. “En dan zeg ik: ‘Jaha!’ En dan zeggen zij nog een keer: ‘Nee! Echt niet!’ En ik: ‘Ja, echt wel!’ ‘Ben jij echt de burgemeester van Den Haag?! En loop je hier gewoon helemaal zelf?’ ‘Ja, ik loop hier helemaal zelf, en wat ontzettend fijn dat ik je tegenkom.’”

Krikke vervolgt: “Steeds meer mensen maken praatjes met me. Daardoor word ik steeds Haagser en steeds meer de burgemeester. Het kan over van alles gaan. Soms is iemand vastgelopen in het systeem. Dan zeg ik: ‘Doe mij een mailtje, dan zet ik iemand erop.’ Maar ik kwam bijvoorbeeld ook een keer iemand tegen die zei pats-boem: ‘Ik ga naar de begrafenis van mijn beste vriend.’ Nou, daar praten we dan over. Over de leegte, over wat er is gebeurd, over hoe het voelt.”

Tijdens haar avondwandelingen loopt de burgemeester ook regelmatig door het Benoordenhout. “Daar kom ik ook mensen tegen. Die reageren minder verbaasd. Ze kijken nog een keer, ze zeggen: ‘Hallo Pauline.’ Hetzelfde idee. En weet je, het kan ook zijn dat het regent en we tegen elkaar zeggen: ‘Wat is het een snertweer!’ Krikke laat de ‘r’ in snert extra Benoordenhouts klinken. Ze gniffelt, de sfeer is goed. “Het hoeft niet allemaal een diepe lading te hebben.”

32 jaar

Bij een huiskamerbijeenkomst in datzelfde Benoordenhout vertelde de burgemeester dit najaar over een van haar dromen voor Den Haag. “Dat mensen wat dichter bij elkaar komen. Dat bedoel ik ook praktisch: je komt met de tram niet snel door verschillende delen van de stad. Je kan lange lijnen maken zonder bij elkaar op bezoek te komen. Heel erg jammer. Als ik deze stad iets gun, is het meer verbinding. In Den Haag kan je nu heel goed op je eigen eiland wonen.”

Een oudere dame op de eerste rij mompelde daarop: ‘Ik vind het eigenlijk wel prettig zo.’ Krikke zegt nuchter: “Diezelfde mevrouw zei daarna dat ze voor het eerst op de fiets naar de Haagse Markt was geweest. En ze woont al 32 jaar in het Benoordenhout. Daar kan je dan op twee manieren op reageren. ‘Dat werd weleens tijd,’ of – wat ik zei – ‘Wat goed dat u dat gedaan heeft.’ Ik denk dat het belangrijk is om mensen te stimuleren die stap te zetten.

Een mens wordt namelijk ‘echt’ als je ermee gesproken hebt. Als je op de markt loopt en je wilt iets kopen, moet je met de kooplieden praten. Gek genoeg blijkt dan: het zijn gewoon mensen.” Ze zegt het met een stralende glimlach. “Je kan gewoon met ze praten en het is helemaal niet eng of bedreigend. Het is goed als mensen die positieve ervaring hebben.” Ze buigt voorover en voegt toe: “Al mag het iets korter duren dan 32 jaar.”

Wijde verten

De kleine Pauline droomde er niet van om burgemeester te worden, of profvoetballer, of prima ballerina. Bij het laatste beroep gooit de volwassen versie wel even haar armen in de lucht, ter illustratie. “Nee, als kind droomde ik heel erg van de wijde verten. Reizen naar plekken waar mensen woonden die er anders uitzagen dan jijzelf – ik had vrij snel door dat dat zo was.” Hoe ze op dat idee kwam, weet ze niet zo goed. “Ik ben geboren in 1961, dus net wel van een televisieachtige achtergrond, maar ik herinner me vooral tijdschriften met foto’s van verre horizonten die ik doorbladerde. En als ik een vliegtuig zag vliegen, dacht ik: goh, waar zou die heen gaan? Onderweg zijn, naar andere mensen en culturen, daar droomde ik echt van.”

En de droom kwam uit. Krikke zat zowel in het landelijke als het internationale bestuur van het Rode Kruis en bezocht zo vele uithoeken van de wereld. “Ik was in Japan nadat de tsunami er had huisgehouden en ze tegelijk te maken hadden met een nucleaire ramp. Dat heeft veel indruk gemaakt, vooral hoe het dagelijkse leven en de cultuur van mensen waren verstoord.”

“In Malawi was ik om geïmpregneerde muggennetten tegen malaria uit te delen. Daar zat ik met een lokale vrouw op de rand van zo’n echt Afrikaanse hut. We hebben goede gesprekken gehad over hoe ze in het leven stond en wat ze belangrijk vond. Door al die reizen heb ik gemerkt dat je eigen cultuur relatief is. Je neemt je eigen cultuur en opvoeding als waarheid, maar in die zin kunnen er verschillende waarheden naast elkaar bestaan. Dat relativeert erg.”

Spiraal

Bij haar installatie als burgemeester benoemde Pauline Krikke twee speerpunten: het klimaat en huiselijk geweld. Niet de makkelijkste problemen om aan te pakken, of oplossingen om van te dromen. “Voor mij hoort het allebei thuis in de stad van vrede en recht. Of het nu gaat om de schaarste die ontstaat door de klimaatverandering die niet gelijk wordt verdeeld, of om het feit dat vrede en recht niet alleen dingen voor ver weg zijn, maar ook horen achter onze eigen Haagse voordeur.” Dromen betekent voor de burgemeester ook beleid maken: “Je dingen kunnen voorstellen die er nu nog niet zijn.”

Huiselijk geweld is al sinds haar gemeenteraadslidmaatschap in Amsterdam een belangrijk thema. “Een van mijn eerste werkbezoeken was aan een blijf-van-m’n-lijfhuis. Sindsdien laat het me niet meer los. Huiselijk geweld is een van de meest fnuikende dingen die je kan meemaken. Of je nu getuige bent of slachtoffer. Het blijft bij je, de rest van je leven. Het blijkt dat je op latere leeftijd vaak zelf communiceert in geweld. Als slachtoffer kan je dader worden, niet omdat je het wilt, maar omdat het in je systeem zit. Die spiraal wil ik doorbreken.”

Hoe? “Dat is natuurlijk ingewikkeld. Volgens de statistiek zit er in elke klas minimaal één kind dat te maken heeft met mishandeling. En ongeveer vijftig moorden per jaar zijn het gevolg van huiselijk geweld. Ik denk dat die cijfers nog maar het topje van de ijsberg zijn. Ik kan en wil dus niet zomaar een brief naar de gemeenteraad sturen en denken dat het daarmee opgelost is. Ik kom in januari met een bredere aanpak, maar ik heb in ieder geval bij het OM het belang benadrukt van ambtshalve vervolgen, om zo te bevorderen dat dit vaker dan tot nu toe gebeurt.”

Dit houdt in: “Vaak als de dader van huiselijk geweld wordt aangehouden, trekt het slachtoffer de aangifte in. Als de dader bijvoorbeeld zegt: ‘het was maar één keertje, zo bedoelde ik het niet.’ Bij ambtshalve vervolging kan de officier van justitie gewoon doorzetten. Dat is belangrijk voor het veiligheidsgevoel van het slachtoffer en om de dader te laten merken dat dit niet de bedoeling is. Het is vergelden, straf en hulpverlening.”

Door erover te praten als burgemeester wil Krikke ook het probleem uit de taboesfeer halen. “Slachtoffers schamen zich vaak verschrikkelijk en denken dat het alleen bij hen gebeurt. Dat is niet zo. Het komt net zoveel voor in de Schilderswijk als in het Benoordenhout. Ik hoop mensen zover te krijgen dat ze hulp gaan zoeken.”

Onparlementair

In de auto op weg naar het straatpastoraat komt het gesprek op het Nederlandse vrouwenvoetbalteam, dat Europees kampioen werd, en de vraag of zij dezelfde vergoeding zouden moeten krijgen als de mannen – of in ieder geval meer dan ze nu krijgen. Als eerste vrouwelijke burgemeester van Den Haag is Krikke ervaringsdeskundige als het gaat om aangesproken worden op het vrouw-zijn. Ze is er duidelijk over: “Als ik beslis om een demonstratie toe te laten, doe ik dat niet als vrouw.

Ik doe het als burgemeester. Het is niet anders dan bij mijn collega’s. Kijk, je kan mij met weinig bozer maken dan een vrouw benoemen en er dan bij zeggen: ‘We hebben wel op kwaliteit geselecteerd.’ Alsof …” Haar blik is menens: “Die man is zeker aangenomen, omdat hij zo’n mooi donkerblauw pak aanhad. Rot op! Zeg ik dan even onparlementair, rot op!”

De burgemeester wil alleen beoordeeld worden op haar ambt. “Dat ik vrouw ben, is een toevalligheid.” Al heeft het ook zeker leuke kanten: “Overal waar ik kom, nemen vrouwen mij apart – echt overal. Die zeggen dan: ‘Ik ben zo trots dat wíj nu burgemeester zijn!’” Ze balt haar vuist en glimlacht: “Het is een soort club.”

In de keuken bij het straatpastoraat toont de burgemeester zich een ijverige, serieuze vrijwilliger. Niks alleen maar gezelligheid en fotomomenten, er zal gewerkt worden. Opscheppen – ‘zoals moeder vroeger bij de verjaardag’– uitserveren met een stralende glimlach en ook de afwas doen, inclusief het afnemen van de dienbladen. Tussendoor is er tijd voor foto’s, grappen en grollen op z’n Haags, en de burgemeester steekt ook hier zeker een paar mensen een hart onder de riem.

| Foto: Piet Gispen

Wilt u een abonnement op DHC? Klik dan hier.

Pasfoto Mieke
Bekijk meer van