DHC

Waarom ben ik tegen mijn hond altijd zo uitzonderlijk opgewekt en waarom vermijd ik in gesprekken met haar woorden waarvan ik denk dat ze te moeilijk zijn?
Dat komt omdat ik van haar hou.

Door

Waarom ben ik tegen mijn hond altijd zo uitzonderlijk opgewekt en waarom vermijd ik in gesprekken met haar woorden waarvan ik denk dat ze te moeilijk zijn?
Dat komt omdat ik van haar hou.
Daarin ben ik thuis niet de enige. Mijn vrouw en ik offreren het beest al jaren een totaalpakket aan tederheid, warmte en plezier.

Soms licht mijn vrouw haar hielen om in Zeeland een poosje van me af te zijn en dan belt ze alleen om te vragen hoe het met de hond is. Het is dat ze dit via mij te weten moet komen, want ’t liefst zou ze rechtstreeks met het beest zelf hebben gebeld. Hoe het mij vergaat en mijn wasprogramma, is in het gunstigste geval secundair, maar is in de regel niet van belang.
De hond en ik samen thuis: dan klappen we het ordeboek dicht en verleggen de grenzen.

We geven samen een virtuoze uitvoering aan wat onder normale omstandigheden volstrekt verboden is, zoals samen in bed, en ook zweren we samen om dit later te kunnen ontkennen.
We gooien op bed een balletje tegen de muur en doen dan met kinderlijk genoegen wie ’m het eerst vangt. Meestal is zij dat. Glorie van triomf is mij vreemd. Als we eenmaal uitgespeeld zijn, allebei de tong uit ons bek, neem ik genoegen met het uiteinde van het bed.

Dat is de enige manier om er midden in je slaap niet beroerd bij te komen liggen. Een hond doet namelijk naarmate de nacht vordert aan landverovertje.
In het begin deed ik dat fout. Dan gaf ik haar in mijn slaap een zwieperd en dan stond ze me vervolgens midden in de nacht met haar voorpoten op de rand van het bed aan te staren alsof zich afvroeg of ik nu werkelijk van haar hield of dat ze dit slechts gedroomd had.

Maar vanmorgen wilde ze niet eens het bed uit. Ik heb haar zelfs naar beneden moeten dragen. Ze wilde niks, niet eens plassen. Er ligt nu een zieke hond met z’n kop tegen de centrale verwarming. Haar neus is droog.
De aardigheid van de nieuwe dag is er dus voor mij nu af.

Ik had twee afspraken en ik heb ze allebei gecanceld. Zelfs u moet het met een paar woorden minder doen. Het beest gaat voor. Bovendien moet ik het bed verschonen, want ze heeft ook nog eens haar welvaart uitgekotst. Ik heb haast, want ik heb mijn hond beloofd dat ik ’t niet tegen mijn vrouw zal zeggen.

Oh God, telefoon.
Sorry, ik ben weg. Ik ga heerlijk liegen.

Jan D. Swart

Standaardportret
Bekijk meer van