Column: Over de herfst en te veel tijd om na te denken

Terwijl de dagen korter worden, denkt schrijfster Mira Feticu meer na over liefde en heimwee. ‘De moeilijkste vraag die ik mezelf stel als ik niet kan slapen is: wie heeft er van mij gehouden?’

Door

Ik zit weer lang na te denken. Misschien omdat het herfst wordt en de dagen korter zijn. Als ik niet kan slapen, kijk ik soms met Google Maps naar het dorp waar ik geboren ben. Vaak heb ik geen Google Maps nodig, het landschap zit in mijn hoofd en in het donker in bed zie ik of een bepaalde bocht daar nog ligt, of er nieuwe huizen bij gekomen zijn, of een hoek van het ravijn ingestort is. Ik zie veel. Ook binnen in mij. Als kind leefde ik in de wereld van de natuur, ook omdat alles redelijk primitief en eenvoudig was, niet alleen omdat het dorp letterlijk in een soort vallei of ravijn gelegen was.

Op mijn dertiende hebben ze me naar de wereld van het intellect gestuurd. Om er iets van te bakken, zeg maar. Het was geen gok, ik moest. Naast het intellect was er onveiligheid, honger, eenzaamheid. En nu ben ik weer alleen, zoals altijd, zegt een stem in mij als ik niet kan slapen. Ik kan het interessanter formuleren: ik ben weer terug in de wereld van de natuur. Maar vanbinnen, bij de natuur in mij, op het innerlijke pad. Ik ben de ervaring dankbaar.

 

In mijn dorp denken ze dat ik het gemaakt heb
Mira Feticu

 

In mijn dorp denken ze dat ik het gemaakt heb. Maar ik weet het nog niet zo zeker. Want hoe ik het zie: wat belangrijk is, kun je ook in het dorp bereiken. Liefde geven en liefde krijgen. De moeilijkste vraag die ik mezelf stel als ik niet kan slapen is: wie heeft er van mij gehouden? Want ik weet van wie ik gehouden heb. En dan denk ik aan mijn vriendinnetje van de basisschool in mijn dorp. Veel leuker dan ik, simpeler, opgroeiend in een grote familie waarin iedereen van haar hield. Ongetrouwd gebleven. Ik, op 3000 kilometer afstand, houd nog steeds van haar. Ze is naaister geworden. Ik bewonder haar, voor het leven daar. Ik denk dat zij mij bewondert.

Ik vraag me niet af wie van ons gelijk heeft en welk leven waardevoller is. Want elk leven is een avontuur en wat we geven is de moeite waard. Maar de herfst komt en het is koud. En als ik niet kan slapen, denk ik aan wie er van mij gehouden heeft. Want ik weet van wie ik gehouden heb. En wat ik nog zekerder weet, is dat mijn vriendinnetje in haar dorp, dat ooit ook mijn dorp was, beter slaapt en zich niet afvraagt wie er van haar gehouden heeft. Een kwestie van zenuwen, misschien. Of van een te vroeg geïnstalleerde Google Maps in een kinderbrein. Of, zoals ze in mijn dorp zouden zeggen: te weinig fysiek werk en buitenleven. Te veel tijd om na te denken.

De redactie biedt u dit verhaal gratis aan. Meer Haagse verhalen? Neem een (proef)abonnement op weekkrant Den Haag Centraal. Elke donderdag in de bus. De krant is ook verkrijgbaar bij onze verkooppunten.

Standaardportret
Bekijk meer van