Column: Klein Calais achter de duinen
De politiek reageert geschokt op de cijfers uit de nieuwe daklozentelling, maar van concrete actie is nog geen sprake, schrijft columnist Christiaan Weijts.
Nu de bladeren vallen wordt ook het beschamende zichtbaar. Ergens tussen de nette Archipelbuurt en Madurodam bijvoorbeeld. Daar staan ze, door de kale takken iets beter te zien, op een heuvel aan de Dr. Aletta Jacobsweg: een handjevol tentjes, als hutten op een terp.
Waarschijnlijk nieuw gekocht van die Decathlon-bonnen die het Leger des Heils ze gaf nadat ze door de NAVO-top tijdelijk het bos uit waren gejaagd. De nieuwe slaapzakken aan de waslijnen, naast verregende kleding, onder een oranje bouwzeil als afdak.
Klein Calais in de Scheveningse Bosjes.
Het is maar het topje van een schaamteberg: 7201 dak- en thuislozen zijn er volgens de laatste telling. “Ik vond dat verschrikkelijke cijfers om te moeten lezen,” aldus wethouder Mariëlle Vavier (GroenLinks, armoede, inclusie, zorg en internationale zaken) in het debat erover. “Een heftig beeld. Achter ieder cijfer staan evenzoveel mensen en kinderen, het raakt ons allemaal en is ook onacceptabel.”
Het is een schuldbekentenis zonder consequentie
De woorden van Jan de Vries van Straat Consulaat waren vlijmscherp geweest. Hij gaf complimenten aan iedereen die zich inzet voor dakloosheid binnen onze gemeente: “Complimenten aan hen, want ze hebben een onmogelijke opdracht gekregen. Zij werken in een systeem dat gedoemd was te falen. En dat nu ook helemaal kapot is. Een systeem dat gericht is op het managen van dakloosheid, niet op het oplossen of voorkomen ervan.”
‘Razor sharp’. Na die scheerbeurt heeft de schuldbewuste riedel vanuit het college veel weg van een soort morele aftershave. Het prikt wel even, maar de pijn is van korte duur. Wat blijft hangen, is een zoetwarme geur van welwillendheid.
Schaamte is een Haags ritueel. Hartverscheurend. We zijn met de neus op de feiten gedrukt. “Wat hebben we gedaan? Niet genoeg,” aldus de wethouder. Het is een schuldbekentenis zonder consequentie.
En welke concrete stappen gaan er nu gezet worden? In het debat hoorden we veel ideeën, maar geen echte toezeggingen.
De grote steden stuurden een gezamenlijke brandbrief naar het Rijk. De wethouders pleiten voor een soort spreidingswet. Afschuiven, dunner uitsmeren. Als we ze nu verspreiden over Alphen aan de Rijn, Vleuten en Vaals, dan zien we ze niet meer, of nauwelijks.
Alsof daklozen zoiets als distributiecentra zijn, waar je vanaf een spreadsheet mee kunt schuiven, en dat ze zich dan ook laten verplaatsen.
Ze zijn juist in de grote steden vanwege de werkgelegenheid. Bovendien lijken we maar amper te weten wie het zijn.
Op de een of andere manier is dat tekenend: we kunnen ze wel tellen maar niet bereiken
Over die vijf kinderen die bij de telling daadwerkelijk op straat waren aangetroffen, zei de wethouder dat de gemeente die niet heeft kunnen achterhalen. Op de een of andere manier is dat tekenend: we kunnen ze wel tellen maar niet bereiken.
Vijf kinderen slapen op straat in een stad met meer hotelkamers dan sociale woningen.
Zeventig procent van de daklozen valt buiten het beleid, aldus het Straat Consulaat, dat een Appeltje van Oranje, een koninklijke onderscheiding, ontving in de week dat het gemeentebestuur zijn eigen falen erkende.
Het is een ingewikkeld probleem, dat snap ik ook wel. Tegelijkertijd zie ik ook dat het in de kern helemaal niet ingewikkeld hoeft te zijn. We hebben een enorme leegstand, van 246.480 vierkante meter. Dat is één procent van het totale woningaanbod.
Tsja, die 7201 zijn ongeveer één procent van de Haagse bevolking.
Eén en één is twee, toch? Niet in de Haagse logica. De echte armoede is dat de oplossing er wel is, maar niet benut mag worden. In die logica blijft één plus één: drie keer niks.
De redactie biedt u dit verhaal gratis aan. Meer Haagse verhalen? Neem een (proef)abonnement op weekkrant Den Haag Centraal. Elke donderdag in de bus. De krant is ook verkrijgbaar bij onze verkooppunten.