Gymnasium op het Johan de Witt: ‘Dit gaat in tegen alle vooroordelen’

Ze moesten in een halfjaar het hele onderbouwprogramma inhalen, maar de leerlingen van gymnasium 4 van de Johan de Witt Scholengroep laten zien dat je op wilskracht ver kan komen. Zij gaan straks als eersten met een gymnasiumdiploma van school.

Door

Maandagmiddag, 14.00 uur. Kristel Henquet, docent aan de Johan de Witt Scholengroep, loopt haar klaslokaal in. Ze staat op het punt de les Grieks te beginnen. Een vijftal leerlingen zit al klaar. Hoewel ze er al een hele schooldag op hebben zitten, kijken ze iedere week weer uit naar dit moment. “Vanwege de verhalen en de mythologie,” begint Georgia (16). “En dat je een taal leert kennen die normaal niet wordt gesproken,” vult Vanesa (15) haar aan. Ze lacht: “Wij zijn eigenlijk de enigen op school die dat begrijpen.”

Sinds vorig jaar biedt de Johan de Witt Scholengroep op de locatie Zusterstraat in de Schilderswijk naast mavo, havo en vwo ook een gymnasiumprogramma aan. “De licentie lag er al een tijdje,” vertelt Henquet. “De enige wettelijke vereiste voor een gymnasiumdiploma is het eindexamen Latijn of Grieks. Maar we hadden niemand die dat kon geven.”

 

Ze stonden letterlijk aan mijn deur: mogen we alsjeblieft meedoen?
Kristel Henquet, docent

 

Onder haar leiding besloot de school kennismakingsmodules Grieks en Latijn aan te bieden. In eerste instantie alleen voor eerste- en tweedejaarsscholieren. Tot ook derdejaars zich kwamen melden. Henquet: “Zij stonden letterlijk aan mijn deur: wij horen dat we hier een gymnasiumdiploma kunnen halen, mogen we alsjeblieft meedoen?”

Motivatie

Dat ze in een halfjaar tijd het hele onderbouwprogramma zouden moeten inhalen, schrikte hen niet af. Integendeel: “Deze leerlingen hebben een enorme intrinsieke motivatie,” vertelt Henquet trots. “Van school kregen ze maar twee uurtjes, dus ze hebben heel veel in hun eigen tijd gedaan. Toetsen gemaakt zonder dat ze er een cijfer voor kregen, woordjes geleerd zonder dat het meetelde.”

En met succes: van de twaalf leerlingen die aan het programma begonnen, hebben er negen het geschopt tot de vierde klas van het gymnasium. “Het is natuurlijk jammer dat ik niet iedereen heb kunnen meenemen. Voor sommigen ging het logischerwijs gewoon te snel. Tegen hen heb ik ook gezegd: als je hier drie jaar de tijd voor had, was het je waarschijnlijk wel gelukt.”

De vijf leerlingen die zich deze middag klaarmaken voor de les Grieks van Henquet, slaagden er wel in de bovenbouw te bereiken. De docente ziet een grote diversiteit aan achtergronden in haar klas. “Leerlingen die bijvoorbeeld van een gymnasium af komen of juist hier in de wijk wonen. Leerlingen die in Nederland zijn geboren, maar ook kinderen die zijn begonnen in een internationale schakelklas,” somt ze op. “Ik heb zelfs leerlingen die vanuit groep 8 met een mavo-advies de school zijn binnengekomen en die in de afgelopen jaren zijn opgeklommen naar het gymnasium.”

 

Latijn heeft veel overeenkomsten met het Roemeens, mijn moedertaal
Anastasia (18), leerling

 

Senna (15) en Meryam (16) begonnen hun middelbareschoolloopbaan op een van de gymnasia in Den Haag. Toen ze twee jaar na hun overstap naar het Johan de Witt de kans kregen om van het vwo terug te keren naar het gymnasium, grepen ze die met beide handen aan. “Ik wil na de middelbare school graag geneeskunde studeren,” vertelt Meryam. “Met een gymnasiumdiploma maak je toch meer kans om door de selectie te komen.”

Die drijfveer herkent haar docent ook bij de andere leerlingen. “Hoewel atheneum en gymnasium allebei vwo-diploma’s zijn met een even grote waarde, is er toch nog altijd die status van het gymnasium,” zegt ze. “Dus dat zit bij de meesten in het hoofd. Het is ook wel typisch voor deze generatie: ze leggen veel druk op hun cijfers en zijn al heel vroeg bezig met hun toekomst.”

Taalgevoel

Terwijl Henquet de tafels bij elkaar schuift, pakken haar leerlingen – allemaal meiden – hun boeken erbij. Behalve de achttienjarige Anastasia. Ze is een van de vijf leerlingen die geen Grieks, maar Latijn hebben gekozen. Omdat haar uurtje Duits is uitgevallen en ze wat tijd moet overbruggen, komt ze haar klasgenoten in de les van Henquet vergezellen. Over haar keuze voor Latijn zegt ze: “Ik vind het gewoon een heel leuke taal. En het heeft veel overeenkomsten met het Roemeens, mijn moedertaal.”

Anastasia komt, net als de Griekse Georgia en de Bulgaarse Vanesa, uit een internationale schakelklas (ISK), speciaal onderwijs voor kinderen die nog maar kort in Nederland zijn en de taal nog niet spreken. Toch is meer dan de helft van de vierdejaarsgymnasiasten in dit soort klassen begonnen. Henquet: “Normaal krijgen deze leerlingen te horen: eerst je Nederlands op orde, dan pas mag je moeilijke dingen doen. Maar bij hen zie ik precies het tegenovergestelde. Wat zij doen, gaat in tegen alle vooroordelen.”

Volgens de docente plukt die groep juist de vruchten van z’n meertaligheid. Bovendien helpen de klassieke talen hen bij het beheersen van het Nederlands. “Het vertalen van Griekse teksten is een goede oefening,” beaamt Georgia. Vanesa knikt. “Sinds ik op het gymnasium zit, is mijn Nederlands echt beter geworden.”

Hoger doel

Hoewel Henquet blij is dat het Johan de Witt nu ook gymnasiumonderwijs aanbiedt, is er volgens haar nog een wereld te winnen. Als ze er de tijd voor had, zou ze het hele lesprogramma zelf vormgeven. Nu gebruikt ze, soms met tegenzin, de bestaande methoden. “Ik kan me niet helemaal vinden in hoe de cultuurgeschiedenis van de oudheid in de methoden wordt gepresenteerd,” legt ze uit. “Het hele beeld van Europa als bakermat van de Westerse beschaving klopt niet. Daar kunnen we echt niet meer mee aankomen. Wetenschappelijk onderzoek is al veel verder, maar op de een of andere manier sijpelt dit nog niet helemaal door in het middelbaar onderwijs.”

Dit gevoel wordt versterkt door het feit dat veel van haar leerlingen een biculturele achtergrond hebben. “Ik heb op nog geen enkele school zo vaak de vraag gekregen: waarom leren we eigenlijk Grieks en niet bijvoorbeeld Arabisch? Daar heb ik dan geen antwoord op.”

 

Door hen ben ik gaan geloven dat iedereen het in zich heeft
Kristel Henquet, docent

 

Een verandering in denkwijze is voor Henquet een hoger doel, waarvan ze weet dat er meer tijd voor nodig is. Daarom richt ze zich nu op het Johan de Witt, waar ze hoopt een verschil te kunnen maken. “Ik vind dat iedereen in Nederland, iedereen met het cognitieve vermogen en de capaciteiten om vwo te doen, ook de kans moet krijgen om een gymnasiumdiploma te halen.”

Rolmodellen

Inmiddels volgen alle eerstejaars vwo-leerlingen een halfjaar lang kennismakingsmodules Grieks en Latijn. Daarnaast geeft ze les aan klas 2 en 3, kleine groepjes van respectievelijk vijf en drie leerlingen groot. Henquet hoopt halverwege dit schooljaar nog instroommomenten te organiseren, met name voor ISK-leerlingen. Ze denkt aan de vierdeklassers. “Door hen ben ik gaan geloven dat iedereen het in zich heeft,” zegt ze trots. “Het geeft mij ook echt heel veel vertrouwen om verder te gaan.”

Tot haar school het zelf ging aanbieden, wist Vanesa niet wat het gymnasium was. Straks is ze, samen met haar acht klasgenoten, de eerste die het Johan de Witt verlaat met een gymnasiumdiploma op zak. De leerlingen zijn een inspiratiebron voor hun docent, maar ook voor alle scholieren die na hen komen. Op de vraag of ze hier weleens over hebben nagedacht, kijken Senna, Anastasia, Meryam, Vanesa en Georgia elkaar eerst een beetje verbaasd aan. “Ja,” zegt Vanesa dan. “Ik denk dat ik nu wel besef dat we rolmodellen kunnen zijn.”

De redactie biedt u dit artikel gratis aan. Meer Haagse verhalen? Koop de papieren editie van Den Haag Centraal bij een van onze verkooppunten of neem een (proef)abonnement

Standaardportret
Bekijk meer van