Gemeente scherpt parkeerstrategie aan: ‘We gaan het in de hele stad doen’
Aanpassingen aan het huidige beleid moeten een ‘nieuwe impuls’ geven aan het al jaren netelige Haagse parkeerdossier.
Hagenaars zouden niet langer drie parkeervergunningen moeten kunnen krijgen en draagvlak van de buurt hoeft geen voorwaarde meer te zijn bij uitbreiding van betaald parkeren. Dat schrijft wethouder Arjen Kapteijns (GroenLinks, mobiliteit) in een voorstel aan de gemeenteraad. “We willen de stad, die steeds drukker wordt, leefbaar en bereikbaar houden,” licht hij toe. De invoer van betaald parkeren is al een aantal jaren aan de gang, maar is nu officieel vastgelegd.
Momenteel hebben ruim 1000 Hagenaars drie parkeervergunningen op hun naam staan, blijkt uit cijfers van de gemeente. Dat mogen er straks maximaal twee zijn, waarbij iedere wijk een vergunningenplafond krijgt. Is het maximale aantal bereikt, dan komen mensen die een tweede vergunning willen op een wachtlijst.
Een al eerder aangekondigd nieuw systeem voor parkeervergunningen, dat begin volgend jaar in gebruik moet worden genomen, geeft op wijkniveau inzicht in het aantal vergunningen en parkeerplekken. Zo kan de gemeente zien of een vergunninghouder nog in de wijk woont waarvoor hij een vergunning heeft gekregen. Kapteijns: “Dat gaat veel opleveren. Op die manier gaan alle oneigenlijke eigenaren eruit.”
Geen draagvlak
Het parkeerbeleid van de gemeente houdt de gemoederen al een aantal jaren flink bezig. Begin dit jaar ging het wijzigen van de tijden voor betaald parkeren in Laakkwartier en Rustenburg-Oostbroek niet door na protesten van bewoners. Zij meenden dat aanpassing van de zogenaamde venstertijden weinig zou oplossen en laakten de communicatie van de gemeente.
Participatie is mogelijk op de vraag ‘hoe?’, maar niet op ‘wat?
Over dat laatste gaf Kapteijns eerder al toe dat er fouten zijn gemaakt. Hij wil voortaan vanuit de gemeente ‘tijdig, transparant en intensief’ communiceren. “Het betrekken van mensen is ontzettend belangrijk. In Rustenburg-Oostbroek hebben we wel leergeld betaald.”
Maar goed communiceren betekent niet dat de gemeente nog met bewoners in conclaaf gaat over de vraag óf betaald parkeren wordt ingevoerd, legt Kapteijns uit. “Participatie is mogelijk op de vraag ‘hoe?’, maar niet op ‘wat?’. Ook dat is goede participatie: duidelijk zijn over waar bewoners wel en geen invloed op hebben.” Het schrappen van het ophalen van draagvlak vooraf is bedoeld om een ‘waterbedeffect’ te voorkomen, aldus Kapteijns: “Voer je betaald parkeren in een wijk in, dan krijg je last in de wijk ernaast. Vanaf nu gaan we het gewoon in de hele stad doen.” De venstertijden, de uren wanneer betaald parkeren geldt, moeten in principe bij nieuwe invoeringen overal van 18.00 uur tot middernacht duren.
Grote auto’s
Aanvullende maatregelen komen mogelijk later op tafel. Kapteijns wil grotere personenauto’s, zoals SUV’s en elektrische voertuigen, op een andere manier reguleren, ook onderzoekt de wethouder of het mogelijk is voor motoren eveneens betaald parkeren in te voeren en hij wil kijken of de handhaving ‘extra stappen’ kan nemen, zoals het beboeten van auto’s die niet netjes in het parkeervak staan. Ook moeten ‘mensen met een kleine portemonnee’ een tegemoetkoming krijgen voor hun vervoerskosten.
Kapteijns wil daarnaast korte metten maken met de vele bestelbusjes op de stoep, waar met name bewoners in Rustenburg-Oostbroek last van hebben. De maatregel om voortaan maximaal één bewonersvergunning met een werkgeversverklaring per persoon toe te staan is al eerder aangekondigd. Daarbovenop zoekt de gemeente locaties ‘buiten of aan de rand van een woonbuurt’ waar mensen hun busjes kunnen stallen.
Volgende maand wordt betaald parkeren ingevoerd in die delen van de Architectenbuurt en Moerwijk waar dat nu nog niet geldt. Daarna komt gefaseerd de rest van de stad aan de beurt, met uitzondering van Vroondaal, Wateringse Veld en stadsdeel Leidschenveen-Ypenburg, tenzij de parkeerdruk daar ook te hoog oploopt. Het gehele traject duurt in ieder geval tot 2030. De gemeenteraad gaat in oktober in debat over de plannen van de wethouder.