Ingrijpende verandering havens onvermijdelijk: stad aan zee, of stad achter de duinen?
Om de stijging van de zeespiegel het hoofd te bieden, werkte de gemeente Den Haag twee scenario’s uit voor het verstevigen van de kustlijn. Dat levert een duivels dilemma op.
Moeten in Scheveningen nieuwe duinen worden aangelegd om de stad te beschermen tegen de stijgende zee, waarmee de badplaats zijn zicht op zee verliest? Of kiest de stad voor een minder veilig plan om de zeewering op te hogen en aan te passen? Dat is in de kern de vraag waarover wethouder Barker met de stad in discussie wil.
Directe aanleiding is het nieuwe deltascenario waaraan de landelijke overheid, wetenschappers en kennisinstituten werken. In dat rapport wordt de richting aangegeven om ons land te beschermen tegen de zeespiegelstijging.
Voor ons is het belangrijkste uitgangspunt natuurlijk dat we een stad aan zee blijven, en niet in zee
In dat rapport wordt de richting aangegeven om ons land te beschermen tegen de zeespiegelstijging. Een van de scenario’s waarnaar gekeken wordt is om de kustlijn van Zeeland te verkleinen en te versterken met de aanleg van een groot binnenmeer voor de kust.
Het herijkte deltascenario is in 2026 klaar, en zal ook een hoofdstuk Scheveningen bevatten – een van de zwakke schakels in de zeewering van Nederland. Barker: “Voor ons is het belangrijkste uitgangspunt natuurlijk dat we een stad aan zee blijven, en niet in zee. Maar het is natuurlijk ook gewoon verstandig om zelf ideeën aan te dragen, om als grote stad aan zee mee te praten en invloed te hebben op de plannen die gemaakt worden voor onze kustlijn.”
Dringend
Niet iedereen is bereid de prognoses over zeespiegelstijging te aanvaarden. Maar klimaatwetenschap is harde natuurkunde, en de inzichten zijn sterk verbeterd. De specialisten van het Kennisprogramma Zeespiegelstijging adviseren dringend om rekening te houden met een stijging van de Noordzee van 40 centimeter in 2050, 1.20 meter in 2100, en zelfs 2 meter in 2150.
Een aanzienlijk deel van de zeespiegelstijging komt door opwarming van de oceaan, waardoor de watermassa meer volume krijgt. Maar in de sterk opwarmende wereld zal het smeltende ijs van de gletsjers op de bergen en de grote ijskappen op en rond de polen een steeds groter aandeel opeisen.
Als Antarctica instabiel wordt, en de eerste tekenen daarvan zijn al zichtbaar, dan kan het snel gaan; in 2100 zou de zeespiegel dan zelfs al 2,5 meter hoger kunnen zijn.
We willen met zoveel mogelijk mensen praten en weten: wat zijn nou precies de voor- en nadelen van deze twee denkrichtingen
Den Haag moet veilig blijven, benadrukt Barker, en niet verrast worden door tegenvallers. Zijn ambtenaren hebben daarom de afgelopen maanden de Haagse Verkenning Zeespiegelstijging geschreven, bedoeld als aanzet van een discussie met daarin twee scenario’s. “Het is niet bedoeld om daar nu uit te kiezen. We willen met zoveel mogelijk mensen praten en weten: wat zijn nou precies de voor- en nadelen van deze twee denkrichtingen. Wat is het beste voor de stad, voor de economie?”
Vooroever
De Haagse kustlijn is elf kilometer lang, en acht daarvan bestaat uit zogenaamde zachte zeewering; dat is de ondiepe vooroever van de zee (die bij storm de golven moet breken), het strand en de duinen; over deze zanderige wering hoeven de beleidsmakers zich wat minder zorgen te maken: pas na drie meter zeespiegelstijging dreigen er serieuze problemen – al moet dan wel bijna permanent extra zand op het strand en in de vooroever van de zee gesuppleerd worden.
Het zwakste deel van de kustlijn is de drie kilometer lange harde zeewering: dat is de zeedijk die het havengebied omarmt en die onder de nieuwe boulevard ligt. Als de zee een meter hoger staat, dan begint het daar al te kraken en te barsten. De kades lopen dan bijna dagelijks onder water en de boulevard voldoet bij storm dan niet meer aan de eisen van veiligheid.
Het kwetsbaarst is het buitendijkse gebied, aan de zeekant van de zeedijk, en dus niet beschermd door de zeewering. De Pier is daar hét voorbeeld van, maar ook het Kurhaus en de havens zijn onbeschermd.
De laatste hebben ook nog eens een open verbinding met de zee; de achtergelegen visafslag en duizenden woningen en bedrijven in deze ‘kom’ worden kwetsbaarder naar mate de zeespiegel verder stijgt.
Opdringerige zee
In het discussiestuk van de gemeente zijn twee scenario’s uitgewerkt om de stad te beveiligen tegen een opdringerige zee. De eerste houdt onder de naam ‘Stad aan zee’ het uitzicht op zee in stand, en laat zoveel mogelijk bij het oude. Toch zal veel veranderen. De boulevard moet deze eeuw nog opnieuw opgehoogd, en er zijn tal van ingrepen op particuliere grond nodig om het wassende zeewater te weren.
Het grootste pijnpunt is de haven. Vast staat dat de havenmond bij een te grote stijging afgesloten moet door een sluis, stormvloedkering of zeewering. Een groot deel van het buitendijkse gebied wordt daarmee in een klap veilig.
Het Stad aan zee-scenario is kostbaar, maar het grootste nadeel is dat er in het volgebouwde Scheveningen een grens zit aan de mogelijkheid tot het ophogen van de zeewering.
Het andere scenario – Stad achter de duinen – is ook duur, maar wel duurzamer én veiliger. De baggerbedrijven kunnen voor de harde zeewering een stevige rij duinen aanleggen, die aansluit op bestaande duin. De nieuwe duinenrij zou bij verdere stijging van de zee mee kunnen groeien. De stad verliest dan wel zijn directe uitzicht op zee vanaf de boulevard en de Pier.
Het college heeft de Haagse Verkenning Zeespiegelstijging gisteren aan de gemeenteraad aangeboden en biedt aan om een werkbespreking in te roosteren.