‘Goh, interessant, theaterdirecteur, en wat doe je overdag?’
De Rijswijkse Schouwburg wil aansluiten bij het eigenwijze karakter van de stad.
Door Vera de Jonckheere
Marc Schultheis (51) trad afgelopen maart aan als directeur van de Rijswijkse Schouwburg. Een functie die op tien kilometer hoogte aan zijn horizon was verschenen. “Toenmalig directeur Ruud Kuper en ik bespraken na een voorstelling in Kazan (hoofdstad van Tatarije, red.), die we op uitnodiging van ons vaste operagezelschap hadden bijgewoond, naast elkaar in het vliegtuig de toekomst. Ruud vertelde dat hij een jaar later met pensioen zou gaan.” Op dat moment was Schultheis nog directeur van De Lampegiet in Veenendaal, na daarvoor tweede man te zijn geweest van de Stadsschouwburg en Philharmonie in Haarlem. Kupers enthousiasme over zijn in 2015 tot ‘Theater van het jaar’ uitverkoren Rijswijkse Schouwburg werkte aanstekelijk, Schultheis besloot te solliciteren.
Open sfeer
Blij met zijn benoeming in ‘dat fraaie schouwburggebouw in een mij zeer aansprekende stad in ontwikkeling’ begon de nieuwe directeur met zijn team direct plannen te smeden. “Vanzelfsprekend staat bovenaan om goed te houden wat al vanaf het begin in 1991 goed is: de open, vriendelijke sfeer. Daarnaast hebben we onder het kopje ‘verleiden en samengaan’ een aantal speerpunten geformuleerd voor de komende drie jaar. In de brochure van afgelopen voorjaar presenteerden we het programma De Stad als Podium. We werken er hard aan om dat programma tot volle bloei te brengen in het nieuwe programma per mei 2018.” De grote rol van de schouwburg in de gemeente Rijswijk wil hij samen met tal van lokale culturele organisaties en vertegenwoordigers verder uitbouwen en verstevigen.
Zonder nog verrassingen prijs te willen geven, zet Schultheis uiteen dat de Rijswijkse Schouwburg niet alleen het eigen gebouw inzet om mooie programma’s te brengen, maar ook de stad erbij betrekt. “Ons hoofddoel is de kunst naar het publiek brengen. We merken dat de drempel naar het instituut schouwburg voor sommige doelgroepen nog wat hoog is.” Geen klachten over bezoekersaantallen – ‘velen maken al gebruik van ons’ – maar onbekend maakt ook in kunst en cultuur nu eenmaal onbemind. Verjonging en verbreding van het publiek zijn mogelijk, Rijswijk heeft net als de directe omgeving een multicultureel karakter. “Ook willen we mensen die minder goed ter been zijn of om andere redenen minder mobiel zijn, in hun eigen omgeving een mooi aanbod voorschotelen. Kennismaken met kunst op de plek waar de (nieuwe) bezoeker zich senang voelt, plaveit eveneens de weg naar uiteindelijk toch de schouwburg.”
Eigenwijs
In het brede, alle theatergenres omvattende programma denkt de directeur met De Stad als Podium nog andere mogelijkheden te openen. “We willen mensen van alle leeftijden bereiken waar we hen ook maar tegenkomen: winkelend in het oude centrum, wandelend in een van de parken of misschien zelfs skatend. Dat zou een kerk kunnen zijn, een plein of andere verrassende locaties, en niet alleen op de geijkte theatertijden.” Vernieuwend, exclusief voor Rijswijk. De nieuwe plekken worden volgend jaar bekendgemaakt. Slechts één tipje van de sluier licht hij op: “De schouwburg wil aansluiten bij het prachtige diverse en eigenwijze karakter van de stad.”
Na afloop van een voorstelling verzuchtte een voldane Diederik van Vleuten eens: “Ik weet niet wat het is met die Rijswijkse Schouwburg, maar ik beleef er altijd fantastische voorstellingen.”
Schultheis wil het ‘geheim’ wel ontrafelen. “Je hebt hier de mooie combinatie van een goed, bijna professioneel publiek dat openstaat voor vernieuwing en verrassing en het team dat er alles aan doet om het publiek de avond van zijn leven te geven.” Hij rept van twee soorten vipgasten. “De bezoekers aan de hoofdingang en de performers aan de artiesteningang.” Voor laatstgenoemden staat vooraf niet louter een plastic bekertje automatenkoffie klaar en achteraf ook geen bosje slappe tulpen. “Hoe beter we de artiest ontvangen, hoe meer energie hij van het podium de zaal in straalt. Die warme ambiance van thuiskomen en de interactie tussen publiek en artiest maken in Rijswijk zowel het spelen als het bijwonen van een voorstelling tot een warm bad.”
Als Schultheis op de spreekwoordelijke verjaardag gevraagd wordt wat hij doet, krijgt hij op zijn antwoord steevast als feedback: “Goh, interessant, theaterdirecteur, en wat doe je overdag?” Lachend: “Graag houd ik dat zo, het is de magie van het theater. Mensen hoeven niet door te hebben dat de vrachtwagen hier ’s ochtends om tien uur al voorrijdt en dat er vervolgens tot middernacht een bijenkorf ontstaat van decoropbouw, verlichting, muziek, repetities, soundcheck, horeca et cetera, om van administratie, marketing en programmering nog te zwijgen. Een team van vijftig medewerkers gezamenlijk op weg naar dat ene doel: een prachtavond amusement.”
Magie
Op zijn twaalfde zag hij in de Haarlemse Schouwburg een kerstvoorstelling van de legendarische mimespeler Rob van Rijn. “Hij speelde Scrooge, zó magievol, dat ik vanaf dat moment in de ban van de theaterwereld verkeerde. Niet om zelf op het podium te staan, maar om de betovering ervan zo veel mogelijk uit te dragen.”
Na afloop van iedere voorstelling praat Marc Schulheis graag lang na met bezoekers over hun beleving, maar hét moment van de dag heeft nog alles te maken met die eerste vonk die hem als puber bereikte. “Het blijft supermooi om het doek om kwart over acht op te zien gaan. Het geroezemoes in de zaal valt stil en het geheim van de avond krijgt zijn onthulling. Je reinste magie!”
Meer informatie: www.rijswijkseschouwburg.nl| Foto: DHC/Sebastiaan Boot
Klik hier om een abonnement op DHC te nemen.