Met haar mobiele museum eert kunstenares Gabriela Acha haar vrouwelijke voorouders

Met een doorzichtige ‘rugzak’ om vertelt kunstenares Gabriela Acha verhalen van vrouwen in de wetenschap en de kunst. Het project leverde haar recent een Italiaanse kunstprijs op.

Door

Het is geen alledaagse droom, maar toen Gabriela Acha (38) vijf jaar oud was, wist ze het zeker: op een dag zou ze directeur zijn van haar eigen museum. Dus begon ze alvast, thuis bij haar ouders in Córdoba (Argentinië), met het verzamelen van stenen, fossielen en allerhande snuisterijen. Ze nodigde vriendjes uit om te komen kijken en bleef haar collectie verzorgen en uitbreiden, met de hoop er ooit een echt museum van te maken.

Jaren later ontwikkelde Acha, inmiddels visueel kunstenaar, een soort glazen dozen die ze op haar rug kan dragen, ‘mobiele musea’ om al lopend kunst te tonen en op te treden. Een mooie gelegenheid om haar allereerste collectie te laten zien, die nog steeds in een kast in haar ouderlijk huis stond. Maar terwijl ze speelde met dat idee, werd Acha uitgenodigd voor een kunstenaarsresidentie in Uruguay. In een museum daar, waar ze tegelijkertijd onderzoek deed, kwam ze erachter dat de twee belangrijkste stukken van het museum gevonden waren door een vrouw. “Twee fossielen, de eersten in hun soort, internationaal zeer relevant,” vertelt Acha bij een schaaltje alfajores (Argentijnse koekjes) in haar atelier in de Binckhorst. Toch was de naam van de vrouw, Catalina Beaulieu, nergens te vinden in het museum – wel die van de man die haar werk had voortgezet.

Spaanse non

Acha besloot daarop haar mobiele museum te gebruiken om het (vaak vergeten of niet-erkende) werk van vrouwen in kunst en wetenschap te laten zien. Dat doet ze met een performance: ze wandelt rond met haar museum en gaat in gesprek met voorbijgangers over het tentoongestelde werk. Soms zingt ze ook of draagt ze poëzie voor.

 

De verhalen van talloze vrouwen zijn in de loop der tijd genegeerd of uitgewist
Gabriela Acha, kunstenares

 

In het Italiaanse Puglia leidde dat tot emotionele gesprekken. “Het was heel intiem, prachtig om mee te maken,” zegt Acha. “Het gaat over het eren van onze moeders, onze oma’s, onze vrouwelijke voorouders; dat raakt iets bij veel mensen.” Acha was in Italië voor de onderscheiding Maestro Biennale di Monopoli 2025, die ze samen met Paula Roqué Buguñá en Silvana Montecchiesi, van wie ze werk presenteerde, in ontvangst nam.

Medaillon

Ze pakt een medaillon van Santa Teresa, een vijftiende-eeuwse Spaanse non die honderden jaren na haar dood als eerste vrouw de eretitel van kerklerares kreeg. De hanger kwam in Acha’s bezit na het overlijden van haar grootmoeder. “Mijn moeder gaf ’m aan mij, ze dacht dat ik ’m zou verkopen om materialen van te kopen. Maar dit is een cadeau van mijn oma! Dat wilde ik natuurlijk houden.” Bij een van haar performances lag het medaillon in de vitrine op haar rug.

Dan staat Acha op en begint ze te zingen. ‘Donde quiera que estés’ van de Spaanse zanger Joan Manuel Serrat. “Waar je ook bent, je zult blij zijn om te weten dat ik je kon vergeten en dat wilde ik niet,” besluit ze in het Spaans. “Het gaat over herinnering, net als mijn werk. Wat onthouden we, wat vergeten we? De verhalen van talloze vrouwen zijn in de loop der tijd genegeerd of uitgewist.”

 

Het project stelt me in staat samen te werken met vrouwen die ik bewonder
Gabriela Acha, kunstenares

 

Vandaag de dag blijft die strijd voor een plek in de geschiedenis hoogst actueel. In maart publiceerde de Verenigde Naties een rapport waarin wordt gesteld dat vrouwenrechten wereldwijd onder druk staan. Er is inderdaad sprake van een terugval, vindt Acha, maar ze ziet ook lichtpuntjes. “Door de feministische strijd is er veel meer bewustzijn over wat kan en wat niet kan. In Argentinië voel je het op straat. Wandelen is daar anders dan voorheen, minder onveilig.”

Worsteling

In Den Haag werkt Acha onder meer voor Pulchri Studio en Stroom, terwijl ze ook nog steeds verbonden is aan een kunstenaarsnetwerk in het Argentijnse Córdoba. Ze laat een tekening zien van de Córdobaanse illustrator en fotograaf Paula Roqué Buguñá. Daarop probeert een vrouw omhoog te klimmen, grip te krijgen. “Het gaat over de rol van de vrouw en de mogelijkheden die ze heeft. Dat vind ik het mooie aan dit project: het stelt me in staat samen te werken met vrouwen die ik bewonder.”

Met de mobiele musea blijft ze dan ook nog wel even in de weer. Haar kinderdroom om directeur van een museum is nog niet uitgekomen, maar de collectie die ze vanaf haar vijfde samenstelde is al eens tentoongesteld, nadat curator Eva Ana Finquestein haar in 2016 aanmoedigde het ‘museum’ te openen. Acha lacht: “Toen kwamen er mensen kijken in de kast in het huis van mijn ouders! Geweldig om mee te maken.”

De redactie biedt u dit verhaal gratis aan. Meer Haagse verhalen? Neem een (proef)abonnement op weekkrant Den Haag Centraal. Elke donderdag in de bus. De krant is ook verkrijgbaar bij onze verkooppunten.

Standaardportret
Bekijk meer van