Frans Zwartjes 1927 – 2017

‘Japanners vinden dit prachtig, dat grensoverschrijdend gedrag’

Door

Door Annerieke Simeone

In zijn productiefste tijd, eind jaren zestig, was de in Alkmaar geboren Frans Zwartjes een bekend kunstenaar. Hij brak door met grofkorrelige zwart-witfilms waarin zwaar gekostumeerde en gemaquilleerde acteurs verward raken in een web van erotisch geladen machtsspelletjes. Ook internationaal werd hij beschouwd als een invloedrijk undergroundcineast. Die faam zakte de laatste decennia wat weg, totdat Benno Tempel, directeur van het Gemeentemuseum Den Haag, een map in handen kreeg van Willem van Zoetendaal, vertegenwoordiger van fotografen als Rineke Diekstra, Koos Breukel en Paul Kooiker. Zwartjes had met zijn zoon zwart-witfoto’s uitgezocht. Het was de eerste keer dat zulk materiaal van Zwartjes op de markt verscheen. Tempel was onder de indruk. “Ik zag meteen: dit is heel bijzonder. Zoiets moet je niet laten lopen.”

Volgens Tempel was Zwartjes niet makkelijk in een periode in te delen, zoals minimal art of popart. In 2012 zei hij: “Die stromingen maakten de dienst uit, die hadden de aandacht van de pers. Zwartjes gebruikte geen gelikte beeldtaal, hij is gewoon zijn eigen gang gegaan. Hier in Den Haag is hij nog altijd bekend als leraar en directeur van de Vrije Academie, maar hij verdient het als kunstenaar te worden herontdekt.”

Cineast
Vlak voordat het Fotomuseum in 2013 circa 680 foto’s tentoonstelde voor publiek, stuurde DHC een journalist langs bij Zwartjes, die toen vlak achter het Gemeentemuseum woonde. Zijn vrouw Trix zorgde voor thee en koekjes en souffleerde af en toe. Frans Zwartjes was helemaal niet bezig met zijn herontdekking. “Ik ben bij een ontzettend klein publiek bekend, gelukkig heb ik veel fans in het buitenland.”

Tijdens het gesprek vertelde Zwartjes dat hij, aangespoord door zijn moeder die na de oorlog haar andere vier kinderen nauwelijks kon voeden, op jonge leeftijd als broeder terechtkwam bij het voormalig Krankzinnigengesticht Meerenberg, later omgedoopt tot Santpoort. Later werkte hij daar ook als verpleger in een observatiehuis voor jeugddelinquenten. Die periode maakte een onuitwisbare indruk op de kunstenaar. Met de criminele jongetjes had hij moeite, maar over de patiënten van Santpoort praatte hij liefkozend. “Ik beschouw ze als de belangrijkste bevolkingsgroep die er destijds rondliep. Het waren allemaal gekken, maar de meesten waren hoogopgeleid. Ze fascineerden me mateloos.”

Moniek Toebosch
De naoorlogse impressies werden leidraad voor zijn latere werk als kunstenaar. Toen hij voor het eerst een camera in zijn hand kreeg, ging hij filmen. Alle gebeurtenissen die hij had meegemaakt in de oorlog kregen een plek in zijn werk: zijn magere zusjes die op de grond lagen, omdat ze niet meer op hun benen konden staan, de gekken in Santpoort, de onhandelbare jongetjes in de gevangenis. Hij ronselde niet-professionele acteurs, onder wie Trix en de latere performancekunstenares Moniek Toebosch, en filmde hen in en om zijn eigen huis. Zwartjes deed alles zelf: camera, geluid, montage en zelfs ontwikkeling.

Hij wilde na het gesprek per se nog zijn meesterwerk ‘Spare bedroom’ tonen uit 1978, waarin acteurs Christiaan Manders en Moniek Toebosch in een absurde tweestrijd zijn verwikkeld. In de film terroriseert de man de vrouw door een spin in haar gezicht te duwen en haar een stomp in haar buik te geven. Af en toe zoemt de camera in op het verbeten gezicht van Toebosch.

“Dat is de essentie van al mijn werk,” vertelde Zwartjes. “Er zit geen verhaallijn in, de beelden staan op zichzelf, maar elk beeld suggereert: hier is iets aan de hand! Japanners vinden dit prachtig, dat grensoverschrijdend gedrag, psychologische misbruik. Ik zou dit werk nu niet meer kunnen maken, hoor. Het is eigenlijk vreselijk om naar te kijken. Maar de beelden zijn prachtig.” 

 

Foto: still uit videoportret door Harkes Art Solutions

 

Ook een abonnement op DHC? Klik hier.

Bekijk meer van