Recensie: Historisch nauwgezet ‘Buat’ geeft weinig toe aan literaire verbeelding
Het is een omvangrijk project van Jean-Marc van Tol: een trilogie rondom Johan de Witt, ieder deel een slordige 500 pagina’s dik. Met de nodige vertraging is nu het tweede deel, ‘Buat’, verschenen.
Jean-Marc van Tol (1967) kennen we als tekenaar en co-auteur van de cartoon Fokke en Sukke. Toch is het project waaraan hij zich zette – een trilogie van historische romans over raadpensionaris Johan de Witt (1625-1672) – niet wezensvreemd aan hem. Van Tol is opgeleid als historisch letterkundige en als gastonderzoeker verbonden aan het Huygens Instituut voor Nederlandse Geschiedenis, waar hij meewerkt aan een jarenlang durend project waarbij de complete correspondentie van De Witt wordt ontsloten en toegankelijk gemaakt voor een breed publiek.
De hele trilogie draait dan wel om Johan de Witt, de gebeurtenissen worden niet vanuit zijn perspectief verteld. Van Tol zet figuren uit de omgeving van de raadpensionaris centraal, laat die aan het woord en voegt er een groot aantal stemmen aan toe. In het eerste deel is dat Cornelis Musch, griffier van de Staten-Generaal en schoonzoon van De Witt en dichter Jacob Cats. Hij opereert voornamelijk achter de schermen, maar is niettemin een spin in het politieke web, en daarbij door en door corrupt.
Alles draait om het dramatische jaar 1650. Twee jaar eerder is er een einde gekomen aan de Tachtigjarige Oorlog. Nederland moet zien te functioneren als onafhankelijke republiek in vredestijd. De Oranjes hebben daarin als stadhouders een semi-koninklijke status. Maar dan sterft Willem II voortijdig en acht dagen later wordt diens zoon en erfopvolger geboren. Er is voorlopig dus geen telg van de Oranje-familie voorhanden om stadhouder te worden. Daarom wordt er gekozen voor een stadhouderloos bewind waarbij de stedelijke en gewestelijke bestuurders ook de landszaken regelen. Het schept de omstandigheden waaronder De Witt het politieke toneel betreedt.
Ritmeester Buat
In het tweede deel van de trilogie zijn we een aantal jaren verder. De Witt heeft zich in het centrum van de macht gepositioneerd. Er zijn tal van spanningen in het land – politiek, religieus – en ook internationaal. De roep om een nieuwe Oranje-stadhouder wordt steeds luider.
Centrale figuur is nu ritmeester Buat (1622-1666). Hij is als page opgegroeid aan het hof en onderscheidt zich als militair door getoonde moed. Hij trouwt met een dochter van Musch. In 1665 wordt er een zeeoorlog met Engeland uitgevochten en dreigt er een invasie door de bisschop van Münster. Buat raakt betrokken bij de vredesonderhandelingen met Engeland. Tegelijkertijd is Engeland via hem bezig de pro-Oranje-krachten in de Republiek aan te wakkeren. En waar Musch een meester was in het diplomatieke spel, daar is Buat eerder een speelbal. Het zal dan ook niet goed met hem aflopen.
Van Tol legt zichzelf strenge beperkingen op; hij verzint zo min mogelijk
En Johan de Witt? Ook nu zien we hem door de ogen van zijn tijdgenoten. Bijvoorbeeld die van graaf De Guiche, wiens memoires Van Tol veelvuldig aanhaalt: ‘Wat de persoon De Witt aangaat: hij gedroeg zich nogal dwaas. In plaats dat hij zich bescheiden opstelde, zijn onkunde op het gebied van zeezaken erkende, en zei dat hij alleen naar zee wilde om te leren van hen die er echt verstand van hadden, of om zeelui moed in te spreken en om kapiteins op hun plichten te wijzen, liet hij zich door zijn aanhangers vergelijken met Romeinse heersers.’
Een niet al te beste reputatie, aldus deze ooggetuige. In het derde deel van de trilogie, dat gepland staat voor 2025, zal ongetwijfeld duidelijk worden waar dat op uitloopt: een door de nieuwe Oranje-stadhouder georkestreerde lynchpartij van De Witt, samen met zijn broer Cornelis, op het Groene Zoodje.
Tweehonderd personages
Van Tol zal een van de weinige auteurs van historische romans zijn die zelf de primaire bronnen bestudeert. De personen die hij opvoert – ruim tweehonderd! – zijn historisch. Alle memoires, rechtbankverslagen, getuigenissen en pamfletten citeert hij verbatim. Het levert een roman op waarbij de lezer schier overstelpt wordt door de gebeurtenissen, anekdotes, achterklap en intriges die plaatsvonden op de vierkante kilometer rond het Binnenhof in Den Haag.
Is dit werk te vergelijken met de historische romans van Robert Harris of Hilary Mantel? Ja, waar het gaat om de nauwgezette reconstructie van de geschiedenis en het oproepen van de historische sensatie tijdens het lezen. Juist door de caleidoscopische aanpak met veel vertelstemmen creëert Van Tol een rijk en zeer overtuigend beeld van de periode. Maar nee, wat betreft het toegeven aan de literaire verbeelding. Zowel Harris als Mantel voert naast historische figuren ook fictionele personages op en geeft zichzelf daarmee de nodige literaire speelruimte.
Van Tol legt zichzelf strenge beperkingen op; hij verzint zo min mogelijk, het gaat hem om de feiten. De fantasie en het cartooneske zet Van Tol elders in, hier blijft hij op de eerste plaats historicus.
Jean-Marc van Tol, Buat, (544 pagina’s). Uitgever: Catullus. Prijs: € 24,99 (gebonden € 29,99).
De redactie biedt u dit verhaal gratis aan. Meer Haagse verhalen? Neem een (proef)abonnement op weekkrant Den Haag Centraal. Elke donderdag in de bus. De krant is ook te koop bij onze verkooppunten.