Zoro en de schoonheid van simpele dingen
‘Ik noem dit werk gekscherend mijn bewegende Rothko’
Kunstenaar Zoro Feigl laat eigen installaties bewegen en trekt hiermee de aandacht van leken, verzamelaars en musea. Nu geeft hij vol gas in De Electriciteitsfabriek.
Door Annerieke Simeone
In de rauwe turbinehal van De Electriciteitsfabriek, waar het binnen kouder is dan buiten, zijn acht mensen in de weer. Sommigen testen de grote, bewegende installaties, anderen werken bij de ingang aan grote tafels waar enorm veel gereedschap op ligt. Het zijn vrienden en kennissen van Zoro Feigl (1983), met wie de Amsterdamse kunstenaar vaak al jaren samenwerkt. Zelf heeft hij vandaag tussen de werkzaamheden door drie interviews.
“Koffie dan maar?” De blonde dertiger – wijde zwarte broek, kleurrijk gebloemd vestje – zet achter hem een voor zijn doen klein kunstwerk aan. ‘Conveyor’, zoals het heet, bestaat uit twee synchroon lopende rubberen banden waarvan langzaam een wateroliemengsel naar beneden loopt. Het is alsof je naar een bewegend schilderij kijkt. “Ik heb veel uitgeprobeerd, maar over deze verf ben ik heel tevreden, er zit ritme in.” Vanaf het moment dat zijn eerste ‘Conveyor’ af was, zei Feigl tegen zijn vrienden: ‘Nu heb ik voor het eerst een schilderij gemaakt.’ Hij meent het ook nog. “Ik noem dit werk gekscherend mijn bewegende Rothko. Als je het zo omschrijft, komt het dicht bij wat het is. De referentie is logisch. De passie en het dwangmatige van Rothko zitten hier ook in. Veel mensen blijven er maar naar kijken. Dat vind ik een compliment. Dan is het geslaagd.”
Zo denkt kunstverzamelaar Joop van Caldenborgh er waarschijnlijk eveneens over. De voormalige baas bij chemiereus Caldic kocht in de loop der jaren vier verschillende werken van Feigl waaronder een van de ‘Conveyor’ serie voor zijn Museum Voorlinden in Wassenaar. Het duo dat nu in Den Haag te zien is, is net aangekocht door het Stedelijk Museum Schiedam.
Brandslangenweb
Feigl, die de Rietveld Academie in Amsterdam en het Gentse Hoger Instituut voor Schone Kunst doorliep, kwam op het idee voor ‘Conveyor’ toen hij in de kringloopwinkel stuitte op een loopband van de sportschool. Voor twee tientjes kocht hij het materiaal waaruit het eerste prototype ontstond. Als geen ander ziet hij schoonheid in simpele dingen. Een rode brandweerslang was de aanleiding voor ‘Pressurizing’. Feigl loopt naar een enorm rood spinnenweb van brandslangen die langzaam ‘in- en uitademen’ als een rustig slapend beest. “Voor dit kunstwerk kreeg ik inspiratie toen ik in 2010 boven op het dak van de Service Garage in Amsterdam-Oost stond, waar ik destijds een studio had.” Bij de buren lag een brandweerslang die hij ‘leende’. Het materiaal beviel hem zo goed dat hij de brandweer belde voor een partij tweedehands brandweerslangen. “Dat de keiharde slang als een pudding in elkaar kan donderen, fascineert me.”
We lopen de trap omhoog en passeren ‘Hula’ en ‘Hoop’. Je snapt dat er een mechaniek achter zit, maar als toeschouwer kijk je vooral naar een groot geel lint dat als het ware een tekening in de lucht schildert (‘Hula’) en een serie van acht kleine en grote hoepels die ritmisch als een moderne choreografie door elkaar beweegt (‘Hoop’). Wat was hier de inspiratie van Feigl? Hij vertelt: een afzetlint langs de weg en een boor die hij op een dag in zijn hand had en waar een ringetje aan bleef trillen. Ook hier geldt: zo simpel kan het dus zijn. Even verderop hangt ‘Poppy’, een immens rood bakzeil, dat wat weg heeft van een rokje. Maar als Feigl de installatie aanzet, draait het rond en wappert het open als een opgejaagde klaproos. Het ziet er mooi en tegelijkertijd gevaarlijk uit.
‘Bam’
Het oudste werk dat in de industriële omgeving van de nog altijd werkende energiecentrale te zien is, is ‘Circling’ uit 2009. Kort na zijn afstuderen vond Zoro Feigl wat oude autobanden in een garage waar hij wel raad mee wist. Voordat de Amsterdammer het werk aanzette, hingen de vier banden doodstil aan hun kettingen, maar draaien ze elegant om elkaar heen. “Ze maken een dansje,” zegt Feigl. “Maar let op, straks raken ze elkaar en dan is het ‘bam’ als een botsauto.” Hij blijft ernaar kijken en zegt ten slotte: “Je kunt wel zien dat het een van mijn eerste installaties is. Het is niet fout, maar ik zou nu andere esthetische keuzes maken. ‘Circling’ voelt een beetje als een ex-geliefde, soms kun je nog wel van haar houden, maar tegelijkertijd denk je: het is geweest en het is mooi zo.”
Zoro Feigl, ‘Infinity’, 13 januari t/m 11 maart, De Electriciteitsfabriek. Meer informatie: www.electriciteitsfabriek.nl. Meer foto’s en een filmpje staan op de site en Facebookpagina van DHC. Gelijktijdig is Nest ‘Another Dimension’ te zien, een groepstentoonstelling samengesteld door Zoro Feigl.
| Foto’s: Eveline van Egdom (portet) en DHC