Schepper der strandbeesten gelauwerd
Kunstenaar Theo Jansen: ‘Wat ik maak is geen intelligent design, het is puur trial en error’.
Door Annerieke Simeone
Aan het eind van het gesprek vraagt Theo Jansen (1948) wat ongerust: “Ga je vertellen waar dit is?” Zijn vriendelijke gezicht staat opeens zorgelijk. De kunstenaar, die deze week de Haagse Cultuurprijs voor zijn oeuvre in de wacht sleepte, houdt zijn atelier liever geheim voor het grote publiek.
Dat lijkt niet al te lastig. Zijn werkruimte, grenzend aan een Ypenburgs industrieterrein aan de ene kant en een snelweg aan de andere kant, is nu niet bepaald uitnodigend. Alleen wat werklui lopen hier door de straten. En die zullen niet de intentie hebben om eens gezellig bij Theo Jansen op de koffie te gaan. Overdag kan hij dus in alle rust met zijn Sloveense schoonzoon Uros Kirn sleutelen aan zijn inmiddels beroemde strandbeesten. Een aantal skeletten staat buiten te wachten. Ze passen niet in de kleine container waar en geïmproviseerd hokje naast staat voor het toilet. Jansen weet dat ze ‘s avonds weleens bezoek krijgen van nieuwsgierige hangjongeren. Dat vindt hij dan weer niet erg. Voor hen heeft hij speciaal bordjes opgehangen, zodat ze snappen hoe ze de wezens van gele pvc-buizen, kabeltjes, petflessen en rubberen slangetjes voort kunnen bewegen.
Straks, rond mei, verhuizen de strandbeesten zoals elk jaar naar strandpaviljoen De Fuut aan het Zuiderstrand. Daar lopen zijn nieuwste creaties, de Animaris Mulus oftewel rupsachtigen, met behulp van luchtdruk in petflessen (‘opgeslagen wind’), zelfstandig rond. Ook die plek is bewust gekozen. Hij werd geboren aan het eindpunt van lijn twaalf, vertelde hij afgelopen maandag aan een volle zaal in het Gemeentemuseum, waar hij een cheque van 50.000 euro kreeg uit handen van cultuurwethouder Joris Wijsmuller. Hij houdt van het strand en dan vooral als hij de ruimte heeft. “De Fuut is moeilijk bereikbaar,” vertelt hij. “Dan hoef ik niet te veel praatjes te houden.”
Animari Mulus
Theo Jansen bedoelt het niet slecht. De enorme beesten vragen nu eenmaal zijn aandacht. Zeker als ze ’s avonds over het strand weer terug naar ‘huis’ moeten wandelen, kost dat tijd. Daarom worden de Animari steeds wat kleiner. De Mulus is maximaal zes meter lang. “Eerst waren ze groter, zodat ze niet zo snel wegwaaiden.” Maar voor de Mulus heeft hij een nieuw systeem bedacht. De enorme rupsen lopen nu dwars op de wind in plaats van met de wind mee. “Kom ik laat je het even zien.” Buiten waait het stevig. Op het zompige gras trekt de 69-jarige kunstenaar aan een van de strandbeesten, zodat het lange achterlijf een golvende harmonicabeweging begint te maken. Op zijn pvc-pootjes loopt hij plotsklaps vooruit. “Straks komen er nog zeilen op zijn kop,” vertelt Jansen. Dan helpt de wind hem een handje.”
Om te voorkomen dat ze straks recht in zee lopen, heeft Jansen de dieren watervoelers meegegeven. “Dat zijn slangetjes die over de grond slepen. Zodra de slangetjes water voelen verslikken ze zich en geven ze het beest een sein dat het weer naar achteren moet lopen.” Het blijft indrukwekkend wat deze man allemaal bedenkt. Sommige mensen noemen hem een uitvinder. Maar dat ziet Jansen anders. “Er mislukt veel bij mij. Ik ben geen ingenieur met een plan dat van A naar B loopt. Mijn pad is veel grilliger. Wat ik maak is geen intelligent design, het is puur trial en error.”
Uitproberen dus. Elk jaar weer. Hij ziet zijn schepping als een evolutieproces. Aan het eind van de zomer verklaart hij de beesten dood. Alleen de sterkste mogen door, die verbetert hij. Maar meestal maakt hij een nieuw soort. Heeft hij na dertig jaar nog steeds geen genoeg van de beesten? “Nooit, het verveeld nooit.” Glimlachend: “Ik word bestormd met ideeën, ze wellen op. Ik heb geen doel. De beesten nopen mij tot werken. De hele dag door denk ik aan ze. Ja, mijn sociale omgeving trekt af en toe aan de bel, ik heb een gezin met drie kinderen. Maar ook zij werken hier af en toe of geven presentaties over de beesten. Het doet geen pijn zie je. Ik werk maar vier uur per dag, daarna ga ik terug naar huis en fiets ik over het Noorderstrand. Tegen een uur of vier is het daar uitgestorven. Heerlijk.”
Meer informatie: www.strandbeest.com
Hoofdfoto: Een van zijn eerdere strandbeesten: de Animaris Siamesis op het Zuiderstrand. | Foto: PR
Foto onder: Theo Jansen. | Foto: Loek van der Klis
Dit artikel wordt u gratis aangeboden. Wilt u meer lezen? Neem dan een abonnement op DHC.