Paul Poiret: De Jay Z van zijn tijd

Aan de gangbare mening over art deco wordt vaak voorbijgegaan aan Paul Poiret, de in de vergetelheid geraakte grondlegger van deze kunstbeweging. Daar brengt het Gemeentemuseum nu verandering in.

Door

Door Annerieke Simeone

Er hangt een geweldige zwart-wit foto uit 1924 bij de ingang van ‘Art Deco Paris’, de nieuwe expositie van het Gemeentemuseum. Op het perron van Victoria Station in Londen staat een man te midden van zes met streepjesjassen uitgedoste dames. Het is Paul Poiret met zijn mannequins. Doorgaans trekken modellen de aandacht, maar in dit geval gaat alle belangstelling uit naar de heer in kwestie die een lange jas met luipaardvoering draagt. In zijn ene hand een grote leren tas, in zijn andere hand een sigaret. Zijn slobkousen net iets witter dan die van de dames. Stuurs kijkt hij de camera in. Als een gangster, of vertaald naar het nu: een rapper met zijn posse. Museumdirecteur Benno Tempel vindt de laatste vergelijking beter kloppen. “Hij was de P. Diddy of de Jay Z van zijn tijd, Poiret begreep heel goed dat mode een lifestyle was.”

‘Le Magnifique’
Maar wie was die Paul Poiret (1879-1944) nou eigenlijk? Zijn naam deed vorige week bij de redactie geen belletje rinkelen. Ja, tijdgenoot Coco Chanel, dat zei iedereen wat. Maar Poiret? Deze modeontwerper, de belangrijke inspirator van de kunststroming art deco, is bij de meesten in de vergetelheid geraakt. Tempel die al dertien jaar rondliep met het idee een expositie rondom de Fransman te maken, praat vol ontzag over de grootmeester. “Paul Poiret was een vernieuwer. Hij omsingelde zich met andere ontwerpers, verzamelde werk van jonge kunstenaars. Samen met hen kon hij werken aan een beeld dat veel verder ging dan mode alleen.” Zo lanceerde hij zijn parfum Rosine, vernoemd naar zijn dochter, net wat eerder dan Chanel n° 5. Dit tot ergernis van zijn rivale Coco Chanel die liever als eerste in de geschiedenis een modeparfum op de markt had gebracht.

Poiret was ook de uitvinder van de catwalk en organiseerde tournees met zijn mannequins. En als hij niet naar de Verenigde Staten kon afreizen, liet hij een film maken van zijn modellen op de plankier.
Die modellen droegen sensuele en gewaagde creaties: crêpezijden japonnen met een verhoogde taille en hoera: geen korset meer. De vrouw kon weer vrij heupwiegen. Vrouwelijke vormen raakten ondergeschikt aan de luxe stoffen, zoals zijde en bont. Voor het kleurgebruik liet hij zich inspireren door tijdgenoten uit de schilderkunst zoals Henri Matisse en Kees van Dongen.

Ook opende ‘Le Magnifique’, zoals zijn bijnaam inmiddels luidde, warenhuizen en richtte hij een school voor decoratieve kunsten op.

Benno Tempel kijkt weer naar de grote zwart-wit foto. “Poiret had deze foto niet op Instagram gezet, nee hij had er iets nieuws voor bedacht.”

Androgyne vrouw
Meer dan driehonderd objecten zijn er te zien op Art Deco Paris. Een van de topstukken is het gepolijste bronzen beeld ‘Maiastra’ uit 1912 van Constantin Brancusi. Een bruikleen uit de Guggenheim Collection, maar vroeger in bezit van Poiret zelf. Achter het beeld hangt een foto van zijn vrouw Denise met achter haar ditzelfde goudkleurige beeld. De foto, gemaakt door Man Ray, toont haar als een typische garçonne: een nieuwe generatie zelfbewuste, androgyne vrouw met kort haar en kleine borsten.

Op de ‘Exposition Internationale des Arts Décoratifs et Industriels Modernes’ in 1925 geeft Poiret zijn mannequins kapsels die lijken op de schilderijen van Amedeo Modigliani: strak en bijna tegen het hoofd geplakt, zoals ook artiest Josephine Baker het droeg. Overigens hangt op de tentoonstelling in het Gemeentemuseum het blauwrode schilderij ‘La Grande Buste Rouge’ van Modigliani pal naast een werk van Mondriaan. Volgens Tempel een gedurfde insteek. “Een abstract werk naast een decoratief werk, dat durven niet veel musea.” Maar wie de twee stukken naast elkaar ziet hangen, kan niet anders concluderen dan dat het uitstekend bij elkaar past.

Na jarenlang aan de top te hebben gestaan, wordt Poiret eind jaren twintig ingehaald door andere ontwerpers. En dan had hij zijn hand ook nog eens overspeeld door tijdens de wereldtentoonstelling in 1925 drie veel te dure boten in de Seine te laten drijven. Noodgedwongen moet hij daarna zijn kunstcollectie veilen met schilderijen van onder meer Picasso, Van Dongen en Matisse. Tempel vertelt de anekdote dat Coco Chanel en Paul Poiret elkaar tegenkwamen tijdens de introductie van de ‘little black dress’ in 1926. Poiret zou na het zien van de eenvoudige zwarte jurken hebben gevraagd: “Om wie bent u in de rouw?” Chanel antwoordde: “Om u, meneer.”
Ze had een vooruitziende blik: Poiret, verlaten door zijn vrouw, leefde de laatste vijftien jaar van zijn leven in armoede. “Coco Chanel is nog steeds populair,” maar nuanceert Tempel, “een kunstbeweging zoals Poiret heeft ze nooit ontketend.”

Art Deco Paris, t/m 4 maart, Gemeentemuseum. Meer informatie: www.gemeentemuseum.nl

Paul Poiret te midden van zijn mannequins op het perron van Victoria Station in Londen. | Foto: DHC

Abonnement op DHC? Klik dan hier.

Bekijk meer van