Lang genegeerd, nu tentoongesteld: pionierswerk van vrouwelijke fotografen

Vrouwelijke fotografen werden lang genegeerd. Nu is er in het Nationaal Archief een tentoonstelling van de pioniers onder hen.

Door

Het Nationaal Archief heeft zo’n vijftien miljoen foto’s in de collectie, waarvan er tweehonderd in de tentoonstelling Pioniers – Fotografie door vrouwen te zien zijn. Sinds de uitvinding van de fotografie in 1839 waren vrouwen actief als fotograaf, toch trokken hun foto’s minder belangstelling dan die van hun mannelijke collega’s. De originele afdrukken van foto’s van 43 vrouwen uit de hele wereld worden nu in het Nationaal Archief geëxposeerd.

Het kan bijna niet anders dan dat de tentoonstelling begint met foto’s van de Haagse Alexine Tinne (1835-1869) die in een herenhuis aan het Lange Voorhout woonde. We zien onder meer een foto van haar bediende die haar hond in bedwang houdt. Tinne ontwikkelde zich als een ware pionier, in 1862 reisde ze als eerste westerse vrouw naar Centraal-Afrika. Daarna trok ze door de Sahara, waar ze omkwam na een aanval door Toearegs. Ze werd gedood met twee houwen van een zwaard en een geweerschot.

 

Eve Arnold maakte foto's van psychiatrische inrichtingen en kinderen in een crèche in Rusland

 

Gelukkig liep het niet met alle vrouwelijke pioniers slecht af. Augusta Curiel (1873-1937) runde samen met haar zus Anna een fotostudio in Paramaribo en bracht de Surinaamse cultuur in beeld; ze maakte foto’s in opdracht van het koloniale bestuur en in 1929 werd ze hofleverancier voor het Koninklijk Huis.

Taboe

In de jaren twintig van de vorige eeuw ontdekten vrouwen de fotografie als nieuw artistiek medium, ze fotografeerden straattaferelen en andere alledaagse onderwerpen. Germaine Krull maakte in 1930 een sfeervolle foto van een smalle steeg met wasgoed in Marseille, een mooi tijdsbeeld. Margaret Bourke-White fotografeerde voor Life Magazine en werd een van de bekendste fotojournalisten van de Verenigde Staten. Ze bracht onder meer de armoede van de crisisjaren onder de aandacht. Haar foto You have seen their faces (1936) laat haar betrokkenheid zien bij de gebrekkige omstandigheden in Louisiana.

Na de Eerste Wereldoorlog nam de vraag naar foto’s toe, maar vrouwelijke fotografen bleven nog steeds in de minderheid. Eve Arnold uit de Sovjet-Unie bracht onderwerpen in beeld die tot dan toe taboe waren, zoals in 1966 foto’s van psychiatrische inrichtingen en kinderen in een crèche in Rusland. Een deel van haar reportages verscheen in Nederland in het tijdschrift Avenue.

 

Christine Spengler wilde laten zien welke mensen door het oorlogsgeweld geraakt werden

 

Onderdrukte vrouwen in Afghanistan werden het onderwerp van meerdere vrouwelijke fotografen uit de zeventiger jaren, waarbij het soms lang duurde voordat de foto’s het publiek bereikten. In die jaren stak ook het feminisme de kop op. In 1974 publiceerde Abigail Heyman (1942-2013) een foto van zichzelf terwijl ze een abortus onderging. Tussen haar gespreide benen door zien we de arts die met zijn medische schaar klaarstaat om toe te slaan. ‘Nothing made me feel more like a sex object than going through an abortion alone,’ schreef ze.

Soldaatje

Een ander heftig thema dat in de tentoonstelling wordt uitgelicht, is de oorlog. De foto’s van Christine Spengler (1945) zijn indrukwekkend en aangrijpend. Ze wilde laten zien welke mensen door het oorlogsgeweld geraakt werden. Op een van haar foto’s zien we een jongen uit Belfast, Noord-Ierland. Hij houdt iets vast dat op een wapen lijkt, richt het op de toeschouwer en lacht trots, op de achtergrond staan militairen met echte wapens. Misschien speelt hij soldaatje?

Ook zijn er foto’s van de burgeroorlog in Nicaragua (1979), de guerrillastrijd in Cambodja met een foto van een jongetje naast zijn dode vader (1975), Zuid-Vietnamese soldaten die een guerrillastrijder ondervragen (1962) en vluchtende burgers in West-Beiroet (1982). Geweld was altijd al een onderdeel van de mensheid, foto’s uit Oekraïne en de Gazastrook ontbreken nog.

Meisjesschool in Kamdesh, Nuristan, Afghanistan, 1972. (Laurence Brun)

De Nederlandse Emmy Andriesse (1914-1953) fotografeerde in 1944 de Hongerwinter: broodmagere kinderen met een pannetje op weg naar de gaarkeuken, de voeten van een vrouw, één in een pantoffel en één in een schoen, met opgezette enkels door hongeroedeem. Na de oorlog maakte ze een serie ontroerende foto’s van straatmeisjes uit Amsterdam. ‘Andriesse had oog voor de schoonheid van het alledaagse,’ vermeldt een van de bijschriften.

De tentoonstelling eindigt met straatfoto’s: glazenwassers in Manhattan, dolle meiden op Coney Island, rellen bij het huwelijk van Beatrix en Claus. Vaak zeggen beelden meer dan woorden.

Pioniers – Fotografie door vrouwen, tot en met zondag 30 juni 2024, Nationaal Archief.

Standaardportret
Bekijk meer van