Den Haag krijgt Tijdmuseum
Chopard, Patek Philippe, TAG Heuer en Rolex, als het aan Joost Albers, secretaris van Stichting Haegsche Tijd ligt, krijgen deze grote horlogemerken straks een plek in het nieuwe museum.
Door Casper Postmaa
Lang was er het Klokkenmuseum in Schoonhoven, maar dat sloot in 2012. Daarmee was de belangrijkste Nederlandse collectie op het gebied van tijdmeting dakloos. Het enthousiasme om opnieuw te beginnen is groot, rond 2020 moet het museum opengaan. Eén ding is nu al duidelijk: het Tijdmuseum zal over veel meer gaan dan klokken. Het zal het begrip tijd in al zijn facetten verkennen. Op 8 november worden de plannen gepresenteerd aan gemeente en andere geïnteresseerden.
Precies op tijd, om twee uur ’s middags, zitten de initiatiefnemers in de Huygenszaal van het Venduehuis aan tafel. Terwijl ze gaan zitten, barst een geklingel los dat pakweg een halve minuut later wegsterft. Wanneer het nu precies twee uur was, is niet duidelijk, elke klok aan de muur weet het op zijn eigen moment zeker. De Huygenszaal is het domein van Antoon Gaemers, een van de belangrijkste klokkenexperts van het land. Aan de muur hangen de bewijzen van zijn betrokkenheid: klokken van alle tijden, van exemplaren uit de zeventiende eeuw tot horloges van Patek Philippe en Rolex. Een charmante presentatie, maar nog geen museum.
“Het nieuwe museum zal facetten belichten die met tijd te maken hebben, maar op een nieuwe manier,” legt Marlene Lutgert-Boomsma uit. Zij is belangrijk omdat zij als voorzitter van de STCN onder meer de collectie van het voormalige Klokkenmuseum beheert. Haar vader had een belangrijke particuliere collectie. Tegelijkertijd beseft zij, dat die tijden voorbij zijn.
“Met alleen oude klokken redden we het niet. Het moet een belevenis zijn. Je moet andere, onverwachte verbindingen met het begrip tijd zoeken. ‘Slaaptijd’, ‘je bent je tijd vooruit’, het is ‘mijn tijd’, er zijn enorm veel facetten van de tijd die je kunt belichten.” Joost Albers, secretaris van Stichting Haegsche Tijd, heeft zijn hoop gevestigd op de medewerking van grote horlogemerken als Chopard, Patek Philippe, TAG Heuer en Rolex, die elk hun eigen geschiedenis hebben. “Horloges zijn op dit moment hot, dus ik ga ervan uit dat zij graag aan tentoonstellingen meedoen.”
“Als je dat goed aanpakt, zit je voor jaren vol,” weet Gaemers. Meteen geeft hij een voorbeeld: de band die het merk Chopard heeft met de beroemde Italiaanse autorally ‘Mille Miglia’, die vanaf 1927 in Italië wordt gereden. Deelnemers krijgen sinds 1998 na afloop een horloge van Chopard. Een pop-up expositie over de Mille Miglia is sexy, oordeelt Gaemers. “Je krijgt meteen andere bezoekers in huis. Daarnaast vind ik het belangrijk dat het museum uitgroeit tot kenniscentrum. In Schoonhoven worden mensen opgeleid tot, neem me niet kwalijk, uurwerkherstellers. Als je een echte uurwerkmáker nodig hebt, moet je naar Duitsland of Zwitserland. Veel van díé kennis gaat in Nederland verloren.”
Huygens
De vraag waarom het museum zich in Den Haag wil vestigen, heeft vele antwoorden: het enthousiasme van de gemeente en de culturele sector voor het project, het feit dat Den Haag een eeuwenoude traditie heeft op het gebied van klokkenmakers, maar de doorslaggevende factor is Christiaan Huygens, de beroemde Haage wetenschapper die de tijdmeting in een versnelling bracht toen hij in 1656 het slingeruurwerk uitvond en in 1675 het balanswiel. De oer-uitvoering van Huygens’ klokje heet nog steeds het ‘Haagse Klokje’.
De gemeente wil nog niet uitgebreid reageren op het museumplan. “Het is een sympathiek idee, de gemeente wacht de voorstellen met belangstelling af,” aldus de woordvoerder van wethouder Revis (VVD, binnenstad en stadsontwikkeling).
Locatie
“Een definitieve plek is er nog niet,” vertelt Marlene Lutgert-Boomsma, “maar er zijn tien locaties in beeld.” Gesproken wordt over de Amerikaanse ambassade aan het Korte Voorhout. Dan zijn er nog panden als het voormalige kantoor van ABN AMRO op de Kneuterdijk, huizen op het Lange Voorhout en mogelijk een plek in de Binckhorst. Wat het geld voor de huisvesting betreft, denken de initiatiefnemers aan een bedrag van drie tot zes miljoen euro voor een gebouw van ongeveer 2500 vierkante meter. Gaemers verwacht dat 70.000 bezoekers per jaar haalbaar is. Voor geld rekent het Tijdmuseum op de gemeente, sponsors en erfenissen. “Er zijn ons al legaten toegezegd,” weet Lutgert-Boomsma. Contacten met sponsors zijn al gelegd, maar ook de presentatie van 8 november in het Venduehuis is een belangrijk moment. “Want,” zegt Marlene Lutgert-Boomsma met een glimlach, “de tijd is er rijp voor.”
Meer informatie: www.hettijdmuseum.nl
Marlene Lutgert-Boomsma, Joost Albers en Antoon Gaemers (rechts) in de Huygenszaal van het Venduehuis. | Foto: Piet Gispen
Abonnement op DHC? Klik dan hier.