Column: Van snippergroen tot Tuinesië voor de buurt

Bewoners van de Bloemenbuurt zijn druk bezig om een vergeten stukje groen om te toveren tot een bloeiende gemeenschapstuin, ziet columnist Christiaan Weijts tot zijn tevredenheid.

Door

Als je erop let, zie je ze best veel: veldjes, strookjes, vergeten hoekjes waarin alleen wat onkruid woekert. Geliefd bij honden, maar niet bij omwonenden en voorbijgangers. In de Bloemenbuurt was er een flinke lap – van 3 bij 27 meter – tussen de Rozenstraat en de Stokroosstraat. Een reep niemandsland, net te klein om serieus te nemen, net te groot om overheen te kijken.

Dus ergerde bewoner Sander Valk zich vaak, als hij erlangs liep, op weg naar zijn deelauto om de hoek. Drie jaar geleden richtte hij daar een lokale coöperatie voor zulke auto’s op. “Dit veldje was helemaal verwaarloosd,” vertelt hij. “Zo’n plek waarvan iedereen zegt: daar zouden ze eigenlijk wat aan moeten doen.’”

Maar wie zijn die ‘ze’? De gemeente? Daar stond deze lap om mysterieuze redenen niet als ‘te onderhouden’ in het systeem. Een ecologische blinde vlek. “Tegelijkertijd wist ik dat mensen in onze straat dolgraag een moestuintje wilden, maar nergens tussenkomen. Toen was de optelsom snel gemaakt. Als wij dit zelf mochten onderhouden, creëerden we een win-winsituatie.”

 

Uit de hele buurt komen mensen spontaan plantjes brengen

 

Nu was dat jaren terug ook al eens geprobeerd. Zonder succes. Regeltjes. Loketten waarin alles spontaan verdween. “Ik stuurde een mail en dacht dat die ergens in de oksel van een serverruimte was blijven hangen.” Tot ineens de telefoon ging. Een man van de gemeente: waar was dat veldje precies? Er volgde een gesprekje bij het stadsdeelkantoor, en de groenbeheerder van Segbroek was meteen welwillend. Binnen een paar dagen was er een appgroepje dat zich ‘Tuinesië’ noemde. Een week later belde de beheerder: “San, volgens mij zijn ze al bezig.”

Inderdaad, een werkploegje was in de weer met graafmachines en gereedschap (‘ze zeiden dat er spoed bij was’). Alles trokken ze eruit – struiken, onkruid, puin. Zestig centimeter diep groeven ze, en ze stortten er verrijkte aarde in. Er kwam een mooie afrastering met houten palen, een solide hek.

“En dit gaan we met vijf huishoudens onderhouden,” zegt Valk. “Je ziet het: er staan al wat plantjes. Uit de hele buurt komen ze die spontaan brengen. Een man op een scootmobiel kwam deze rozen brengen. De mevrouw die het vroeger al eens probeerde, bracht die hortensia’s. Deze vijgenboom komt van verderop. Iedereen is ineens betrokken.”

 

Voorheen anonieme passanten blijken ineens op de tuinbouwschool te hebben gezeten en komen met advies

 

Zelf moest ik denken aan filosoof Thijs Lijster die in 2022 het boek ‘Wat we gemeen hebben’ schreef, een pleidooi voor de terugkeer van de oude ‘meenten’, stukken grond voor iedereen en van niemand. Er werden groenten op verbouwd, er graasden wat schapen op. En niemand die in het Excelsheet stond als eigenaar. Alleen straatnamen als de Mient echoën die wereld nog.

En nu dus deze tachtig vierkante meter in de Bloemenbuurt, een nieuwe vorm van zo’n meent: niemand hoeft het te huren, er komt misschien een klein participatiebudget voor houtsnippers, en het mooiste: de positieve impuls die ervan uitgaat. Voorheen anonieme passanten blijken ineens op de tuinbouwschool te hebben gezeten en komen met advies. Of er is een chef-kok die precies weet waar je welke kruiden het beste kunt plaatsen. Tijm daar, basilicum hier.

“En je geeft het door aan de volgende generatie,” zegt Valk, terwijl zoontje Borre met de schoffel in de weer is. Zelf groeide hij op in een Drents dorpje, omringd door de natuur die voor stadskinderen schaarser is. “Ik zie dit als een uitnodiging aan anderen. Kom je zo’n stukje grond tegen waarvan je vindt dat er eigenlijk iets moet gebeuren? Doe het zelf, zet het op. Je hoeft alleen het eerste zetje te geven.” Wie weet belandt jouw mail dan niet in een serveroksel, maar in vruchtbare bodem.

De redactie biedt u dit verhaal gratis aan. Meer Haagse verhalen? Neem een (proef)abonnement op weekkrant Den Haag Centraal. Elke donderdag in de bus. De krant is ook verkrijgbaar bij onze verkooppunten.

Standaardportret
Bekijk meer van