Troostende kracht van literatuur door ‘het meisje met de boeken’
Schrijver Mira Feticu geeft een cursus van vijf avonden over de troostende kracht van literatuur. Belezen en gerijpt als zij is door eigen rouwervaring, reikt zij gereedschap aan om leed en eenzaamheid het hoofd te bieden.
“Iederéén maakt in het leven verdriet en rouw mee,” met gespreide armen opent schrijver Mira Feticu (51) het gesprek. Haar handen zullen haar woorden voortdurend kracht bij blijven zetten met een gepassioneerdheid die verraadt dat haar wieg niet op poldergrond heeft gestaan. Na een paar uur luisteren en kijken naar Feticu weet je: hier is een minnares van schoonheid aan het woord. En ze staat te popelen om haar scherpe oog voor de troostende schoonheid van kunst en van literatuur in het bijzonder te delen via de cursus ‘De troostende kracht van literatuur’.
“Alles wat ik heb gelezen, al het moois, wil ik ten dienste stellen van andere mensen die verdriet hebben. Op het internaat waar ik op m’n dertiende belandde, was ik ‘het meisje met de boeken’, want boeken boden mij antwoorden en raad.”
Het is geen commercie, maar louter geest om het boek te bezien als gereedschap
Een cursus in vijf avonden voor een groep van maximaal twaalf deelnemers in samenwerking met Paagman aan de Frederik Hendriklaan. Feticu is blij verrast over het concept. “Ik weet dat Paagman schrijvers op handen draagt en ben dankbaar voor deze bijzondere samenwerking. Het is geen commercie, maar louter geest om het boek te bezien als gereedschap.”
Menselijkheid
Twee jaar geleden verzorgde zij in Breda drie sessies voor tien weduwen, lotgenoten. “Drie complexe en intense avonden. Ik was nog diep in rouw – André, mijn man, was het jaar ervoor overleden – en ik wilde het met hen vooral over rouwverwerking hebben. De avonden bij Paagman worden anders, sowieso uitgebreider. Zelf ben ik ook weer verder. Door de vele bemoedigende reacties op mijn columns, essays en lezingen over eenzaamheid en rouw heb ik ervaren dat het nut heeft om erover te praten.
“Niet iedereen weet hoe hij zichzelf uit het dal van verdriet kan verheffen. Bij vrienden kun je niet oeverloos aankloppen en de troostkring is minimaal als je zoals ik een kleine familie hebt.” Gehaast voegt ze toe dat klein voor haar ook kostbaar betekent dankzij haar ‘wijze dochter en steunpilaar’ die in Utrecht woont en studeert.
Dagenlang lag ik verdoofd op bed zonder enig idee hoe verder te leven
De basis van de cursus ligt bij een persoonlijk dieptepunt vlak na de dood van haar man. “Ik kon niet zonder pillen en drank. Dagenlang lag ik verdoofd op bed zonder enig idee hoe verder te leven, tot er een vonkje oversprong vanuit de boeken om mij heen. Zij waren er, mijn metgezellen door dik en dun. De blauwe kaft van Homerus sprak mij toe. Homerus die zoveel houvast biedt en menselijkheid toont. Vol troost en mededogen voor alles en iedereen, zelfs moordenaars. Bij hem vind ik meer humaniteit dan ik ooit in mijn dorpje op het Roemeense platteland heb ervaren.”
Bij de herinnering aan ‘de rauwe, gewelddadige omgeving’ waarin zij opgroeide, slaat ze even de handen voor haar gezicht. Ze schudt haar hoofd, vermant zich: “Boeken zijn niet vluchtig, in boeken vind je iets voor het hele leven. Onze ziel vindt rust als we lezen, méér dan bij bingewatchen op Netflix. Lezen troost ons.” Ze is intussen veel ‘sterker, stabieler en optimistischer’. “Ik ga weer dóór.”
Troost
Op de eerste avond staat Feticu stil bij de zelftroost die te vinden is in boeken en kunst. “In mijn jeugd putte ik kracht uit de Roemeense dichtregel ‘ik hang aan jouw poëzie als een kind aan de rok van zijn moeder’.” Een tel knijpt ze haar ogen dicht: “Zó mooi. Bij gebrek aan die rok hang ik dus van jongs af aan al aan de poëzie. Een boek is als een mens in huis.” Ze zwaait naar de driedubbelgevulde boekenplanken: “In mijn kasten staan mensen. Dankzij de boeken heeft eenzaamheid mij er niet onder gekregen.”
Mensen in boeken zijn nu eenmaal wijzer dan wij kunnen zijn
Avond twee gaat over klassiekers als Dante en Homerus en meer eigentijds werk van bijvoorbeeld Marguerite Yourcenar (1903-1987). Van enige aarzeling of al die grote wijsgeren en literatoren de lat niet wat hoog leggen, is bij Feticu geen sprake. Stralend zegt ze: “Dáárom geef ik de cursus. Ik ben de link, de tolk, ik vertel over Dante. Mensen hoeven niet alle drie de delen van ‘De goddelijke komedie’ gelezen te hebben. Met Beatrices uitroep ‘waarom heb je zo lang om me zitten rouwen, je had je leven moeten leiden!’ geef ik Dantes boodschap klip-en-klaar door. Mensen in boeken zijn nu eenmaal wijzer dan wij kunnen zijn.”
Zieltje
De derde avond behandelt Feticu filosofie en poëzie. “Onder meer zal ik de essays van de zestiende-eeuwse filosoof Montaigne introduceren. De wijsheid en de verlichting van gedichten die mij altijd een boost geven; het ‘carpe diem’ van de Romeinse dichter Horatius. Ik begin de geschiedenis van de poëzie met Hadrianus die op zijn sterfbed in het jaar 138 in het Latijn een ontroerend gedicht aan zijn ziel schreef. In de vertaling van Yourcenar: ‘Petite âme tendre et vagabonde’ (‘zieltje dat zwerft en verblijdt’, volgens de Nederlandse vertaling van J.A. Sandfort uit 1952, red.) Zo zou iedereen bij tijd en wijle tegen z’n zieltje moeten praten: relativeer wat meer, het leven is kort, kijk naar alle schoonheid om je heen.”
In Nederland bekijken we de dood als iets op afstand, we leven er niet mee
Avond vier voorziet in kunst in het algemeen. “In mijn jeugd raakte het absurdisme mij. Goya gaf voor mij prachtig vorm aan de absurde communistische realiteit van Roemenië. Tegenwoordig ben ik gevoeliger voor kleur, onschuld en de schoonheid van harmonie. Graag heb ik het ook over het schilderij ‘Nederlandse spreekwoorden’ van Pieter Brueghel de oude uit 1559.”
In haar geboorteland wordt de dood anders benaderd dan in Nederland. “In Roemenië maken dood en leven gelijkelijk deel uit van de eeuwigheid. De dood is er een lange reis, een rijpende, metafysische beleving. Tijdens Pasen praten vrouwen op het kerkhof met de doden. De doden en de dood zijn dichtbij, ze vertegenwoordigen iets universeels. In Nederland bekijken we de dood als iets op afstand, we leven er niet mee. We missen hier tradities.”
Op de slotavond staan de deelnemers zelf centraal. “Tijdens de afsluitende sessie geef ik de mensen graag de ruimte om over zichzelf te praten om ze in hun kracht te kunnen zetten.” Vrolijk sluit ze af: “De kracht van boeken is dat ze jou nooit beu zijn en je kunt ook geen ruzie met ze krijgen.”
Mira Feticu, cursus ‘De troostende kracht van literatuur’, dinsdag 20 mei, 3 en 17 juni, en 1 en 15 juli, 18.45 uur, Paagman, vestiging Fred. Meer informatie: www.paagman.nl