Vossenstel decimeert konijnenpopulatie in Paleistuin
De konijnenpopulatie, die al niet klein was en in het voorjaar tot volle wasdom kwam, is afgelopen zomer tot nihil teruggebracht. Dit tot grote teleurstelling van Bruno, de hond van Tessa Bekker, die er altijd veel plezier in had ze te observeren.
Door Saskia Herberghs
Plotsklaps was er deze zomer geen konijntje meer te bekennen in de Paleistuin, zegt Bekker. Behalve dan een enkel dood exemplaar hier en daar in de struiken. Gerrit van der Hut, beheerder Centrum discipline Groen, weet wel waarom: “Er loopt hier een vos. En waar één vos is, zijn er twee. Waarschijnlijk zit hier een stel.’’
Van der Hut kan dit zo stellig beweren omdat hij camerabeelden van het Rijksvastgoedbedrijf heeft gezien met daarop één vos en drie dode konijnen. Want net zoals bijvoorbeeld in een kippenhok doodt een vos meer dieren dan hij op kan. Bekker, de Haagse die hier regelmatig wandelt, twijfelt aan deze lezing van de verdwijning van de konijnen. Zij zag dat er konijnenholen waren dichtgegooid met zand. “Dat kan gebeuren,’’ zegt Van der Hut. Zo’n twee à drie keer per week schoffelen ‘de jongens’ van het gemeentelijk groenbedrijf in de tuin en dan kan er aarde in een hol belanden. Niets om je zorgen over te maken, want konijnen maken flinke gangenstelsels en zijn niet voor een gat te vangen, zegt Van der Hut.
Diezelfde medewerkers van het groenbedrijf treffen af en toe een dood konijn aan in de tuin. “Dat is dan duidelijk doodgebeten.’’ Van der Hut werpt dan ook verre de suggestie van zich af dat er konijnen zouden zijn geruimd. Een aanname die wellicht werd gevoed doordat de gemeente en de Rijksvoorlichtingsdienst in eerste instantie naar elkaar verwezen voor meer informatie over de kwestie. Maar Van der Hut die op vakantie was, doet niet aan verdelging. Zelfs de bomen die ziek zijn, bijvoorbeeld de kastanjes met bloedingsziekte, krijgen respijt om te herstellen. Pas als ze bij een van de twee jaarlijkse controles code D krijgen toebedeeld, moeten ze om.
Alleen al om dergelijke ziekten onder bepaalde soorten te voorkomen, zorgt Van der Hut voor diversiteit in de Engelse landschapstuin die in 1954 werd opengesteld voor publiek en waarover de gemeente sindsdien het beheer draagt. Door de door bijen geliefde stinzenplanten (met bollen) die in het voorjaar bloeien af te wisselen met bomen en hogere struiken worden zichtlijnen in de tuin behouden en zijn er mooie doorkijkjes. Ook de koningslinde die speciaal voor prinses Beatrix is aangeplant bij het paleis is geliefd bij de bijen. “Die zie je soms dronken onder linden liggen.’’
Van der Hut, die duidelijk een liefhebber is van planten en bomen, is er niet heel rouwig om dat vossen het konijnenvolk hebben verkleind. “Met deze vossen ben ik eigenlijk blij. Wij investeren heel veel in deze tuin maar de konijnen vreten wel heel veel planten weg.’’ Dat de vossen hun weg naar de Paleistuin hebben gevonden, verbaast Van der Hut niks. “Zolang ze in het groen kunnen lopen, komen ze ver in de stad. Uit bijvoorbeeld de Scheveningse Bosjes via groenstroken en Plein 1813 komen ze hier. En dan settelen ze zich waarschijnlijk. Want ja, de tuin houdt hier niet op, er is ook nog een stuk aan de andere kant van het hek dat bij het paleis hoort. Misschien hebben ze daar een nest.’’
Volgens baasje Tessa Bekker had haar hond Bruno er altijd veel plezier in de konijnen in de Paleistuin te observeren. Nu is er geen een meer te vinden. | Foto: PR
Dit artikel wordt u gratis aangeboden. Wilt u een abonnement op DHC? Klik dan hier.