Hanneke van der Werf, D66: ‘Den Haag is ideale stad om als politicus te beginnen’
Het beloven de spannendste Tweede Kamerverkiezingen in jaren te worden. DHC stelt in aanloop naar 22 november bekende en minder bekende Haagse kandidaten aan u voor. In deel 10 (slot): Hanneke van der Werf, nummer 8 van D66.
Allereerst gefeliciteerd met de geboorte van uw zoontje. Een gekke verkiezingscampagne zo.
“Ja, zeg dat wel. Ik had natuurlijk niet verwacht dat het kabinet zou vallen en dat we na tweeënhalf jaar alweer nieuwe verkiezingen zouden hebben. Dat ik nu vanuit mijn kraambed de pers te woord sta, is wel gek. Maar ik doe het graag.”
Als raadslid heeft u zich in 2018 met succes hardgemaakt voor modern ouderschapsverlof. Is dit een thema dat u meeneemt naar de Kamer?
“Haagse gemeenteambtenaren hebben al sinds vijf jaar recht op zesenhalve week betaald ouderschapsverlof. De stad liep daarin echt voorop. Vrouwen moeten zich niet belemmerd voelen om te werken. Betaald vaderschapsverlof, maar ook iets als gratis kinderopvang, kan voor een verschuiving zorgen. Met dit soort regelingen voorkom je dat de zorgtaken automatisch op het bord van vrouwen terechtkomen en creëer je meer gelijkwaardigheid. D66 is ook ambitieus als het om dit soort thema’s gaat.”
In een eerder interview met DHC zei u dat Den Haag ervan profiteert als z’n raadsleden in de Tweede Kamer komen. Hoe bedoelt u dat?
“Politicus zijn is echt een vak, dat ben je niet van vandaag op morgen. In mijn tijd als raadslid voor Den Haag heb ik veel geleerd. Hoe je bijvoorbeeld het beste de belangen van mensen vertegenwoordigt of een meerderheid achter je voorstellen krijgt. Tegelijkertijd bouw je een netwerk op waar je als Kamerlid van kan profiteren. Den Haag is wat dat betreft de ideale plek om als politicus te beginnen. Je loopt dan toch wat makkelijker de stad in.”
Ook de mensen uit de provincie moeten je weten te vinden
Kunt u een voorbeeld noemen?
“Als gemeenteraadslid heb ik me zeven jaar lang veel beziggehouden met thema’s rondom veiligheid. Ik heb toen regelmatig gesprekken gevoerd met de Haagse politie, over agressie tegen hulpverleners en de toegenomen werkdruk. Hierdoor weten we elkaar ook nu beter te vinden en kan ik hun persoonlijke zorgen meenemen naar de landelijke politiek.”
U bent opgegroeid in Twente. Heeft die achtergrond nog invloed op uw werk als politicus?
“Ja, dat denk ik wel. Politici moeten weten wat er speelt, zowel in de Randstad als in de regio. Als je kijkt naar veiligheidsthema’s zie je dat er veel overeenkomsten zijn. Ook in de regio kampen ze met capaciteitsproblemen bij de politie en merken ze de gevolgen van de georganiseerde misdaad. Toen ik eens op werkbezoek was in de Achterhoek, zagen we de drugslabs op het platteland. Heel anders dan de Haagse Weimarstraat, maar in principe gaat het om hetzelfde probleem. Het is goed om daar je ogen voor open te houden, zodat ook de mensen uit de provincie je weten te vinden.”
