OM eist in hoger beroep lagere straf tegen De Mos, wel bestuursverbod
Het Openbaar Ministerie (OM) eist in hoger beroep géén onvoorwaardelijke gevangenisstraf tegen Richard de Mos wegens omkoping. Wel hangt hem een voorwaardelijke straf, een werkstraf en een bestuursverbod boven het hoofd.
“Dit dossier laat zien hoe machtsbederf in de lokale politiek werkt,” zei advocaat-generaal Koos Plooij dinsdag bij het Haagse gerechtshof. Tegen De Mos eist het OM een voorwaardelijke gevangenisstraf van een halfjaar, een werkstraf, een geldboete en een verbod op het bekleden van een bestuurlijk ambt voor vier jaar.
Dat is een aanzienlijk lagere strafeis dan vorig jaar. Toen stuurden de aanklagers aan op een onvoorwaardelijke celstraf van bijna twee jaar voor De Mos. Omdat de aanklacht van deelname aan een criminele organisatie in hoger beroep is komen te vervallen, pakt de strafeis lager uit, aldus het OM.
Het is duidelijk dat de ondernemers doneerden om er zelf beter van te worden
Tegen oud-medewethouder Rachid Guernaoui eist het OM een vergelijkbare straf, zij het iets lager: een voorwaardelijke celstraf van vier maanden en een bestuursverbod van drie jaar. De strafeisen tegen de vijf ondernemers betreffen voorwaardelijke celstraffen van vier tot zes maanden, werkstraffen en geldboetes.
Missers
Ondanks de fors lagere eisen spreekt het OM van een ernstige zaak. Volgens de aanklagers heeft de Rotterdamse rechtbank vorig jaar ‘opvallende missers’ gemaakt in haar vrijspraak. Zo moeten de donaties aan Hart voor Den Haag wel degelijk worden beschouwd als giften aan De Mos en Guernaoui, omdat zij er als beoogde wethouders persoonlijk profijt van hadden. “Een partijdonatie kan tegelijk ook een gift aan een ambtenaar zijn,” aldus Plooij.
Bovenal betoogt het OM dat de rechtbank de lat voor omkoping te hoog heeft gelegd. Een ambtenaar is volgens de wet al strafbaar als hij een gift aanneemt, ongeacht de waarde daarvan, als hij weet of kan vermoeden dat de gever er verkeerde bedoelingen mee heeft. “De ambtenaar moet een gift dan beschouwen als smeergeld en weigeren.”
Voor dat ‘weten’ is volgens het OM onvoldoende bewijs. “Wel concluderen wij dat De Mos, gezien zijn positie, kennis en politieke ervaring, redelijkerwijs had moeten vermoeden dat deze giften hem werden gedaan om hem te bewegen iets te doen,” aldus advocaat-generaal Theo de Jong, “of om de onderlinge relatie zo te smeren dat de ondernemers een voorkeursbehandeling kregen.”
Bemoeienissen
Anders dan de rechtbank eerder ziet het OM genoeg bewijs voor onfrisse bedoelingen bij de partijdonateurs. De ondernemers bemoeiden zich met de partijkoers, waarbij zij hun eigen zakenbelangen veiligstelden, aldus de aanklagers. Zij citeerden wederom uitvoerig uit mails, appjes en telefoongesprekken van de ondernemers, met daarin teksten als ‘uitmelken’, ‘cashen’ en ‘cliëntelisme is hier echt op zijn plaats’.
Daarbij hamerden de ondernemers erop dat hun donaties geheim moesten blijven, anders hadden zij én De Mos een probleem. “Het is duidelijk dat zij het deden om er zelf beter van te worden,” zei De Jong.
Voor geen andere horecaondernemer zette hij zich zó in
Het OM ziet veel gevallen waarbij De Mos als wethouder ‘het vuur uit de sloffen liep’ voor zijn partijsponsoren. De bekendste episode is de nachtontheffing voor Opera, het zalencentrum van partijdonateur Atilla Akyol. “Voor geen andere horecaondernemer zette hij zich zó in,” aldus Plooij.
Inseinen
Verder wordt de oud-wethouders verweten dat zij geheime informatie deelden met ondernemers en een journalist. Volgens het OM gingen zij hun boekje te buiten toen ze een nog geheim raadsvoorstel over cultuurpaleis Amare voorlegden aan hun vastgoedadviseurs. Ook seinde De Mos voortijdig Akyol in over het aanstaande besluit over de nachtontheffingen, die volgens het principe ‘wie het eerst komt, die het eerst maalt’ werden verstrekt. “Dat is niet integer en strafbaar,” constateerde De Jong.
In een reactie zegt De Mos dat het geëiste bestuursverbod, waardoor hij de komende vier jaar geen wethouder zou kunnen worden, aantoont dat er sprake is van een ‘politiek proces’.
Woensdag gaat het proces verder. De verdediging is dan aan zet.