Hoger beroep De Mos begint met irritaties en herhaling van zetten
Het juridische gevecht moet nog losbarsten, maar op de eerste zitting van het hoger beroep tegen Richard de Mos botsen de verdachten al met de aanklager. “Jullie zijn verkeerd bezig.”
“Alles wat ik doe, wordt door u gecriminaliseerd!” De zitting is nog geen anderhalf uur bezig als Richard de Mos zijn ergernis over het Openbaar Ministerie (OM) niet langer kan onderdrukken. Hij heeft tabak van de speldenprikken die advocaat-generaal Koos Plooij deze dinsdagmorgen uitdeelt. De aanklager citeert uit mails die moeten aantonen dat de toenmalig wethouder zijn partijdonateurs voortrok. Onzin, zegt De Mos. “Ik zeg tegen iedereen dat als ik iets voor ze kan doen, ze het me moeten laten weten. Het zou toch raar zijn als mensen die een donatie doen daarna niet meer mogen bellen?”
Het hoger beroep tegen De Mos, Rachid Guernaoui en vijf ondernemers is begonnen, en dat zullen ze bij het Haagse gerechtshof weten ook. Eerder op de dinsdagochtend marcheerden tientallen leden en sympathisanten van Hart voor Den Haag met veel vertoon naar het Paleis van Justitie, waar een dweilorkest een carnavaleske sfeer neerzette. De Mos zelf arriveerde andermaal in een groen-gele limousine.
De verdachten moeten zich verdedigen tegen de corruptiebeschuldigingen waarvan ze vorig jaar werden vrijgesproken. Tot hun wanhoop is het OM tegen de vrijspraak in hoger beroep gegaan. De rechtszaal zit bij deze eerste zitting tjokvol. Voor de aanhangers en journalisten die er niet meer bij passen, is een aparte zaak met videoverbinding geregeld. Vooraf mengt hoofdaanklager Plooij zich onder de verdachten op de gang, waar hij handen schudt en een praatje maakt – een wereld van verschil met de steile officieren van justitie van de vorige rechtszaak.
‘De Sjaak’
Maar in de rechtszaal is van genegenheid geen sprake. Meermaals krijgt Plooij de hoon van het publiek over zich heen. Bijvoorbeeld als de aanklager ingaat op een mail van ondernemer en partijsponsor Edwin Jansen. Nadat vastgoedman Dennis Buis een grote donatie had gedaan, schreef Jansen aan De Mos dat dit nooit mocht uitkomen, ‘want dan ben jij vooral de Sjaak’. “Waarom zou juist u de Sjaak zijn?”, vraagt Plooij. “En waarom wil hij zo graag anoniem blijven? Misschien omdat hij plannen heeft om u te bewerken?”
De Mos doet het af als insinuaties. “Jansen is een beetje een dramaqueen. Zo’n ondernemer loopt er liever niet mee te koop. Uiteindelijk heeft Buis alsnog de poster met mijn dikke kop overal opgehangen.”
Ik heb ons programma naar half Den Haag gestuurd om meningen op te halen
De eerste zitting is vooral een herhaling van zetten. Dezelfde compromitterende mailtjes, dezelfde onschuldige uitleg van De Mos. Het hoger beroep draait bovenal om de interpretatie van het vuistdikke strafdossier. Voor de feitenbehandeling zelf zijn maar twee zittingen uitgetrokken. Dossiers waar de Rotterdamse rechtbank vorig jaar urenlang op kauwde, passeren ditmaal in vogelvlucht. Het hof pikt er slechts de pijnpunten uit.
Zoals het verbod op woningsplitsing. Hart voor Den Haag was daar aanvankelijk vóór, maar paste op aandringen van Jansen het verkiezingsprogramma aan. Die had De Mos gemaild dat hij hem moeilijk kon blijven steunen als zijn partij de zakenbelangen van Buis in de weg ging zitten. “Ik heb ons programma naar half Den Haag gestuurd om meningen op te halen,” werpt De Mos tegen. “We hebben onze eigen afweging gemaakt. In de onderhandelingen hebben we dit punt weggegeven aan de VVD. Uiteindelijk hebben we vóór het splitsingsverbod gestemd.”
“Het is niet van belang of u daadwerkelijk iets heeft gedaan,” reageert Plooij. “Maar daar komen we later op.”
Bevroeden
De advocaat-generaal sorteert daarmee voor op zijn betoog van volgende week. Volgens het vonnis van vorig jaar moet er een overduidelijk verband zijn tussen een gift en een wederdienst. Daarmee legt de Rotterdamse rechtbank de lat te hoog, meent het OM. Aan de hand van mails, chats en getapte telefoongesprekken zal Plooij betogen dat de ondernemers wel degelijk de wethouders hebben willen beïnvloeden met hun donaties (actieve omkoping). En dat De Mos en Guernaoui dit konden bevroeden (passieve omkoping).
De grote vraag is of het hof de feiten ook zo uitlegt. De Rotterdamse rechtbank hechtte weinig waarde aan de vele op het oog belastende mails en appjes. Het OM zou ze te eenzijdig interpreteren, aldus het vonnis. En wat het OM een wederdienst noemt, ziet De Mos als een zaak van algemeen belang.
Het beeld is dat ondernemers mij nodig hebben, maar het is precies andersom
Zoals de veelbesproken nachtontheffing voor Opera. Daarmee kon het zalencentrum van partijlid en -sponsor Atilla Akyol tot zes uur ’s ochtends openblijven. De Mos wordt verweten dat hij de nachtontheffingen speciaal voor Opera in het leven riep – een exclusief cadeau voor een partijdonateur dus. Een misverstand, aldus De Mos, hij wilde slechts het ingedutte nachtleven een impuls geven. “Het beeld dat ondernemers mij nodig hebben, klopt niet. Het is precies andersom. Er waren bijna geen locaties die dancefeesten konden faciliteren. De spoeling was dun. Er was er maar één die wilde.” Dat was Opera. Overigens niet omdat dancefeesten zo lucratief zijn, zegt Akyol. “Ik verdiende mijn brood met bruiloften.”
Het OM schildert het danceverhaal af als een façade. Opera zou de nachtontheffing voor pokertoernooien hebben willen gebruiken. De Mos noteerde die wens in een aantekening. “U heeft deze vergunning in het college verkocht als danceplan,” suggereert Plooij. Daarop ontsteekt De Mos in woede. “Een ondernemer is vrij om te bedenken wat hij nog meer wil met zo’n gigantisch zalencentrum. Ik heb het opgeschreven, maar er verder niks mee gedaan. Het ging mij om de jongeren die willen feesten.”
Gewiste berichten
Ook een omstreden telefoongesprek van De Mos aan Akyol wordt opgerakeld. Vlak voordat het plan van de nachtontheffingen naar buiten kwam, tipte de wethouder zijn vriend. ‘Dan moet je meteen aanvragen en dan heb ik een nachtvergunning voor tien jaar voor je geregeld,’ zei hij destijds. “Ik heb alleen gezegd dat het eraan kwam,” verdedigt De Mos zich nu. “En daar was ik na al die jaren best trots op.”
Later zou hij een bericht met de link naar het aanvraagformulier van zijn telefoon wissen na een Wob-verzoek van het AD. “Dat deed u als wethouder,” benadrukt Plooij. De Mos haalt er zijn schouders over op. “Er was een klopjacht door de pers gaande. Ik wilde alleen voorkomen dat er nog meer vervelende artikelen kwamen.”
Behalve omkoping worden de politici beschuldigd van schending van het ambtsgeheim, omdat ze een nog vertrouwelijk raadsvoorstel over cultuurpaleis Amare voorlegden aan hun vastgoedadviseurs. “Het is begrijpelijk dat u als politicus zoiets wil bespreken met uw klankbordgroep,” zegt Plooij. “Maar de vraag is of u als wethouder zulke stukken mag delen.” Een bagatel, verzucht Guernaoui. “Het stuk zou twee dagen later openbaar worden en dat is ook gebeurd. Als jullie dit het waard vinden om zo’n grote rechtszaak op te tuigen, zijn jullie verkeerd bezig.”
Strafeis
Ondanks de irritaties moet het juridische gevecht nog losbarsten in het Paleis van Justitie. Op dinsdag 12 maart zal het OM zijn betoog afsteken en de strafeis bekendmaken. Een dag later mag Peter Plasman, de advocaat van beide gewezen wethouders, de beschuldigingen fileren.
Intussen gaan de verdachten zwaar gebukt onder het proces. “Het gaat van kwaad tot erger,” vertelt Atilla Akyol het hof. “Zakelijk kan ik niks meer. Ik ben mijn eigen centen aan het opeten.” Ook De Mos en Guernaoui schetsen in ernstige bewoording hoe de zaak hun carrière en privéleven kapotmaakt. “Iedereen lijdt onder deze zaak.”