Zeldzame brieven uit Oranje-collectie nu online
Een bijzonder onderdeel van de Koninklijke Verzamelingen is voortaan online te raadplegen: de kostbare collectie handschriften.
Wat is de overeenkomt tussen de ‘ketter’ Jan Hus, de hervormer Maarten Luther, de filosoof Voltaire, de staatsman George Washington en de schrijvers Charles Dickens en George Sand? Van hen allen bevinden zich brieven in het Koninklijk Huisarchief in Den Haag. Dat is te danken aan de verzamelwoede van koningin Sophie, gemalin van koning Willem III, en haar jongste zoon, prins Alexander. Dit is maar een korte selectie van beroemde namen, want in totaal zijn er ruim 36.000 scans gemaakt van de documenten in het kader van Metamorfoze, het nationale project voor de digitalisering van papieren erfgoed.
“Met de conservering en digitalisering van deze collecties gaat een lang gekoesterde wens in vervulling,” zei Claudia Hörster, directeur van de Koninklijke Verzamelingen, vrijdag. “Zo’n dertien meter archiefmateriaal is nu toegankelijk gemaakt. Het gaat om twee collecties: de verzameling van de Duitse boekhandelaar Weigel die prins Alexander in 1882 aankocht en de collectie die zijn moeder aanlegde en aan hem schonk.”
Boeken en handschriften
Alexander (1851-1884) werd geplaagd door ziektes en kon totaal niet overweg met zijn onmogelijke vader Willem III. Langzaam vereenzaamde de prins in zijn huis aan de Kneuterdijk, dat nu bekendstaat als het Johan de Witt-huis (en waar vrijdag een symposium over de handschriften werd gehouden). De prins zocht vergetelheid in boeken en handschriften en kocht daarom de Duitse verzameling aan. Die bevat vooral stukken van mensen die iets met de Duitse godsdienstoorlogen en in het bijzonder met de Dertigjarige Oorlog (1618-1648) te maken hebben. Vandaar de vele reformatoren en veldheren die erin voorkomen, zoals Luther, Calvijn en Wallenstein. Minpuntje: eigenlijk is dit een ‘showcollectie’, zei Dirk van Miert, directeur van het Huygens Instituut voor Nederlandse Geschiedenis. “Er zit weinig structuur in. Het zijn veel losse brieven. Soms zelfs alleen maar een losse handtekening. Maar toch kun je er niet omheen. Iedere onderzoeker van de Dertigjarige Oorlog zal hier toch even naar moeten kijken.”
Spitsvondige correspondentie
Dan die andere verzamelaar: Koningin Sophie (1818-1877) was een ontwikkelde vrouw die alleen daarom al totaal niet bij haar gemaal paste; ze scheidden van tafel en bed. Terwijl Willem achter actrices en zangeressen aanzat, correspondeerde zij met de intellectuele en politieke elite van haar tijd, onder wie de historici Von Ranke en Motley, en keizer Napoleon III en Adolphe Thiers, een Franse staatsman. Ze las veel en verzamelde ook handschriften, onder meer van Voltaire en Rousseau. Later voegde Alexander daar nog weer van alles aan toe. Filosoof Maarten Doorman belichtte vrijdag de spitsvondige correspondentie van de twee grote Franse filosofen. In de collectie zit een brief van Rousseau aan Voltaire. “En dat is weer een antwoord op een brief die we kennen uit de gepubliceerde correspondentie van Voltaire. Rousseau vond dat de mens naar zijn natuurlijke staat moest terugkeren. Voltaire schreef hem dat hij niet van plan weer op handen en voeten (‘à quatre pattes’) te gaan kruipen. En dan nodigt Rousseau hem uit op zijn landgoed bij Génève met de mededeling dat hij níet op handen en voeten de wei in hoeft.”
- De handschriftencollectie van de Oranjes is hier te raadplegen.