Project ‘Frank is een Binck’: Van oud ijzer tot topper aan het water
Nieuw en experimenteel, maar met ruwe randjes die verwijzen naar een industrieel verleden. Dat is de sfeer van veel wat nu gebeurt in de Binckhorst. Een van de jongste ontwikkelingen: het project ‘Fieb’. Hoe rond een berg oud metaal een veelbelovend plan ontstond voor een nieuw, multifunctioneel gebouw.
Een code lijkt het wel, de naam van het project: Fieb. Het is een afkorting van ‘Frank is een Binck’. Achter dat motto gaat een zoektocht schuil, een odyssee. Het verhaal gaat over een revolutionair gebouw dat schipbreuk leed , maar uiteindelijk aanspoelde op een van de hotspots van het nieuwe Den Haag, de Binckhorst.
De architecten Leon Thier en Gerrit van Es wekten de oude ‘metalen’ vleugel van de voormalige jeugdherberg Ockenburgh, want daar gaat het over, tot leven en ontwikkelden rond deze schepping van architect Frank van Klingeren een nieuw woon- en werkcomplex. Vandaar dus: ‘Frank is een Binck!’
Thier en Van Es laten op een regenachtige morgen in het restaurant van Theater Dakota – gevestigd in een gebouw van Sjoerd Schamhart, een andere icoon van het Haagse naoorlogse bouwen – hun plannen zien. “We gaan bouwen aan het einde van een van de armen van de Binckhorsthaven, niet ver van de Caballerofabriek,” legt Thier uit. “De basis is het gebouw van Van Klingeren, dat aan het water komt te staan. Daar komen horeca en – op de verdiepingen – kleine wooneenheden in.”
“Achter de Van Klingeren-vleugel komt een startershal te staan voor jonge ondernemers,” vervolgt Van Es. “Daar bovenop staan twee woontorens, één van veertig en één van zeventig meter hoog. De hele uitstraling wordt stoer, met een knipoog naar het industriële verleden. In de gevels verwerken we bijvoorbeeld een staalskelet. De torens komen in een groene daktuin te staan.”
Demontage
Het verhaal begon in 2007. De voormalige jeugdherberg, bestaande uit het landhuis Ockenburgh en de Van Klingeren-vleugel, stond leeg. Er waren plannen voor de bouw van een hotel. De nieuwe vleugel leek voorbestemd als oud metaal te worden verhandeld. Thier, Van Es en vele andere architecten vonden dat onacceptabel.
Zij braken een lans voor het kleine maar karakteristieke oeuvre van Van Klingeren (zie pagina…) in het algemeen en voor de jeugdherberg in het bijzonder. Uiteindelijk kregen de architecten wethouder Marnix Norder (PvdA) zover dat hij instemde met demontage en opslag van het gebouw.
In feite is dat vele jaren later nog de situatie: het gebouw is vooralsnog een grote berg oud ijzer op een terreintje bij Nootdorp. Intussen is het landhuis als ‘Buitenplaats Ockenburgh’ met steun van velen in Loosduinen en Kijkduin een eigen weg gegaan, maar dat is een ander verhaal.
Na de redding van ‘Frank’ begon de odyssee. Die leek in 2010 haar eindbestemming te hebben bereikt aan de Leyweg. Thier: “Er lag toen een plan voor herbouw van de Van Klingeren-vleugel in Den Haag Zuidwest als medialab. Jonge ondernemers in de communicatiesector zouden zich er kunnen vestigen. Maar dat project is door de problemen bij woningcorporatie Vestia uiteindelijk niet doorgegaan.” De berg metaal bleef onaangeroerd.
New Babylon
Maar de afgelopen jaren is er veel veranderd. Er wordt weer gebouwd in en rond de stad en er waren en zijn nieuwe, spannende locaties beschikbaar, zoals het Energiekwartier, Scheveningen-Haven en de Binckhorst.
Uiteindelijk viel de keuze van wethouder Joris Wijsmuller (HSP, stadsontwikkeling) op het uitgestrekte voormalige bedrijvengebied. “En zo werd de jeugdherberg een soort ‘nomadisch paviljoen’,” zegt Van Es lyrisch. “Van Ockenburgh, naar Nootdorp, naar de Binckhorst. Het lijkt wel een onderdeel van het project ‘New Babylon’ van kunstenaar Constant Nieuwenhuis. De gedachte daarachter van een netwerk van open steden voor de spelende en creatieve mens is verwant met de ideeën van Van Klingeren.”
Herbouw en nieuwbouw zijn een project van ontwikkelaar Stebru (Steenbrugge), een familiebedrijf uit Nieuwerkerk aan den IJssel. Stebru doet veel projecten in de Rotterdamse regio, maar is in toenemende mate in Den Haag en omgeving actief. “Wij houden wel van wat minder voor de hand liggende projecten,” zegt ontwikkelaar Jos van Boxtel.
“Dit kost meer tijd en aandacht dan een woonwijk neerzetten in RijswijkBuiten (gebied Sion, red.). Hetzelfde geldt voor een project voor studentenhuisvesting op de Sigma-locatie bij station Hollands Spoor dat wij doen. Het is een uitdaging, maar in de Binckhorst willen we graag meedoen.”
‘Frank is een Binck’ sluit ook naadloos aan bij het karakter van de nieuwe Binckhorst, verzekert Leon Thier. “De gemeenteraad heeft vorig jaar de ‘kernwaarden’ van het gebied vastgesteld. Die gaan onder meer uit van een authentiek, ambachtelijk werk-woongebied, rauwe rafelranden, diversiteit en ontmoeting, experimenteerruimte en de Haagse waterkant. Dat zit werkelijk allemaal in dit project.” In 2021 moet het weer gonzen van de activiteit in Van Klingerens uitnodigende ruimte.
*
Architect Frank van Klingeren over hinder en ‘ontklontering’
Een ‘archinieur’, is hij wel genoemd, Frank van Klingeren (1919-1999). Omdat hij eigenlijk meer civiel ingenieur was dan architect. Vanuit zijn specialisme – metaalconstructies – ontwikkelde hij in de jaren zestig en zeventig van de vorige eeuw een geheel eigen architectuur. Modern en sober, maar ontstaan vanuit een vurig idealisme en geloof in een open samenleving.
De Amsterdamse bouwmeester heeft afgezien van fabrieksgebouwen en bedrijfspanden maar een paar grote gebouwen ontworpen. Een ervan was de in 1974 voltooide uitbreiding van jeugdherberg Ockenburgh. Het was een flexibel gebouw met op de verdiepingen vierhonderd bedden en beneden één heel grote ruimte als eet- en recreatiezaal.
Die zaal was een voorbeeld van wat Van Klingeren ‘ontklontering’ noemde: één ruimte voor verschillende functies en door de gebruiker zelf in te delen. De doorsnee-architectuur werkte volgens hem te veel met hokken, schotten en vakjes, kortom: ‘klontering’. Alles en iedereen bij en door elkaar leverde natuurlijk ook hinder op, maar ook dát was een begrip bij de architect. “Botsing en hinder horen bij een samenleving.
Daardoor kunnen andere denkbeelden worden gevormd en nieuwe wegen ontstaan,” zei hij eens. Een typerend onderdeel van de jeugdherberg was het door Van Klingeren ontworpen ‘conversatie bevorderende’ stapelbed. Door de beide bedden niet recht onder elkaar te plaatsen, was het makkelijker voor ‘boven’ en ‘beneden’ om contact te hebben.
Meerpaal
Het meest onversneden gaf Van Klingeren zijn denkbeelden vorm met de bekende De Meerpaal in Dronten, voltooid in 1967. Het was een kruising tussen een wijkcentrum, een sporthal, een theater en een evenementenhal.
Het gebouw verwierf landelijke bekendheid door tv-uitzendingen, onder meer van het jeugdprogramma ‘Stuif es in’ (AVRO). Nadat een verbouwing het open karakter al deels teniet had gedaan, leek begin deze eeuw sloop van De Meerpaal onafwendbaar.
Maar het Haagse architectenbureau Pro, bekend van onder meer de Haagse Hogeschool in het Laakhavengebied, zorgde in plaats daarvan voor een verbouwing en uitbreiding waarbij het oorspronkelijke open karakter werd hersteld. Een van de betrokken architecten bij Pro was toen Leon Thier, die nu mederedder is van de Haagse schepping van Van Klingeren.