Strengere controle woonomstandigheden arbeidsmigranten

Een op de tien inwoners in Den Haag is arbeidsmigrant. Een nieuw actieplan moet hun werk-  en woonomstandigheden verbeteren.

Door

Veel Hagenaars zullen het zich nog herinneren: de brand die op 20 mei 2021 een heel huizenblok aan de Wouwermanstraat in de Schilderswijk onbewoonbaar maakte. Hoewel er geen gewonden vielen, raakten de bewoners van veertig appartementen alles kwijt. Onder hen veel Bulgaarse arbeidsmigranten. Wethouder Martijn Balster (PvdA, volkshuisvesting en welzijn) herinnert zich de schrijnende verhalen van de hulpverleners nog. “Bewoners die net hun huis waren verloren, vroegen zich af of iemand hen naar hun werk kon brengen. Omdat ze bang waren dat ze zouden worden ontslagen.”

Later onderzoek van het Instituut Fysieke Veiligheid (IFV) wees uit dat de woningen niet voldeden aan de bouwvoorschriften. De levensgevaarlijke woonsituatie zorgde ervoor dat het vuur zich snel kon verspreiden. Voor een groot deel van de 50.000 tot 60.000 arbeidsmigranten die in Den Haag wonen, is dit de dagelijkse realiteit. Om de leefomstandigheden van deze groep te verbeteren, is er nu het nieuwe programma ‘Arbeidsmigratie in goede banen.’

Ik heb het gevoel dat onze stad het centrum is geworden van de problematiek
Wethouder Martijn Balster

Vergunningen

In het Talentenhuis aan de Ferdinand Bolstraat licht Balster het programma verder toe. De locatie is niet toevallig gekozen. Het pand speelde twee jaar geleden een belangrijke rol bij de opvang van de getroffenen van de grote brand en herinnert daarmee direct aan het belang van adequate huisvesting. Die laat in Den Haag nog te vaak te wensen over. “Ik heb het gevoel dat onze stad het centrum is geworden van de problematiek,” zegt de wethouder.

Dat het probleem juist in Den Haag zo groot is, heeft volgens Balster onder andere te maken met de relatief grote particuliere woningvoorraad in de stad. Verhuurders worden verleid de huurprijzen omhoog te gooien, met als gevolg dat arbeidsmigranten gedwongen worden hun woonruimte met anderen te delen. Dat vanaf 1 maart 2024 in Transvaalkwartier-Midden en -Zuid, en in Laakkwartier-Oost en -West verhuurdersvergunningen verplicht zijn, betekent dat de gemeente in deze wijken kan handhaven op te hoge huurprijzen en goed verhuurderschap kan afdwingen.

“Een stap in de goede richting,” vindt de wethouder. “Maar ook de nieuwe Wet betaalbare huur is hard nodig, zodat we ook bij huurwoningen in het middensegment vergunningen kunnen opleggen.”

Opsporing

Anjo Hoogendoorn van de Haagse Pandbrigade, die huizen inspecteert, staat in de straat achter het woonblok aan de Wouwermanstraat. Hij wijst naar de scheuren in de gevel, de gebroken ruiten, de waterslag op de wanden en de stenen die op sommige plekken naar buiten worden gedrukt. Het is duidelijk dat er weinig herstelwerkzaamheden zijn verricht, laat staan  dat de woningen goed worden onderhouden. “Maar de huurprijzen overschrijden hier gerust de tweeduizend euro.”

Hoogendoorn en zijn collega’s krijgen regelmatig meldingen van woonoverlast, vaak veroorzaakt door overbewoning. “In 90 tot 95 procent van de gevallen gaat het dan om arbeidsmigranten,” vertelt hij. Zonder deze meldingen is zijn werk een stuk lastiger. “Als ik zelf voor zo’n pand sta, durf ik niet te zeggen waar de arbeidsmigranten wonen. Daar praten zij met ons niet over en dat maakt opsporing lastig. In de meeste gevallen weten hun werkgevers niet eens waar ze wonen.”

Geen bed, geen werk

Niet voor niets is registratie een andere belangrijke pijler uit het programma. Zodat de gemeente inzicht krijgt in de precieze verblijflocaties van arbeidsmigranten en de misstanden gerichter kan aanpakken.

Balster ziet hierbij een belangrijke rol weggelegd voor bedrijven en uitzendbureaus, die arbeidsmigranten kunnen helpen bij de registratie. Als het aan de wethouder ligt, krijgen werkgevers sowieso een grotere verantwoordelijkheid voor het welzijn van hun Roemeense, Poolse of Bulgaarse werknemers. Onder het motto ‘Geen bed, geen werk,’ betoogt hij dat bedrijven alleen arbeidsmigranten mogen werven als ze ook voldoende zorg dragen voor hun huisvesting. Tegelijkertijd moet worden voorkomen dat arbeiders uit hun woning worden gezet op het moment dat zij hun baan verliezen.

Maar ook economie-breed is Balster kritisch. “We moeten als gemeente gaan nadenken over wat voor economie we willen zijn. Van bedrijven die grotendeels voor de export produceren en vooral arbeidsmigranten in dienst hebben, moeten we ons afvragen: willen we wel dat zij zich hier in de regio gaan vestigen?” Naast registratie, huisvesting, arbeidsomstandigheden en economie geeft het nieuwe programma ook invulling aan thema’s als participatie en integratie, zorg en opvang, en informatievoorziening en voorlichting. De kosten voor het tweejarige programma worden geraamd op bijna twee miljoen euro.

 

Standaardportret
Bekijk meer van