Straat Consulaat wil leegstand leefbaar maken, ambtelijke aanpak versnipperd
Stichting Straat Consulaat maakt een wandeling langs verlate panden. “Met de huidige woningcrisis moet je naar de bestaande woningvoorraad kijken.”
Peter Bos wijst naar de ongebruikte opslagruimte boven de winkels in De Passage, Café The Oldtimer in de Papestraat dat al zes jaar leegstaat, een verlaten pand in de Boekhorststraat en het pand van de Nationale Politie in de Jan Hendrikstraat dat al tientallen jaren verkrot. Volgens Bos, belangenbehartiger bij Straat Consulaat, een organisatie die zich inzet voor dakloze mensen, zijn dit allemaal plekken waarin gewoond kan worden. “Met de huidige woningcrisis moet je naar de bestaande woningvoorraad kijken. Leegstand leefbaar maken is daar een makkelijke manier voor. We roepen de gemeente op om met goede, radicale oplossingen te komen die de woningnood beter aanpakken.”
Zowel de Haagse gemeenteraad als het college van B en W is het met Bos eens: leegstand moet niet kunnen in tijden van woningnood en moet worden voorkomen. Het aanpakken van leegstand heeft zelfs een eigen alinea in het coalitieakkoord. Daarin beschrijft het college er ‘stevig’ tegen op te treden en te zoeken naar betere handhavingsmogelijkheden.
Een leegstandsverordening vraagt te veel van het ambtelijke apparaat
De gemeenteraad dringt al een tijd aan op het invoeren van een leegstandsverordening. Hierbij moeten eigenaren binnen zes maanden melden dat een woonruimte leegstaat, daarna volgt een overleg waarin wordt besproken hoe de woning zo snel mogelijk kan worden gebruikt.
Leegstandsverordening
Een onderzoek van adviesbureau Public Result in Rijswijk, uitgevoerd in opdracht van de gemeente Den Haag, raadt het gebruik van een dergelijke verordening af. ‘Het vraagt te veel van het ambtelijke apparaat, terwijl de doorzettingsmacht om veranderingen te bewerkstelligen gering is,’ stelt het onderzoek.
Dat onderstreepte wethouder Martijn Balster (PvdA, wonen) in een commissiedebat eind september vorig jaar. ‘Hoewel we de handhavingsorganisatie hebben uitgebreid, is die niet oneindig. We moeten daar op een verstandige manier mee omgaan.’ Ook onderbouwde de wethouder dat het een ongerichte methode is. ‘Dat zit hem erin dat je op elke melding moet acteren. Ook bij administratieve leegstand (panden die op papier leegstaan, maar in de praktijk worden bewoond, red). Dat kost veel capaciteit.’
Het college wil inzetten op ‘integraal leegstandsoverleg’ en beter inzicht krijgen in de hoeveelheid leegstand, blijkt uit een brief aan de gemeenteraad. Ook vertelt het college extra te controleren op leegstand in Zuidwest/Rustenburg-Oostbroek, omdat daar veel gebiedsontwikkelingen plaatsvinden.
Tegelijkertijd lobbyt het college bij het rijk voor een leegstandsbelasting. In een brief aan de Tweede Kamer riep de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) op om een voorbeeld te nemen aan het Vlaamse model. ‘Daar kan de gemeente in geval van langdurige leegstand van een pand een belasting opleggen, die naarmate de tijd vordert progressief stijgt.’ Dit dwingt eigenaren om actiever tegen leegstand op te treden.
Op de korte termijn is een leegstandsverordening effectiever
D66-raadslid Peter Mekers vindt de leegstandsbelasting een goed idee, maar volgens hem is dat iets voor de lange termijn. “Zo’n wetgevingsverandering duurt snel een paar jaar. Op de korte termijn is een leegstandsverordening effectiever.” Hij weet dat dit veel vraagt van de ambtenarij, maar denkt dat te kunnen bekostigen met het geld dat het rijk geeft voor het reguleren van de winstmaximalisatie op middenhuur. “En ik benadruk dat leegstand in deze tijden echt niet kan.”
Versnipperd
Maar het onderzoek van Public Result wijst erop dat het probleem ook zit bij de ‘versnipperde’ aanpak. Daardoor weten vastgoedeigenaren niet waar zij naartoe moeten met hun leegstaande panden. ‘Doordat elk onderdeel van de gemeentelijke organisatie zich focust op de eigen portefeuille is er te weinig sprake van afstemming, samenwerking en/of een integrale afweging.’
Volgens het onderzoek leidt dat tot concurrentie tussen afdelingen. Zij willen de leegstaande ruimte hebben voor het behalen van hun eigen beleidsdoelen. Met een beter georganiseerd netwerk wordt er sneller invulling gegeven aan leegstaande panden en terreinen. ‘Een deel van de maatregelen betreft het slimmer organiseren van het werk,’ stelt het onderzoek. Het college lijkt dit advies op te volgen door in te zetten op ‘integraal leegstandsoverleg’.
We wilden laten zien dat je met elkaar een complex kan bewonen, beheren en toewijzen
Belangenbehartiger Peter Bos en architect Peter Drijver laten een van hun oplossingen zien: het Pandercomplex aan de Brouwersgracht, de Spijkermakersstraat en het Buitenom. Begin jaren 90 kraakten Bos en Drijver drie panden die neerkeken op het industriecomplex. De grond was toen nog van het rijk. Maar kort na de nabije kraak ruilde toenmalig wethouder Adri Duivestein (PvdA) de grond onder het Centraal Station voor deze plek. “De stadsontwikkeling wilde er nieuwbouw van maken,” vertelt Drijver.
Daar was het tweetal het niet mee eens en daarom bedachten zij een tegenplan. Terwijl dat werd uitgewerkt, zocht het duo naar woningzoekenden die buiten de radar van de gemeente vielen. Toen Bos en Drijver hun plannen presenteerden aan het toenmalige college, reageerde dat enthousiast. Samen bouwden zij het complex, een ‘integraal leegstandsoverleg’ avant la lettre. Drijver: “We wilden laten zien dat je met elkaar een complex kan bewonen, beheren en toewijzen. Zelfs binnen de regels van de sociale woningbouw.” Sindsdien heeft het complex nooit leeggestaan.
De redactie biedt u dit verhaal gratis aan. Meer Haagse verhalen? Neem een (proef)abonnement op weekkrant Den Haag Centraal. Elke donderdag in de bus. De krant is ook verkrijgbaar bij onze verkooppunten.