Richard de Mos één jaar wethouder, hoe ziet dat eruit?
Koning campagne voeren, expert fondsen werven, en vooral: man van het volk. Een jaar na zijn klinkende verkiezingsoverwinning is de vraag: Richard de Mos als wethouder, hoe ziet dat eruit? DHC liep een dag mee en sprak met mensen uit zijn omgeving.
De emoties aan een keukentafel in een woning op de Meppelrade lopen af en toe hoog op. Niet ver van hier zitten een Polenhotel, een psychiatrische instelling en een daklozenopvang. Dat zit bewoners Jeroen en Roos niet lekker. “Kinderen vinden buiten messen, er ligt bloed!” Ook de aanhoudende rattenplaag, het speelplekje op de hoek en veranderende verkeerssituaties baren hen zorgen. Het grootste punt van frustratie is de gebrekkige communicatie met de gemeente. De uitgenodigde wethouder Richard de Mos (Groep de Mos) luistert aandachtig, ‘bakkie’ in de hand.
In de loop van het gesprek – van de hak op de tak – probeert De Mos de vaart erin te houden. Hij somt zijn toezeggingen op: er komt een brief over de opvang die sluit en uitleg over de nieuwe verkeerssituatie, er komt een buurt-whatsappbord om inbrekers af te schrikken. Hij trekt zich de kritiek aan, maar waarschuwt wel: “Dat we álles gaan regelen, is een utopie.” Roos: “Ik blijf je gewoon stalken, hoor!” De Mos: “Daar zijn we voor.”
Dan richt hij zich tot Jeroen. Die was tot voor kort aanspreekpunt voor de straat en leider van de buurt-whatsappgroepen, maar krijgt zoveel ‘gal’ over zich heen, dat hij ermee wil stoppen. “Hou vol. Als wethouder heb ik er ook last van dat ik niet iedereen tevreden kan houden.” Jeroen: “Ja, maar jij krijgt er een chauffeur bij.” Iedereen lacht hartelijk.
“Actieve bewoners moet je stimuleren,” zegt de wethouder achteraf in zijn dienstauto. Het verschil met toen hij nog (maar) fractievoorzitter en partijleider was? “Nu kan ik meteen acties uitzetten. Geen griffie, geen raadsvragen. Is het college bereid om de communicatie te verbeteren? Nou, het antwoord is: ‘ja, dat is het college’.”
Kindje
Het is een jaar geleden dat Groep de Mos de gemeenteraadsverkiezingen won en de grootste partij van Den Haag werd. Het duurde langer dan hij zelf had gedacht, maar de kampioen schriftelijke vragen stellen en persberichten tikken, de ombudsmanpoliticus, werd dan eindelijk officieel wethouder van economie, sport en buitenruimte, plus eerste locoburgemeester.
Als raadslid deed hij nog weleens het licht uit in de kroeg, nu doet hij het licht uit in het stadhuis.
Nogal een overgang. “Hij verwoordde altijd het tegengeluid,” denkt jeugdvriend Terrence Hesselman terug. Hij is trots dat De Mos nu kan besturen. “Het was wel wennen, zeker in het begin. Het helpt dat hij veel ervaren mensen om zich heen heeft. Maar hij is gewoon zichzelf, hij maakt dezelfde grappen. In het verleden heeft hij landelijk nog weleens een flater geslagen, maar daar heeft hij van geleerd. Hij is veel volwassener geworden.” Broer Sander: “Hij heeft zich van onderaf opgewerkt.”
‘Niet naast zijn schoenen gaan lopen’
Oppositieraadslid Peter Bos (HSP) ziet ook geen verandering in karakter. “Hij is niet naast zijn schoenen gaan lopen.” Op wollige, ambtelijke teksten zul je De Mos ook niet snel betrappen, al is hij wel voorzichtiger geworden. “Je woorden worden opeens heel anders gewogen,” zegt coalitiepartner en VVD-fractievoorzitter Frans de Graaf. “Dat beseft Richard ook. In het begin was hij heel recht voor z’n raap. Volgens mij kiest hij zijn woorden nu zorgvuldiger.” Dat beaamt De Mos, al is het schoorvoetend. Humor blijft zijn wapen, zowel in als buiten het debat. “Zelfspot – ik zou het veel politici gunnen.”
“De uitdaging voor hem is orde scheppen in de chaos van het stadhuis, de ambtelijke molen leren kennen en weten wanneer de aftikmomenten zijn,” zegt Elias van Hees, voormalig PVV-raadslid en nu Groep de Mos-medewerker. Voor een workaholic als De Mos betekent dat nóg langere dagen dan hij al draaide. Van Hees: “Als raadslid deed hij nog weleens het licht uit in de kroeg, nu doet hij het licht uit in het stadhuis.” Woordvoerder Frank Verhoef: “Ik denk dat zijn agenda leidender is dan hij zelf zou willen.” “Gelukkig krijgt hij energie van zijn werk!”, zegt zijn oudere broer Sander.
Radar
Hesselman maakt zich net als Sander soms zorgen: “Het is ’m niet in de koude kleren gaan zitten. Je wordt geleefd. En de radar staat altijd aan.” Zo af en toe wordt er een dag, of zoals nu een weekend, geblokt. “Verwennerij!”, roept De Mos. “Dan kan je een keer naar je moeder zonder dat je haast hebt, uitslapen, de hele dag in je kamerjas lopen. Een paar weken geleden lag mijn moeder ineens in het ziekenhuis. Dat maakt je waakzaam. Niks is voor eeuwig.”
Om te ontspannen gaat De Mos naar de sauna, of uit eten. “Ik ben een bourgondiër. Het liefst heb ik Indisch.” Humor is voor De Mos ook een ‘uitlaatklep’, juist in alle drukte. “Er moet gelachen worden,” zegt hij. Al zijn de grappen soms ‘te grof voor in de krant’. Om stoom af te blazen ‘dolt’ De Mos soms ook met zijn team. “Dan ga ik achter een plant zitten in het kantoor en maak ik rare geluiden.”
Scoringsdrift
Wat De Mos zelf irriteert aan zijn nieuwe rol is dat ‘dingen niet vandaag zijn geregeld’. Projecten, zoals het binnenhalen van een attractie voor de stad, vergen langetermijninzet. “Maar wat vandaag geregeld kan zijn, is ook af.”
Chauffeur Ruud moet na een bezoek aan winkels op de Bouwlustlaan even bij winkelcentrum De Stede gaan stilstaan. “Ik heb hier een paar weken geleden aan de bloemenman beloofd dat er tegels recht gelegd zouden worden. De dienst zei dat het is gebeurd. Vertrouwen is goed, maar controle is beter.” De situatie valt tegen. De Mos trekt zijn telefoon en begint foto’s te maken van de scheve tegels. “Zo’n controlfreak ben ik wel. Deze gaan naar de dienst: de opdracht was toch helder?”
Loyaliteit
Streng wil De Mos zichzelf niet noemen. “Ik verwacht wel loyaliteit. En ik kan geïrriteerd raken. Als zich dat ophoopt, berg je dan maar!” Hij lacht. “Het is wel altijd snel weer over, tenzij het probleem structureel is. Dan kan ik afscheid nemen van iemand.”
Vertrouwen is goed, maar controle is beter
Inmiddels zit hij aan zijn grote wethouderstafel op de elfde verdieping van het stadhuis om ‘post weg te werken’. Er liggen verschillende mappen klaar: voor uitnodigingen en afspraakverzoeken, voor dingen die getekend moeten worden, voor burgerbrieven, en er is een ‘Groep de Mos-map’. De Mos: “Deze is voor mensen die me aanspreken als partijleider. Dat moet ik scheiden.” Dan geeft hij toe: “Maar ik lees wel alles.”
Dat hij niet een op een zijn verkiezingsprogramma uitvoert, vindt De Mos niet moeilijk uit te leggen. Hij doet het zelfs graag. “Dat is nu eenmaal het model. Als ik samen moet met GroenLinks kan ik niet al mijn plannetjes uitvoeren, dat snappen mensen ook. Ik ga gewoon mijn best doen voor de achterban, voor ze knokken.”
Speechen
In de ‘dagmap’ zitten alle voorbereidingen voor de afspraken vandaag. De amateurtuindersvereniging de Uithof is 50 jaar geworden, bijvoorbeeld. “Een korte speech van 15 minuten?! Dat geloof je toch niet. Ik ben niet zo van het speechen. Dat weten ze ook! Nee hoor: Hallo, gefeliciteerd en dan informeel een rondje maken.”
Door zijn eigen stijl te hanteren probeert De Mos de afstand tussen hem en Haagse burgers zo klein mogelijk te houden. “Mensen gingen anders doen toen ik bestuurder werd. Kennelijk hoort afstand erbij.” Met een ongewoon zachte stem: “Daar word ik wel ongemakkelijk van.”
Verwennerij! Een keer naar je moeder, uitslapen, in je kamerjas lopen.
Dubbel op de agenda staat de nationale vrijwilligersdag NL Doet. Eerst verven en schuren bij kringloopwinkel Schroeder aan de Loosduinsekade met de burgemeester en collega-wethouders. Daarna meldt hij zich bij stadsboerderij Herweijerhoeve, vlak bij waar hij zijn eerste huis kocht. “Ik kwam hier met mijn klas! Op die straathoek verzamelden we met vrienden om naar ADO te gaan.”
Grondboor en cement
De opdracht op de boerderij is zitpaddenstoelen plaatsen. Dus De Mos gaat aan de slag met een grondboor en cement. Dat is nog knap lastig. En het is koud. “Dit is gewoon een strafkamp,” grapt hij tegen de verpleegkundestudenten die ook meewerken. “Waarom is dit niet in juni?”
Terug binnen, als de laarzen weer worden omgewisseld voor de nette schoenen, ziet de bestuurder dat de lammetjes verwacht worden. “Is het eerste lammetje er al? Pauline (burgemeester Krikke, red.) wilde dat mediamoment doen. Dan moet ze het wel doen!” Dan schiet de kramp in zijn scheen. “Ik ben drie jaar geleden gestopt met voetballen, maar ik mis het wel. Het is een vak met veel borrels. Als je niet uitkijkt, word je moddervet. Maar de discipline voor de sportschool heb ik niet.”
Vijftien zetels
Sinds de verkiezingen hangt de vraag boven de markt of Groep de Mos gaat uitbreiden. Broer Sander: “Hier in het Westland komen mensen regelmatig naar me toe, in de supermarkt bijvoorbeeld. Dat is het mooiste compliment.”
Voorlopig houdt Richard het bij Den Haag: “Ik heb de stad iets beloofd. Op de nieuwjaarsborrel in januari zei de partijleider al dat bij de volgende verkiezingen zijn lat op twaalf tot vijftien zetels ligt. We hebben de stad teruggegeven aan de mensen.”
En terug naar de Tweede Kamer of de provincie in? De deur staat sinds de samenwerking met 50PLUS op een kier, maar De Mos is duidelijk: “Oh nee! Ik heb de mooiste baan. De beste hondenbaan die je kan hebben.” Maar als chauffeur Ruud ‘De Mos for president!’ grapt, kan de wethouder het niet laten: “Je weet ’t nooit.”
Jeugdvriend Hesselman ziet meer in burgemeester De Mos: “Lokaal is zijn ding, meer bij de mensen. Hij kan met iedereen overweg, ook met kakkers, dat is zijn kracht.” Maar voor De Mos verder opklimt, heeft Hesselman nog wel een tip: “Een goeie cursus Engels is misschien een goed idee. Op school was het ook al niet best. Hij lult zich er trouwens wel uit hoor, met een knipoog en een grap. En iedereen pikt ’t ook van ’m.”
Deze reportage (uit de krant van 21 maart 2019) wordt u gratis aangeboden. Wilt u meer lezen over de politiek in Den Haag? Neem dan een abonnement op DHC.