OPINIE: ‘Speciaal onderwijs mag niet worden opgeheven’

Op 16 november debatteert de Tweede Kamer over het ‘inclusiever’ maken van het onderwijs. Als dit leidt tot het opdoeken van speciaal onderwijs, is dat volgens gz-psycholoog en deskundige rechten van het kind Philip Veerman onwenselijk.

Door

Nu de vijfjarige beleidsperiode ‘passend onderwijs’ ten einde komt, heeft de Onderwijsraad advies uitgebracht aan minister Arie Slob (ChristenUnie, onderwijs). Met dit advies (getiteld ‘Steeds inclusiever’) wil dit adviesorgaan ‘een stip aan de horizon zetten’ om door gericht beleid tot inclusiever onderwijs te komen. ‘Om te borgen dat álle scholen klaarstaan voor leerlingen met een beperking, adviseert de Onderwijsraad aan de rijksoverheid om een landelijke norm voor de lichte ondersteuning en toerusting te laten ontwikkelen voor het primair- en secundair onderwijs en (…) adviseert de Onderwijsraad de huidige zorgplicht in het primair- en secundair onderwijs te verbreden’.

Waar gaat het heen, met die ‘stip aan de horizon’? Gaan we via het huidige ‘passend onderwijs’ (regulier waar het kan en speciaal onderwijs waar het moet) naar ‘steeds inclusiever’ onderwijs en van daar naar inclusief onderwijs voor alle leerlingen, hetgeen het opheffen van speciaal onderwijs tot gevolg zal hebben?

Het College van de Rechten van de Mens rapporteerde in 2018 aan het VN Comité voor de Rechten van Mensen met een Handicap: ‘Omdat scholen in het regulier onderwijs niet ingericht zijn op het opvangen van kinderen met een beperking, eindigen deze kinderen regelmatig op scholen voor bijzonder onderwijs. Dit zou niet noodzakelijk zijn als reguliere scholen ingericht zouden zijn op het bieden van onderwijs aan kinderen mét en zonder beperking.’

Gecombineerd

Zover lijkt de Onderwijsraad niet te gaan. Desgevraagd licht senior communicatieadviseur van de Onderwijsraad Sandra Loois toe: “Met ‘een stip aan de horizon’ bedoelt de raad dat ondersteuning en toerusting die leerlingen nodig hebben om goed onderwijs te kunnen te volgen, zo veel mogelijk gecombineerd worden met gezamenlijk onderwijs (met leerlingen zonder een beperking) en thuis-nabij onderwijs (zodat ze deel uitmaken van hun ‘buurt’). Dat betekent geen opheffing van speciaal onderwijs.”

Het betekent dat speciaal onderwijs en regulier onderwijs naar elkaar toe  groeien en er ‘mengvormen’ ontstaan. Leerlingen met een beperking die intensieve ondersteuning nodig hebben, gaan zo regelmatig om met leerlingen zonder een beperking. De Onderwijsraad is van mening dat dit bijvoorbeeld mogelijk is wanneer speciaal en regulier onderwijs zich op één locatie of aangrenzende locaties bevinden. Dat zal de radicale voorstanders van inclusief onderwijs niet tevredenstellen.

VN

Sinds de Algemene Vergadering van de VN in 2006 het Verdrag inzake rechten van personen met een handicap aannam, heeft het idee van inclusief onderwijs de wind in de zeilen. Artikel 24 van deze Convention on the Rights of Persons with Disabilities (CRPD) stelt dat de staten die het Verdrag ratificeerden ‘een inclusief onderwijssysteem op alle niveaus waarborgen’.

Opstellers van dit CRPD-verdrag zagen inclusief onderwijs als middel om sociale rechtvaardigheid en emancipatie te bereiken. Speciaal onderwijs werd door hen als discriminatie gezien. Het Internationale Verdrag van de Rechten van het Kind (IVRK) uit 1989, waarin inclusief onderwijs niet genoemd wordt, werd als te paternalistisch gezien. De kritiek op het kinderrechtenverdrag betrof vooral het sleutelbegrip ‘het belang van het kind’. Er wordt wel gesproken van een ‘botsing’ van deze twee verdragen. Nogal wat voorstanders van het CRPD-verdrag stellen dat alle kinderen en jongeren met beperkingen (met extra hulp) in het regulier onderwijs opgenomen dienen te worden en dat dit speciaal onderwijs overbodig moet maken.

Minister Slob zou pleitbezorgers van het opheffen van speciaal onderwijs uit de droom moeten helpen. Want onderwijs totaal inclusief maken, zal leiden tot verwaarlozing van kinderen en jongeren met een beperking en speciale onderwijsbehoeften. Een groep leerlingen blijft gebaat bij hulp door deskundige leerkrachten in een speciale, kleinere setting.

Aardverschuiving afgewend

Het lijkt erop dat met het voorstellen door de Onderwijsraad om regulier en speciaal onderwijs meer te mengen een aardverschuiving in het speciaal onderwijs is afgewend. Inclusief onderwijs voor allen zou het beëindigen betekenen van de nationale organisatie van onderwijs voor leerlingen met visuele beperkingen en voor leerlingen met auditieve/taal-spraakproblemen. Ook zou dit het einde zijn van speciale onderwijsvormen voor leerlingen met cognitieve beperkingen, chronische ziekten en psychiatrische leer- en gedragsproblematiek.

Pedagoge Inge Zweers onderzocht de ontwikkeling van leerlingen met gedragsproblemen in het regulier en speciaal onderwijs. Zij concludeerde in haar proefschrift, dat zij in mei 2018 verdedigde, dat leerlingen met gedragsproblemen op verschillende ontwikkelingsgebieden in het speciaal onderwijs gemiddeld genomen beter presteren dan dergelijke leerlingen die extra ondersteuning krijgen in het regulier onderwijs. Dat geeft te denken.

Concluderend: speciaal onderwijs is hard nodig voor een specifieke groep kinderen en jongeren met beperkingen en speciale onderwijsbehoeften. Voorstellen van de Onderwijsraad zijn het exploreren waard, zoals het binnenhalen door het regulier onderwijs van expertise uit het speciaal onderwijs. Mits extra gelden hiervoor beschikbaar komen en voorzichtig te werk wordt gegaan.

Philip Veerman is gz-psycholoog en deskundige rechten van het kind te Den Haag.

Standaardportret
Bekijk meer van