Column: Wíllen we wel dat het strand nooit meer leeg is?

Het strand wordt in gereedheid gebracht voor een nieuw seizoen en daarmee laait ook de discussie over permanente strandtenten weer op. Laten we voorkomen dat de duinrand verandert in een langgerekte horecastraat, schrijft columnist Christiaan Weijts.

Door

Maart alweer. Overal ondergaat het podium van de stad een changement. Een rammelende aanhanger bij de Sportlaan rijdt dranghekken aan voor de CPC Loop dit weekend. Hardlopers trainen aan de Laan van Poot, waar weer spechten zijn te horen. In hun voortuinen trekken Vogelwijkbewoners hun tuinmeubilair uit de beschermhoezen. Windstil, strakblauw. De stad ontwaakt en rekt zich uit.

Maar de opvallendste decorwisseling is die aan zee. Het is eb. Het onwaarschijnlijk heldere blauw spiegelt zich in het rimpelloze zwin. En bij elke strandopgang rijden graafmachines rond om het strand te egaliseren. Bij Kijkduin steken drie hijskranen in de zachtblauwe lucht. Ze takelen zeecontainers van vrachtwagens op heftrucs en stapelen ze naast de strandopgangen op alsof het speelgoed is. De strandtenten komen weer uit de opslag. En dat gaat gepaard met een hoop gegrom en gebonk, met zwaailichten, piepsignalen bij het achteruitrijden, gerinkel van kettingen. En ja, ook met de bijtende dieseldampen.

Sommige uitbaters voeren dit nu als argument aan om ook in de wintermaanden te mogen blijven staan. Dan hoeven ze niet twee keer per jaar zoveel stikstof en CO2 in dit kostbare reepje natuur te blazen. Het is een creatieve redenering, van het type dat een scholier gebruikt om te rechtvaardigen dat hij zijn huiswerk niet gemaakt heeft, en waarop de docent dan welwillend glimlacht: leuk geprobeerd. Al zijn er raadspartijen, zoals ook coalitiepartner D66, die daar best een onderzoekje naar zouden willen. Dan kun je de milieu-impact van ‘jaarrond’ versus ‘op- en afbouwen’ objectief tegen elkaar afwegen. In keiharde cijfers.

 

We moeten ons de vraag stellen of we wel wíllen dat het hier nooit meer leeg is

 

Het probleem is alleen dat het niet om objectieve feiten gaat. We moeten ons ook de vraag stellen of we wel wíllen dat het hier nooit meer leeg is. Eén strandtentje voor een warme chocolademelk bij een vuurtje zou natuurlijk heerlijk zijn, maar sta je het voor één tent toe, dan mogen andere ook, en zo rol je de loper uit voor toekomstige ambitieuze ondernemers die de duinrand gestaag veranderen in een langgerekte horecastraat. Winterbarbecues, glühwein, oliebollen, braadworsten, bruiloften en partijen. Dat de stad één zone heeft die daarvan verstoken blijft, moeten we koesteren.

Hoeveel horecabezoekers er zullen komen en hoeveel impact die dan weer zouden hebben op de natuur in de duinen, laat zich niet tot op twee cijfers achter de komma voorspellen. Ook niet op één cijfer, en zelfs niet op nul. Het is milieu-impact vangen door er een slag naar te slaan met een vlindernetje. Als gemeentebestuur zou ik aan zo’n onderzoek geen belastinggeld durven uitgeven.

Vooral niet omdat de principes zwaarder wegen. Zelfs in het hypothetische geval dat je al zou kunnen bewijzen dat die hijskranen en vrachtwagens hier meer uitstoot veroorzaken dan die winterbarbecues en bokbierfeesten, is het een gevalletje ‘leuk geprobeerd’.

 

En laten we eerlijk zijn, het is toch ook prachtig dat de seizoenen merkbaar wisselen?

 

Niet voor niets is er een landelijk kustpact om Belgische toestanden te voorkomen. Dat loopt dit jaar af. Des te belangrijker is het dan dat de afzonderlijke provincies en gemeenten die beschermingstaak blijven voelen. En laten we eerlijk zijn, het is toch ook prachtig dat de seizoenen merkbaar wisselen? Dankzij de klimaatverandering lijkt het soms alsof er nog maar twee seizoenen zijn – de zomer en de grijze rest – zonder scherpe contrasten.

Bij strandslag 9 zijn twee mannen met ouderwetse schop en bezem in de weer. De ondergrond moet helemaal strak zijn, voor als straks de wanden van De Kwartel worden neergezet die nu ergens in een loods in elkaar worden geschroefd. Als je stilstaat en tussen je oogharen door kijkt, zie je al hoe het zal zijn, maar de mannen blijven hard doorwerken.

Loom achter een biertje neerploffen kan later nog. Ons daarop verheugen alleen nu.

De redactie biedt u dit verhaal gratis aan. Meer Haagse verhalen? Neem een (proef)abonnement op weekkrant Den Haag Centraal. Elke donderdag in de bus. De krant is ook verkrijgbaar bij onze verkooppunten.

Standaardportret
Bekijk meer van