Column: Halloweenspullen
De traditie om Halloween te vieren is gegroeid als pompoenen, ziet columnist Christiaan Weijts. Elk jaar méér kids, méér versiering, méér versterkte muziek en méér huizen met aaneengeschakelde partytenten.
Eén bewoner van de Regentesselaan heeft er dit jaar echt werk van gemaakt. De portiek hangt vol met wolken spinrag, en spinnen zo groot als zeemeeuwen. Op de stoep staat een complete tafel met uitgestalde pompoenen, heksen en doodshoofden.
Achter het raam een handgeschreven briefje. Vast de aankondiging van een trick-or-treat-evenement, maar ik fiets er te snel langs om het te kunnen lezen. De lage zon scheert in mijn ogen. Mist, herfstbladeren, pompoenen, en als vanzelfsprekend hebben de skeletten en de horrorclowns zich genesteld in het feestvrije stukje kalender tussen zomer en Sint.
Ik heb de traditie zien opkomen in de tienerjaren van deze eeuw. In de Bomenbuurt begon het klein, een verkleedpartijtje voor de kinderen rond het Kastanjeplein. De kindjes gingen de omringende straten door en belden aan bij huizen met versiering en posters – ‘trick-or-treat!’ – en kwamen thuis met een paar handjes snoep.
Het groeide als pompoenen. Elk jaar méér kids, méér versiering, méér versterkte muziek, méér huizen met aaneengeschakelde partytenten waar spookhuizen werden gebouwd. Al het snoep was in een oogwenk op. De hele avond zag je tussen de tieners met zwarte capes en volwassenen met wit geschminkte gezichten nerveuze omwonenden haastig af- en aanrennen naar de Albert Heijn voor een nieuwe voorraad.
In Houtwijk besloten de buurtbewoners het halloweenfeest niet meer door te laten gaan
Ik fiets verder. Ik ben op weg naar de markt, het is zaterdagochtend. De nacht ervoor heb ik mijn 15-jarige zoon en een groepje klasgenoten opgehaald uit Walibi, dat deze weken uitpakt met een gigantisch ‘Fright Night’-gebeuren. De uitgestrekte parkeerplaats had al iets spookachtigs: allemaal lege auto’s met daarnaast ouders van mijn leeftijd, staand, als zombies starend in het lijkblauwe licht van telefoonschermen, waarop we onze locatie hadden gedeeld met onze respectievelijke tieners die met knipperende duiveldiadeems opdoemden uit de mist. Van het Kastanjeplein naar de parkeerplaats in Biddinghuizen: het lijkt ineens maar een kleine stap.
Op mijn telefoonscherm bekeek ik de foto’s en filmpjes van mijn dochter die bij Haag Atletiek een horrortocht door de duinen had afgelegd. Een enorme lol hadden ze gehad, en je zag het plezier waarmee trainers en vrijwilligers eraan gewerkt hadden. Zo moet het. Niet te massaal. De sportvereniging is daar ideaal voor.
Anders krijg je de trieste situatie zoals in Houtwijk. Daar hebben de buurtbewoners dit jaar besloten het halloweenfeest niet meer door te laten gaan. Het trok veel jongeren uit andere wijken, waaronder ook groepen die de versiering sloopten, de verklede figuranten begonnen uit te schelden en vuurwerk gooiden. Er zou zelfs een balk naar iemands hoofd gegooid zijn.
Op de markt is één kraam met feestartikelen vrijwel volledig gevuld met horrormaskers, hakbijlen, vampiertanden, spinnen, pompoenen en vleermuizen. Een moeder bladert met één hand door de kledingrekken, en houdt met de andere een telefoon tegen haar oor. “En soort jurkje, met spinnen, is dat wat? Nee? Wat heb ik nog meer? Gevangenisstrepen? Zo’n verpleegsterstoestand? Met bloed, gadver. Hier iets met clowns, en nog meer clowns… Clowns, clowns, clowns… Anders ga je het maar gewoon zélf halen hoor.”
Bij een bak met kleine plastic prullen – vampiertanden, diademen met messen die je hoofd doorboren – zijn twee oudere vrouwen blijven stilstaan. “Sinte Maarten,” zegt er eentje. “Dat was leuk, toch? Maar dat doen ze niet meer.” De andere bevestigt het kordaat: “Nee. Doen ze niet meer.”
Op de terugweg kom ik weer langs dat huis aan de Regentesselaan. Dat heeft vooral iets vrolijks, iets knus. Maar wat staat er toch op dat briefje? Vast de aankondiging van een feestje dat wel de gezelligheid van Sint-Maarten heeft. Ditmaal stap ik er speciaal voor af. In ronde balpenletters staat er: ‘Koop je eigen halloweenspullen in plaats van de mijne te jatten! Eikels!’
Wilt u meer Haags(e) nieuws en opinies lezen? Overweeg een (proef)abonnement op Den Haag Centraal. U ontvangt de krant 10 weken voor slechts 10 euro.