Column: Genieten van de zonnige, warme weken

Deze zonnige, warme week is voor stadsgroen-columniste Wendy Hendriksen aanleiding om herinneringen op te halen aan de zinderend warme en eindeloos lange zomers van vroeger. ‘Mensen in afgeknipte spijkerbroeken. Oranje parasols. Julio Iglesias en de George Baker Selection uit transistorradiootjes.’

Door

De voorspelde 42 graden hebben we niet bereikt, maar oh, wat genieten we van deze zonnige, warme weken! Tenminste… ik hoor niemand mopperen, hier in de stad. Integendeel, durf ik zelfs te zeggen.

Mensen lopen lachend hun boodschapjes te doen en zijn huppelend hun hondjes aan het uitlaten. Ze fietsen fluitend naar hun werk. Ook staan ze zonder haast voor het verkeerslicht (die op de Laan van Meerdervoort kan echt ontzettend lang rood blijven…) te genieten van de warmte. Mensen zitten op een bankje en heffen met gesloten ogen hun gezicht op naar de zon of knopen rustig een praatje met wildvreemde medegenieters aan.

Degenen die normaal gesproken tussen mei en september iedere gelegenheid aangrijpen om luidkeels te verkondigen dat ze volgend jaar echt, echt, echt gaan emigreren omdat dat ze weer eens zijn weggeregend op camping Het Haasje, trekken deze weken subiet met de sleurhut naar Ockenburgh, waar ze vanwege de hitte vóór de caravan slapen, in plaats van erin.

En ik hoor nog meer goede berichten: mensen vallen kilo’s af omdat ze ’s avonds een blokje gaat fietsen en vergeten vet te snacken voor de buis, en ook worden hier en daar verwaterde familiebanden weer aangehaald en nieuwe burenvriendschappen gesmeed, eenvoudig om de reden dat er iedere avond buiten gegeten en gebarbecued kan worden.

Zinderend warme zomers

In mijn – en waarschijnlijk ook uw – herinnering waren álle zomers vroeger zinderend warm en eindeloos lang.

Terugdenkend zie ik dorre grasvelden en warme koeien die in de uiterwaarden van de rivier zijn gaan staan. Vrouwen op de fiets, op weg naar een waterplas: een grote rieten mand, één kind voorop, twee achterop. Amechtig hijgende hondjes. Mensen in afgeknipte spijkerbroeken. Behaarde mannenarmen uit opengedraaide autoraampjes. Oranje parasols. Julio Iglesias en de George Baker Selection uit transistorradiootjes. Kinderen die hutten bouwen van oude lakens. Heel veel open sandalen. Gloeiendhete trottoirtegels. Tip Top-ijsjes van vijf cent. Als de lantaarnpalen gaan branden, dan moet je thuiskomen. Zomers waarvan Gerard Cox zei: ‘De wereld was vol van licht en leven, van haringgeur en zonnebrand, een parasol om het felle licht te zeven en in je kleren schuurde zacht het zand.’

Krijgen we voortaan wat meer van deze warme en droge zomers? Het KNMI ziet twee mogelijkheden: de zomers worden inderdaad warmer en droger, of… er verandert niets, waardoor het in de zomer van 2019 gewoon weer maximaal 17 graden kan worden en zes weken achtereen kan regenen.

Wat er dit jaar gebeurt, is gewoon toeval. In 1921 was er een vergelijkbaar droog jaar, waarin de oogst verdorde, schepen vastliepen en koeien ‘groot ongerief’ ervoeren, volgens een krant uit die tijd. In 1540 ‘viel het koren uit de aren’ van de droogte, in 1616 vielen Europese rivieren droog wegens gebrek aan neerslag. Een analyse van de dikte van jaarringen van bomen bracht zelfs een ‘megadroogte’ aan het licht tussen ongeveer de jaren 1000 en 1200. Het is zoals het spreekwoord zegt: het kan vriezen, het kan dooien.

Het is droog, in Nederland. En warm. Nou en. Wij hebben niets te klagen, met die grote zoute waterplas voor de deur. Eer dat die opdroogt!

 

Standaardportret
Bekijk meer van