Onderzoeker Paul van Gelder: ‘Sekswerk verschuift naar web, beleid blijft gericht op ramen’

Onderzoeker Paul van Gelder stelt dat het beleid rond sekswerk onvoldoende inspeelt op de onlinewereld. “De opkomst van platforms heeft een geheel nieuwe werkelijkheid gecreëerd.”

Door

Sekswerkonderzoeker Paul van Gelder pleit in zijn meest recente boek ‘Sekswerk 3.0: tussen beroep en transactie’ voor een modernisering van het sekswerkbeleid in Den Haag en Nederland. Volgens de onderzoeker is er te weinig aandacht voor ontwikkelingen die zich online afspelen. De huidige wet- en regelgeving richt zich voornamelijk op fysieke locaties waar commercieel seksueel contact is toegestaan, zoals bij raamprostitutie. Hierdoor worden kwetsbare groepen die hun geld verdienen met online sekswerk onvoldoende beschermd. Terwijl de drempel om via internet sekswerk aan te bieden laag is. “De modernisering van het beleid ligt al lange tijd stil in Den Haag. Met dit onderzoek hoop ik daarvoor handvatten te bieden.”

Van Gelder doet al meer dan dertig jaar onderzoek naar sekswerkers. Hij begon tijdens de aidsepidemie, toen hij als antropoloog onderzocht wat mannen met veel wisselende contacten deden wanneer ze een condoom kregen aangereikt en wat zij van condoomgebruik wisten. “Destijds bestond daar veel afkeer tegen, omdat mannen de voorkeur gaven aan zogenoemd ‘vlees-op-vleescontact’.” Sindsdien heeft hij de sekswerksector tot in detail bestudeerd. Wat hem vooral opvalt is hoe weinig er na de legalisering van seksbedrijven in 2000 is veranderd aan het beleid.

In uw boek stelt u dat er onduidelijkheid bestaat over wat precies onder prostitutie wordt verstaan. Welke varianten zijn er?

“Er bestaan verschillende vormen van seks tegen betaling. Wanneer we uitgaan van een mannelijke sekswerker, kunnen grofweg drie varianten worden onderscheiden: de fulltimebaan, seksdating en opportunistisch sekswerk. Wanneer sekswerk een fulltimebaan is, spannen sekswerkers zich extra in om klanten tevreden te stellen en zo de kans te vergroten dat zij terugkeren. Bij seksdating speelt de fetisj van het ‘hoer-zijn’ een grote rol. Daar fantaseren ook veel mannelijke sekswerkers over.

 

Beleid zou meer gericht moeten zijn op de sociale positie van online sekswerkers
Paul van Gelder

 

“Binnen die vorm gaat het soms om contacten tussen oudere mannen en jongere mannen. In dergelijke situaties wijst de jongere man het contact aanvankelijk af, maar accepteert hij alsnog de uitnodiging van de oudere man wanneer hij geld aanbiedt. Het is eerder iets wat de sekswerker erbij doet, wanneer zich de gelegenheid voordoet. De opportunistische variant betreft doorgaans kansarme jongeren die bijvoorbeeld in het Zuiderpark worden benaderd door klanten, ze worden uitgenodigd om mee naar huis te gaan, drinken daar een biertje, hebben seks en vertrekken weer.”

Waarom is dat onderscheid belangrijk?

“Het huidige beleid richt zich voornamelijk op de groep professionele sekswerkers, waarbij de focus ligt op jongere vrouwen. Andere groepen, zoals mannelijke sekswerkers, transmannen en vrouwen boven een bepaalde leeftijd, blijven grotendeels buiten beeld. Professionele sekswerkers vormen een relatief goed bereikbare groep en werken vaak achter de ramen, in clubs of bij escortbedrijven. Voor deze vorm van sekswerk zijn sinds het begin van de jaren 2000 strikte vergunningsvoorwaarden opgesteld, met veel nadruk op arbeidsomstandigheden, hygiëne en gezondheid.”

 

De nadruk ligt te vaak op de strafbaarheid van sekswerk
Paul van Gelder

 

“De opkomst van onlineplatforms heeft een geheel nieuwe werkelijkheid gecreëerd. Overheden en gemeenten kunnen zich daardoor niet langer uitsluitend richten op het faciliteren van fysieke werkplekken. Sekswerk speelt zich tegenwoordig steeds vaker af achter een beeldscherm, wat ook het contact tussen klant en sekswerker fundamenteel heeft veranderd. Het beleid zou daarom meer gericht moeten zijn op de sociale positie van online sekswerkers. De manier waarop contact wordt gelegd, gaat tegenwoordig veel verder dan alleen geld in ruil voor seks op een locatie. Zo wordt er inmiddels ook veel geld verdiend met het werven van potentiële klanten via internet, volgers hebben op onlineplatformen en performen voor een webcam. Door dat soort aspecten ook aan de orde te stellen, kunnen we beter bepalen waar regulering en ondersteuning nodig zijn.”

Wat zou de gemeente kunnen doen om sekswerkers tegemoet te komen?

“Den Haag moet meer aandacht besteden aan het faciliteren van passende werkplekken, zoals bijvoorbeeld hotels. Daarnaast kan worden gekeken naar manieren om thuiswerken mogelijk te maken. Er kunnen seksuele voorlichting en medische controles worden aangeboden om de verspreiding van seksueel overdraagbare aandoeningen te helpen voorkomen. Het is daarbij van belang dat het beleid zich naast toezicht en handhaving richt op het ontwikkelen van ondersteunende voorzieningen. De nadruk ligt te vaak op de strafbaarheid van sekswerk. Sekswerkers krijgen een specifieke locatie toegewezen, waarna verdere betrokkenheid vaak uitblijft.”

 

Er zijn nauwelijks voorzieningen voor mannelijke sekswerkers
Paul van Gelder

 

“Een voorbeeld is de opheffing van de tippelzone aan de Waldorpstraat in 2006. Aanvankelijk traden de politieagenten daar respectvol op; het uitgangspunt was dat sekswerkers bij problemen naar hen konden stappen. Naarmate de tijd vorderde, verschoof de focus echter naar controle en beboeting. Voor de mannelijke sekswerkers die toen in het Haagse Bos werkten, was dat een opvallende ontwikkeling. Ik bevond me geregeld tussen de sekswerkers wanneer de politie arriveerde, waarna we gezamenlijk dekking zochten in de bosjes. Hoewel ik niet pleit voor een herinvoering van de tippelzone, moeten er wel nieuwe, veilige werkplekken worden gecreëerd. Er zijn nauwelijks voorzieningen voor mannelijke sekswerkers. En de plekken die er zijn, zijn niet legaal.”

In Den Haag zijn de afgelopen jaren tientallen werkplekken voor sekswerkers verdwenen. In een recent rapport geven sekswerkers aan bang te zijn hun fysieke werkplek te verliezen als online werkplekken worden aangeboden.

“De praktijk leert dat niet alle sekswerkers online willen werken, en evenmin dat iedereen de voorkeur geeft aan fysieke werkplekken. Toch moeten al deze verschillende vormen van sekswerk de ruimte krijgen om op een veilige en professionele manier te kunnen functioneren. In Den Haag richt het beleid zich vooral op sekswerk op fysieke locaties. Er wordt te weinig stilgestaan bij de duurzaamheid en toekomstbestendigheid van die locaties. Er zou moeten worden gezocht naar een middenweg: een omgeving waarin zowel cis- als transmannen en -vrouwen hun beroep kunnen uitoefenen, met daarnaast ruimte voor een bredere invulling met bijvoorbeeld entertainment, waardoor het werk wordt geïntegreerd in een veelzijdigere en toegankelijke context.”

 

Door het toegankelijker en minder beladen te maken, zullen mensen sneller aan de bel trekken wanneer er iets misgaat
Paul van Gelder

 

Een gezellige seksplek in plaats van grimmige straten?

“Ja, dat hoort bij een moderne aanpak. Er wordt te veel gedacht in rigide kaders: sekswerk is vaak gebonden aan één specifieke plek en werkwijze. Daardoor zijn de manieren waarop contact tot stand komt beperkt, terwijl deze niet langer overeenkomen met hoe sekswerkers tegenwoordig klanten benaderen: met name via digitale kanalen. De beleidsfocus zou verplaatst moeten worden naar de onlinewereld, en er is behoefte aan creatievere denkkaders over hoe sekswerk op lokaal niveau een plek kan krijgen.

Gemeenten zouden bijvoorbeeld kunnen overwegen om studio’s met webcams te faciliteren of ruimtes te creëren die een combinatie van werkplek en entertainment bieden, zoals theaters. Het allerbelangrijkste is echter dat het onderwerp bespreekbaar wordt gemaakt. Door het toegankelijker en minder beladen te maken, zullen mensen sneller aan de bel trekken wanneer er iets misgaat. Dat maakt het mogelijk maakt om wet- en regelgeving daar beter op af te stemmen.”

In uw boek schrijft u dat er nog altijd een taboe rust op sekswerk, terwijl het tegelijkertijd steeds meer mainstream wordt. Merkt u dat mensen ontvankelijk zijn voor de modernisering die u voorstelt?

“Steeds meer mensen maken gebruik van de seksmarkt, mede doordat de vorm zich heeft aangepast aan de wensen van de consument. Dit is bijvoorbeeld goed zichtbaar bij massagesalons, waar in de afgelopen jaren talloze niches zijn ontstaan zoals een BDSM-optie. Klanten kunnen tegenwoordig zelf kiezen in welke setting welke handeling plaatsvindt; het is vergelijkbaar met het kiezen van een ijssmaak in een ijssalon. Het wordt steeds normaler om van deze diensten gebruik te maken, maar tegelijkertijd blijven we terughoudend in het aanpassen van het beleid. Dat is opmerkelijk en vrij paradoxaal.”

Paul van Gelder

Geboren

5 oktober 1948 in Nieuwer-Amstel

Opleiding

Gepromoveerd in de sociale wetenschappen aan de Universiteit van Amsterdam

Werk (selectie)

‘Boys Online/Boys Offline: Seksuele dienstverlening door jongens/mannen in Den Haag’, 2009; ‘Ik ben wel mezelf, maar ik ben mezelf ook niet – een dwarse kijk op diversiteit, gender en seksuele zelfbepaling’, 2011; ‘Sekswerk 3.0: tussen beroep en transactie’, 2025.

De redactie biedt u dit verhaal gratis aan. Meer Haagse verhalen? Neem een (proef)abonnement op weekkrant Den Haag Centraal. Elke donderdag in de bus. De krant is ook verkrijgbaar bij onze verkooppunten

Standaardportret
Bekijk meer van